Een van de laatste festivals van het zomer-festivalseizoen is Into The Great Wide Open op het Friese Waddeneiland Vlieland. Muziek staat centraal, maar het is vooral de omgeving die het festival zo bijzonder maakt. Naast muziek is er beeldende kunst, literatuur, film en natuurlijk alles wat het eiland van zichzelf te bieden heeft. Alleen de boottocht ernaartoe is al een belevenis, maar zoals u van ons gewend bent beperken wij ons voornamelijk tot het muzikale gebied, maar wees gerust, ook daar hadden we onze handen aan vol.
Dag 1 – Geslaagde prelude met gevarieerd muzikaal aanbod
Vorig jaar schreven we dat Into The Great Wide Open een sterke comeback maakte na noodgedwongen een paar edities te hebben overgeslagen. Inmiddels horen we dat meerdere festivals ermee stoppen. Zo trekt het Haagse Parkpop de stekker eruit na veertig jaar. Hiphop festival Woo Hah ging nog niet zo lang mee, maar is na een succesvolle editie in 2022 niet meer. Dichter bij Vlieland kondigde Welcome To The Village aan na tien jaar de deuren te sluiten. De redenen zijn divers. Teruglopende bezoekersaantallen, stevige concurrentie, inflatie en bijkomende hoge kosten, zowel voor de organisatie als voor bezoekers, zorgen ervoor dat er niet voor elk festival bestaansrecht is. Wie naar de line-up van Into The Great Wide Open kijkt, zou kunnen concluderen dat het festival het ook dit jaar weer goed voor elkaar heeft. Zowel op het muzikale als kunstzinnige vlak is het festival voldoende onderscheidend.

Wie kijkt naar het aanbod op de donderdagavond – het festival moet dan zogezegd nog op gang komen – kan niet anders dan stellen dat het eclectisch is. We noteren protest-pop verpakt als smartlap, indiepop, puntige nederpunk, instrumentale funk en ambient kraut. Het leeuwendeel van de acts is afkomstig uit de lage landen, veelal uit Nederland en een uit Vlaanderen. Opvallend is ook een tweetal bands afkomstig uit de Alpenlanden Oostenrijk en Zwitserland. Wie bang is voor gejodel, kunnen we geruststellen. Beide bands zijn louter instrumentaal.
Maar we trappen deze editie van Into The Great Wide Open af met een Nederlandse band die begin dit jaar een album uitbracht met de titel Smartlap Is Niet Dood. Een misleidende titel want het album bevat als smartlap verpakte protestsongs en eigenlijk zijn kunstenaar Sophie Straat en haar band welbeschouwd hartstikke punk. Dat het album een hoog greatest hits-gehalte heeft, komt omdat het zo lang heeft geduurd om het uit te brengen. Er staan dan ook maar liefst zeven singles op, die zijn uitgebracht in een tijdsbestek van ruim twee jaar. Het oudste nummer is uit 2021, maar zowel titel als tekst zijn mega-actueel.


Logisch dus dat Tweede Kamer volop schalt uit honderden kelen en dat geldt voor veel meer nummers. Zelfs anno 2023 pijnlijke teksten als in Mannen en Mooier Als Je Lacht, worden hoofdschuddend en met empatische blikken meegezongen. Dat het festival goed wordt bezocht door inwoners uit de hoofdstad is hier vast ook debet aan, maar het lijkt er sterk op dat La Straat ook elders in het land hoge ogen gooit met haar mix van draaiorgelmuziek, jaren-80 disco en nederpop. En Sophie Straat kijkt verder dan de landsgrenzen want het ontgroeningsdrama in België is haar niet ontgaan en dus draagt ze een nummer op aan Sanda Dia en worden er protestborden getoond waarop om gerechtigheid voor hem wordt gevraagd. Toch scoort Sophie Straat niet alleen qua engagement goed, want eerlijk is eerlijk, deze act bewijst zich als uitstekende festivalopener.
Zo de kop is eraf, maar we moeten door, dus terwijl we in de schuimkraag van een biertje van plaatselijke brouwer Fortuna bijten, slenteren we tijdig naar de Bolder voor een optreden van Mich. Wie bedenkt dat de band al sinds 2017 aan de weg timmert en eind vorig jaar zijn derde album uitbracht, kan moeilijk geloven dat de hij nog niet eerder op het festival stond. Wellicht had dat te maken met het tourschema van bandleden als Sofie Winterson en Bastiaan Bosma (o.a. Ploegendienst, waarmee hij later vanavond ook mag optreden op het festival), maar nu is het dan zo ver. Het imago van de als supergroep bekendstaande indieband maakt dat de Bolder ruim voor aanvang al goed is gevuld. Veel opgetogen gezichten voor aanvang, want de mix van new wave en postpunk is echt om naar uit te kijken. Toch is het optreden af en toe even wennen, want de nummers klinken live een stuk eentoniger dan we ons herinneren van de albums en wat ook opvalt is dat ze alle zonder uitzondering vrij abrupt eindigen. Nooit eerder opgevallen, maar vanavond wel. Toch geloven we niet dat veel mensen zich er iets aan gelegen hebben laten liggen. Zodra Bosma aangeeft dat er wel wat meer gedanst mag worden, wordt hier direct gehoor aan gegeven en ook wanneer voor Stopsigns om participatie wordt gevraagd, doet minstens de halve zaal mee. Iedereen hurkt en komt op een teken als een wezen euforisch omhoog, waarna de stramme benen direct worden losgedanst.


Ondertussen zijn we ook benieuwd naar de instrumentale band L’éclair, dus pendelen we wederom op tijd naar het Sportveld. De Zwitsers weten met hun ambient kraut een rustmoment te creëren, zonder dat we er direct van inkakken. Live klinkt L’éclair namelijk vol en bij vlagen moddervet, zodat we na afloop – je krijgt op de eerste avond wel een beetje het heen-en-weer – meer dan voldaan terug sjokken naar De Bolder, waar de sfeer zo meteen ongetwijfeld heel anders zal zijn.
Dat je ook met een volslagen onbekende een mooie boom kunt opzetten over het verschil tussen hardcore en punk, ondervinden we in De Bolder, waar Ploegendienst onder leiding van Ray Fuego aanstonds zijn opwachting maakt. Wie het gesprek begon is onduidelijk, maar wat is het toch fijn dat je er zeker van kunt zijn dat je op een festival wel gelijkgestemden moet tegenkomen. Nou ja, we komen er weliswaar niet helemaal uit, en besluiten dat we het eens zijn dat we het niet helemaal eens zijn, al beamen we dat Ploegendienst vroeger meer hardcore klonk en tegenwoordig meer punk. Fuego en zijn mannen maken korte metten met ons gesprek. De zanger springt direct van het podium en bepaalt daarmee meteen dat er vooraan niet zal worden stilgestaan. En dus schreeuwen we elkaar in de pit geregeld ‘punk!’ en ‘hardcore!’ naar het hoofd, al naar gelang het nummer dat op dat moment wordt gespeeld. Lekker belangrijk! En inderdaad, dat was het ook niet.



Voor De Spons klimt De Fuego wederom het podium af. Even staat hij in een lege cirkel, maar die is even snel weer gevuld met een massa zich in bochten wringende, stuiterende massa lichamen. Het is een heerlijke pleurisbende en Ploegendienst voldoet ruimschoots aan de verwachting en hoewel we het niet met zekerheid kunnen zeggen, vermoeden we dat de band zijn hele oeuvre heeft gespeeld. De twee oudere ep’s en het eerder dit jaar verschenen album IK tellen samen op tot zo’n drie kwartier. Laat dat nu net de toegewezen speeltijd zijn.
Terwijl ondertussen Sofie Straat en leden van Mich en Ploegendienst de eerste plaatjes laten spinnen op de draaitafels in het Bolder Restaurant kiezen we er met rode wangen en suizende oren voor om op adem te komen bij het soloproject van Balthazars frontman Maarten Devoldere, die zich als Warhaus sinds 2016 niet alleen als crooner maar ook als begenadigd songwriter heeft ontwikkeld. Geïnspireerd door liefdesverdriet bracht hij eind 2022 het goed ontvangen album Ha Ha Heartbreak. Met inmiddels drie albums om uit te putten zet Warhaus een uitgekiende set neer, een mooie dwarsdoorsnede van zijn oeuvre, dat wel wat heeft van de soundtrack van een vintage Franse film noir.

Warhaus blijkt een uitstekend slaapmutsje en dat wil geenszins zeggen dat de muziek slaapverwekkend is, maar zegt alles over onze toestand na een lange trein- en bootreis – altijd de langzame boot, want dan kom je zo lekker aan op Vlieland. Bovendien is het nooit een goed idee om al je kruit op de eerste dag te verschieten, al voelt het terugkijkend op de optredens van deze geslaagde aanloop naar de eerste volle festivaldag op vrijdag, dat we op muzikaal gebied wellicht al enkele hoogtepunten achter de rug hebben en daar hoort dat van Warhaus zeker ook bij, want bij vlagen heeft het optreden scherpe randjes, waardoor het zeker memorabel is.
Dag 2 – Mooie opbouw, dankzij uitgekiende programmering
Een van de redenen om op de donderdag tijdig onze hotelkamer op te zoeken is het openingsoptreden op De Tokkelbaan. De meningen over dit podium lopen uiteen. Volgens de een is het nieuw, volgens een ander terug van weggeweest. Een nadere bestudering van het blokkenschema leert ons dat het er goed toeven is. Dat geldt dan vooral voor de liefhebber van het hardere muziekgenre, al wordt die bewering direct gelogenstraft door de eerste band die er op de planken staat.

Of het de nabijheid van de duinen en de zee is, of het natuurlijke enthousiasme van de Zeeuwse band De Toegift, daarnaar kunnen we slechts gissen, maar het is een feit dat het vijftal muzikanten zich als een vis in het water toont. Met eigenzinnige Nederlandstalige teksten en een frisse mix van indie, folk, en jazz veroveren de Zeeuwen moeiteloos de harten van het publiek dat dan ook zichtbaar geniet. En terecht, want er staan poëtische pareltjes op het titelloze album, dat vooraf werd gegaan door de ep’s En Ik Kon Alles Zien en Nooit, Misschien. Doordat De Toegift vervolgens deze nummers in een andere volgorde, naast nieuwe nummers op het album hebben gezet, ontstond een nieuw verhaal. We waren benieuwd hoe dat live zou zijn. Kiest de band voor een integrale vertolking of past hij de volgorde wederom aan?



Toegegeven, we weten het niet zeker. Het optreden is zo betoverend, dat we af en toe even van de wereld zijn. En met ons velen, want het is – zeker voor een eerste optreden van de dag – hartstikke druk bij De Toegift, die in elk geval getrouw aan het album begint met spoken word of poëzie en ons zodoende aan de hand meeneemt aan de hand van de title track, waaraan ook de band zijn naam ontleent. Even later onthult zanger Maxim Ventulé dat de band om half acht de wekker heeft gezet om samen een duik te nemen in de Noordzee. Zou de band daarom zo fris klinken? Tijdens Alles Is Gemaakt, stap Ventulé van het podium af en zingt als een baken in een zee van zittende en liggende lichamen. Niet lang daarna kondigt hij het laatste nummer aan, het blijkt de reprise van De Toegift, tevens het laatste nummer van de plaat. Dus toch integraal? Hoe het ook zij, de eersten zullen de laatsten zijn, want dit concert staat stevig verankerd op de harde schijf van ons geheugen.
Nog een beetje overdonderd, besluiten we onze gedachten te ordenen door deel te nemen aan de kunstroute. Op een roze geverfd bankje, onderdeel van het project 8 Miljoen Gesprekken knopen we een gesprek aan met een onbekende. Het idee erachter is mensen te weinig met elkaar praten. Er wonen zo’n zestien miljoen mensen in Nederland, dus als er acht miljoen gesprekken plaatsvinden, dan is iedereen met elkaar in gesprek. Om ons op weg te helpen zijn er prikkelende vragen bedacht als: Wat zie je als je mij ziet?Waar ben je trots op? Hoe ziet je leven er over 5 jaar uit? Wat zou je doen met een miljoen? Wat zou je doen als je de baas was van Nederland? Wat betekent vrijheid voor jou?
Tijdens die laatste vraag wordt het festival Into The Great Wide Open als voorbeeld genoemd. Nu ligt het voor de hand, we zijn op het festival en staan feesten sowieso niet garant voor vrijheid? Nou, niet per se, want het gesprek gaat een andere kant op. Werd het voorheen geroemd om zijn grote aanbod van vegetarische en veganistische gerechten naast het meer traditionele aanbod van vlees en vis, van laatstgenoemden is helemaal geen sprake mee. Er is een keuze gemaakt voor de bezoeker, maar niet door de bezoeker. We hebben het allebei veel gehoord om ons heen. Ook het woord betutteling viel zo nu en dan. Ach, dat vinden we te ver gaan, maar keuzemogelijkheden dragen ongetwijfeld bij aan een gevoel van vrijheid. Wat zou jij eigenlijk doen als je baas van Into The Great Wide Open was?



Met de omschrijving “Nick Cave en Patti Smith zijn de bron voor een filmisch muzikaal optreden” was onze aandacht direct gewekt. Dat er behalve de debuutsingle Norwegian Wood nog nauwelijks muziek van het uit Londen afkomstige viertal Picture Parlour is te vinden, maakt dat we band graag als ontdekking beschouwen. Daarmee is de als lockdown projectje begonnen band van zangeres Katherine Parlour en gitariste Ella Risi eigenlijk een must-see voor de avontuurlijke festivalganger. Wie er niet bij is, mist dan ook echt wat. Picture Parlour trakteert ons op Into The Great Wide Open op een aanstekelijk optreden met soms een rauw randje. Het viertal heeft er duidelijk zin in en geeft zich helemaal, alsof het niet ergens op een klein eilandje in de Waddenzee, maar in een gigantisch stadion staat te spelen. En toch komt ook hier de bijna stroperige rock n roll, doorspekt met stevige riffs, staccato drums en een bluesrock-baslijntje goed tot zijn recht. Muzikaal wordt de rode loper uitgerold voor de grommende zang van Parlour die zichtbaar geniet van de aandacht. “Dit klinkt ouderwets, doet aan veel denken, maar is toch uniek,” zegt mijn buurman. We zijn dan nog niet halverwege het optreden, dat allengs alleen maar beter lijkt te worden en met de single wordt afgesloten.



Picture Parlour blijkt de perfecte opmaat naar het optreden van de Engelse Indierockers Divorce die sterk opent met Services. De intensiteit van de muziek van het kwartet uit Nottingham is op papier misschien wat minder, maar wie dat denkt, houdt duidelijk geen rekening met de synergie die op het podium ontstaat wanneer het viertal zijn mix van indie en alt-country ontvouwt. Met name de momenten waarop de stemmen van Tiger Cohen-Towell en Felix Mackenzie-Barrow, met wie zij ook het duo Megatrain vormt, harmoniëren staan garant voor kippenvel. Dat ik verderop in de menigte een Big Thief T-shirt ontwaar, verbaast me niets. De referentie dringt zich tijdens nummers als That Hill en Birds dan ook eenvoudig op en dat is beslist geen straf, noch hinderlijk, want Divorce heeft duidelijk meer dan voldoende eigenheid om een authentiek concert neer te zetten.



Toen we Floodlights voor het eerst hoorden, drong een vergelijking met The The zich op. Dat zijn grote schoenen om te vullen, maar de Aussies laten met een ontspannen ogende show zien dat ze er klaar voor zijn om de wereld te veroveren. In eigen land timmeren ze al sinds 2008 aan de weg, maar dankzij een optreden op SXSW speelden zij zich ook internationaal in de kijker en daarmee doen ze hun naam – vertaald betekent het breedstraler (zo’n bouwlamp) – eer aan. Het optreden is aan de ene kant ingetogen (Something Blue) en toch kan de jonge honden geen enthousiasme worden ontzegd. Veel nummers van het dit jaar verschenen Painting Of My Time, waaronder het titelnummer en prijsnummers Lesson Learnt, Human en Wide Open Land lenen zich goed voor live-vertolking op een festival en dat is dan ook duidelijk te merken aan respons van het publiek, dat ronduit wordt vermaakt met een transparant, what you see is what you get optreden.


Het mooiste van livemuziek is hoe de klanken van verschillende instrumenten, bespeeld door verschillende muzikanten samensmelten. Dit geldt natuurlijk in het algemeen, maar misschien wel in het bijzonder voor het Engelse Beige Banquet dat is begonnen als eenmans-slaapkamerproject van DIY-muzikant Tom Brierley. Hoe leuk ik is het dat de inmiddels vier muzikanten om zich heen heeft verzameld, zodat bijvoorbeeld drums niet meer uit een drumcomputer komen. Wie wil weten hoe de band tegenwoordig klinkt kan natuurlijk het uitstekende album LIVE! LIVE! LIVE! Opzetten, maar beter check je zo’n bandje wanneer je de mogelijkheid krijgt.



In de Bolder worden we beloond met een intense liveperformance. Het is (post-)punk met hoekige melodieën, een razende groove en puntige vocalen die niet aflatend van het podium rolt, waarbij met name de grommende bas en onuitputtelijke percussie opvallen. Logisch dat het midden-voor al gauw gevuld is met een deinende, zweterige massa publiek. Koortsachtig zou je de sfeer kunnen noemen, en als het al besmettelijk is, dan is niet helemaal duidelijk wie wie nu aansteekt, de Beige Banquet het publiek of juist andersom. En dat is natuurlijk ook schitterend aan live-muziek.
Zouden we deze lijn van muziek vasthouden, dan gingen we naar postpunk noise rockers DITZ, maar omdat festivals nu eenmaal uitnodigen om eens wat anders te beleven, besluiten we te ontdekken hoe Charlotte Adigéry & Bolis Pupul zich live staande houden. Vorig jaar stonden zijn ook geboekt, maar moesten toen te elfder ure afzeggen. Niet dat ze dan meteen iets goed te maken hebben, maar het zou natuurlijk kunnen dat het tweetal erop is gebrand om de toch al aanstekelijke nummers van hun vorig jaar verschenen album Topical Dancer extra speels te gehore te brengen. Het publiek is dan ook in groten getale toegestroomd om de twee die toch veelal in het duister hun ding doen te supporten. Goed, ze springen geregeld van het podium af op de enorme basboxen die het ook muzikaal zwaar te verduren krijgen. Leuk voor wie vooraan staat. Toch is er verder achteraan op de Open Plek ook voldoende te zien. Dit blijkt als we ons door de mensenmassa hebben teruggewerkt. Wat ook blijkt is dat er een ware Exodus gaande lijkt, blijkbaar zijn we niet de enigen die niet overtuigd zijn dat het echte vuurwerk nog gaat komen. Grappig dat de stroom die in de rij staat om de Open Plek op te gaan even groot lijkt als de mensenstroom die het voor gezien houdt en dus staat het bij de in- en tevens uitgang behoorlijk vast. En iedereen heeft gelijk, immers qua opkomst is het optreden een groot succes, en om te ontdekken moet je zelf ervaren.


Voor de after van het feest van de Adigéry en Popul begeven wij ons iets eerder dan gepland naar hoofdpodium Het Sportveld. Hier laten we ons meevoeren op elektronische klanken van het uit Biarritz afkomstige La Femme. Laagdrempelige, kermisachtige muziek, met soms psychedelische en surf-invloeden. Opvallend is dat de muziek live steviger en soms zelfs meer uptempo is dan op de platen die de band de afgelopen jaren uitbracht en dat werkt aanstekelijk. Bovendien is hier meer ruimte dan in het bos, en dus trainen we op de valreep alsnog de grote dansspieren in onze benen en billen.
Dag 3 – Vlieland is een schateiland met zoveel ruwe diamanten

Hoezeer we ons ook verheugen we op The Golden Dregs, we komen er vooralsnog niet onze hangmat voor uit. Dat heeft niets met de band te maken, maar alles met het feit dat het nog lekkerder mensen kijken is als je slechts wordt geholpen door een doek en de zwaartekracht. Langzaam wordt het drukker in de ruimte voor het podium, waar de in wit geklede band na een klein opstartprobleem te hebben overwonnen rustig op stoom komt.


Het project van singer-songwriter Benjamin Woods ontstond in de winter van 2020, toen hij als gevolg van de pandemie zijn baan verloor. Hoera, een geluk bij een ongeluk, want wie weet hadden we anders nooit dit optreden bijgewoond. De Engelsman, die qua stemgeluid balanceert tussen dat van Leonard Cohen en van Kurt Wagner van Lambchop, zingt met een koffiebruine stem die bij ons een kater verraadt, maar voor hem vanzelfsprekend is. De bijna praatgezongen teksten vinden kabbelend onze oren, waar ze in ons lichaam een rustgevende werking blijken te hebben, want ondanks dat we van mening zijn dat je livemuziek bij voorkeur staande geniet, wint de hangmat het deze ochtend van deze stelling. Wel zingen we uit de grond van ons hart mee met het nummer American Airlines, als de tekst ‘I’m the lucky one’ voorbijkomt.



Hoe anders is het even later op een podium verderop, waar Terzij De Horde zich beukend op onze trommelvliezen stort. De Utrechtse band is niet alleen uniek in de line-up van dit jaar, maar ook uniek in de geschiedenis van Into The Great Wide Open. Nooit eerder stond een metalband op het festival. Het is alsof de programmeur die het eindelijk aandurft uiteindelijk niet kon kiezen, want Terzij De Horde mengt moeiteloos elementen van black metal, progressieve doom, chaotische screamo en extreme hardcore. Zou het daarom zijn dat de band is uitgenodigd? Zo van, nou dan hebben we dat allemaal maar gehad? Laat het de toegestroomde bezoekers die het wel kunnen waarderen maar niet horen, want ze vormen nog stijf van de adrenaline van het extreem luide optreden ongetwijfeld hun eigen hysterische horde die bij het productiekantoor verhaal komt halen. Maar gelukkig niets van dat alles en zoals we eigenlijk ook gewend zijn van extreem heftige metal meetings blijft de sfeer gemoedelijk, al zal het voor menigeen wel even wennen zijn dat er niets vergelijkbaars in de programmering is te vinden.

Wie gelooft dat Iguana Death Cult het zoveelste garagebandje is, heeft duidelijk niet naar het laatste album van de Rotterdammers geluisterd. Op Echo Palace voegt de band namelijk een flinke dosis soul en funk toe. Dat dit werkt konden we op de plaat al horen en wordt live op Into The Great Wide Open bevestigd met bijvoorbeeld Pusherman, dat waarschijnlijk om die reden al vroeg in de set wordt gespeeld. IDC geeft een dijk van optreden, dat gewoon doorgaat ook als tijdens Pacino In Heat een snaar van frontman Jeroen Reek breekt. Wie zich heupwiegend wil laten meevoeren naar een happy place in zijn hoofd houdt zich afzijdig van de pit. Wie fysiek wordt uitgedaagd, door de beukende drums, de stevige riffs en de sexy basritmes haakt in bij de kluwe lichaamsdelen vooraan in het midden van het podium en gaat met name los op prijsnummers Bright Lights en Pink Pink en wordt tijdens I Want A House beloont met een fenomenale stagedive van Reek, die vervolgens crowdsurfend een rondje maakt alvorens weer keurig bij het podium te worden afgeleverd, waarna het nog een keer helemaal losgaat met een circle pit tijdens slotnummer Nature Calls.


Wat moet je met veelbelovende punkbandjes die slechts één ep op hun naam hebben staan? We weten niet of ze met dezelfde bus naar Harlingen zijn gekomen, maar ze delen in elk geval wel het podium van de Bolder. Het donkere zaaltje leent zich als vanouds heel goed voor stevige punk en wellicht halen het Amsterdamse L.A. Sagne, en de Utrechtse band No Brains en Apeshit het beste in elkaar naar boven. Als dit de Nederlandse Nieuwe Punkgolf is, dan zij wij blij dat we er vanavond op mogen surfen.

Piepjonge Apeshit trapt af met twee nummers van hun ep Can I Be Your Monkey, namelijk Teacher’s Pet en No More Innocent Bystanders. Het overwegend jonge publiek gaat pogoënd los en dat geldt ook voor nieuw nummer Hell Raiser. Ondertussen wordt de nieuwe drummer voorgesteld. Hij komt van Texel, dat leidt tot wat boegeroep, maar de band laat zich niet van de wijs brengen en het motto van deze triple bill indachtig, Leg de Bolder in de as, pakken de Utrechters stevig door. Voor slotnummer Sex Sells springt zanger Kees zelf van het podium om de zoveelste moshpit te beginnen.

Na een snelle wissel van instrumenten is het de beurt aan L.A. Sagne. De Amsterdammers gooien direct de beuk erin met Out Of My Way. Het lijkt er echter op dat niet alleen de band, maar ook het publiek is gewisseld, want hoewel de Bolder niet is leeggelopen, is de sfeer nu anders. Mogelijk komt dat doordat de zang van zangeres Tara aanvankelijk slecht is te verstaan, want zodra dit euvel tijdens derde nummer Jean Paul is weggenomen, wordt dit met gejuich ontvangen en tijdens I Smoke Until I Die komen ook voorzichtig de voetjes van de vloer en niet lang daarna ontstaat er een kleine maar venijnige pit. De band kan er getuige het nummer Ha Ha Ha wel om lachen terwijl gitarist Lazlo even later als een streaker van het podium stapt voor een pit die niemand lijkt te willen beginnen.

Dit in tegenstelling tot het optreden van No Brains even later, waar de moshpit direct fel en heftig is. Ligt het aan de snellere wissel? Of heeft de band meer eigen publiek bij zich? Hoe het ook zij, No maar Brains lijkt van plan De Bolder daadwerkelijk te slopen. Furieus is een understatement voor de gitaarriffs, de snorrende Rickenbacker-bas en de constante drumsalvo’s, terwijl ook zanger Rube er flink de vaart in houdt. Acht nummers worden er zonder pardon doorheen gejast in krap twintig minuten terwijl in die tijd de temperatuur in de zaal aanzienlijk stijgt.
Terwijl iedereen natuurlijk verwacht dat we ons na deze reeks van garage, punk en postpunk richting Sportveld begeven voor het optreden van Squid, doen we dat lekker tegendraads dus mooi niet. In plaats daarvan blijven we hangen in de Bolder en bekijken er geamuseerd de wisseling van de wacht. De volgende band die het podium beklimt is namelijk van heel andere orde. Hiphop-collectief Chibi Ichigo dat goed heeft geluisterd naar bands als The Prodigy timmert in thuisland België stevig aan de weg. De teksten van Sabina Nurijeva alias Chibi Ichigo (kleine aardbei in het Japans) zijn afwisselend in het Vlaams en Russisch en dat geeft de muziek met hiphopbeats en overdadige breakbeat-techno iets exotisch. Aan de ene kant is het even schakelen, maar aan de andere kant klinken haar nummer zoals bijvoorbeeld GRACHT, Prachtig en Stop Waar Je Staat best wel behoorlijk punk en of wave. Soms doet het ons zelfs in de verte enigszins denken aan de New Wave van Anne Clark of TC Matic, al slaat de balans uiteindelijk door naar dance.

Maar wie bedenkt dat Nurijeva als frontvrouw versterking krijgt van twee zwaar opgemaakte dansers die kan zich voorstellen dat niet alleen het oor, maar ook het oog niets tekortkomt. Als klap op de vuurpijl kondigt ze haar nieuwe single aan. Energie, komt op 29 september en is samen opgenomen met met Sophie Straat, die vanavond acte de présence geeft. De twee stuiteren energiek over het podium. Wat dat betreft is Chibi Ibigo overigens absoluut niet eenkennig, want ze deelt het podium tijdens slotnummer GRACHT ruimhartig met de jongsten onder het publiek. Zelden was een concert voor ons gevoel zo snel voorbij, terwijl het toch echt een vol uur duurde.



Tot besluit bezoeken we wederom een gitaarbandje. Wat hij gemeen heeft met veel andere bandjes vandaag is dat het oeuvre nog in ontwikkeling is. Ook het uit Dublin afkomstige kwartet Sprints heeft slechts twee ep’s en een aantal singles, waaronder het heerlijke Adore, Adore, Adore en al even geweldige Literary Mind op zijn naam staan. Het leverde hem louter lof, zoals van NME Magazine: “Dublin’s next no f*cks given guitar heroes” en door DIY Magazine werd de band genoemd als natuurlijk erfgenaam van Amyl and the Sniffers. Voor ons ruim voldoende aanbeveling om nog maar even in de Bolder te blijven hangen. Voor ons ruim voldoende aanbeveling om nog maar even in de Bolder te blijven hangen. Terecht, zo blijkt, want onder aanvoering van frontvrouw Karla Chubb brengen de Ieren een aanstekelijke, rechtdoorzee, rammel-garagepunkset ten gehore, waarin we onder andere een nieuw nummer horen. Sociale en politieke meningen worden op rauwe, catchy en in your face wijze van het podium geslingerd op een omgewoeld bedje van plusminus drie akkoorden met een noisy randje. Een mens kan zich toch geen beter slot dan Little Fix van een toch al uitstekende festivaldag wensen.

Dag 4 – De Heilige van Vlieland

De laatste dag van Into The Great Wide Open begint met het grootste dilemma tot nu toe. Uiteraard willen we graag gaan luisteren naar Norah Hendriks, die onder de naam Noor optreedt, maar zij staat tegelijkertijd geprogrammeerd met Buck Meek, die we kennen als gitarist van Big Thief. De een is aanstormend talent waarvan je later kunt zeggen dat je erbij was toen ze nog definitief moest doorbreken. De ander is doorgebroken, maar niet solo, heeft net een nieuw album uit en woont een slordige 8000 km verderop en zal je dien ten gevolgde niet zo vaak kunnen zien optreden. Maar dat geldt ook voor Noor, die doorbrak met het nummer Ik Zwaai Het Uit dat zij schreef toen ze haar woonplaats Amsterdam verruilde voor Londen, waar zij nu aan een Music College studeert. Dat zij op 10 september in de Oude Zaal van Melkweg staat, laten we voor het gemak buiten beschouwing. Na wikken en wegen kiezen we unaniem voor Noor.



Haar nummers en niet in de laatste plaats haar stem lenen zich zeer goed om de dag rustig te beginnen. Noor brengt vandaag veel Engelstalige nieuwe nummers ten gehore. Dat zij in Londen studeert, stimuleert haar ongetwijfeld om Engelstalig te schrijven. Doordat Goede Dagen en Jong en Oud ook al invloeden van jazz hadden, mogen we die verandering mogelijk niet toeschrijven aan de taal, maar de Engelstalige nummers zijn ontegenzeggelijk jazzy. Toch merken we dat de Nederlandstalige nummers veel meer binnenkomen. Wat ons betreft schakelt Noor dan ook niet permanent over op Engels. Metro Van de Laatste Rit en slotnummer Ik Zwaai Het Uit, zorgen voor duidelijk voor meer emotie. Wie bestand is tegen kippenvel zal zeggen dat de ochtend rustig is geëindigd en de middag relaxed is begonnen. Wie er gevoelig voor is, heeft zojuist in een rollercoaster gezeten en mogelijk reeds zijn of haar hoogtepunt van de dag op zak.



Minder jazzy, maar niet minder relaxed is even later het optreden van The Delines. De uit Portland, Oregon afkomstige band onder aanvoering van zanger/gitarist Willy Vlautin (Richmond Fontaine) brengt een soulvolle versie van country. Vlautin, die als auteur ook zes boeken op zijn naam heeft is verantwoordelijk voor imponerende teksten, die op even imponerende wijze worden vertolkt door Amy Boone (The Damnations), zoals bijvoorbeeld het nieuwe, nog niet verschenen liedje Maureen’s Gone Missing. Americana meets easy listening, die goed met de ogen dicht is te genieten. En dat kan gerust want visueel is het optreden behoorlijk statisch, maar dat wordt muzikaal gelukkig volledig gecompenseerd. Vooral wanneer Corey Grat zijn trompet laat schallen, krijgen de nummers een extra melancholisch randje. Vanmiddag horen we met name veel nummers van het derde en voor nu laatste album van de band, The Sea Drift, zoals diens albumopener Little Earl. Maar uiteraard mogen bijvoorbeeld ook My Blood Bleeds The Darkest Blue van het gelijknamige album en The Oil Rigs At Night (Colfax) gelukkig niet ontbreken.

De titel van haar laatste album is Dreamer en dus zal het niemand verbazen dat de muziek van de uit Londen afkomstige Nabihah Iqbal vrij dromerig is. Met gemak brengt ze ons in een soort van trance, zodat we als onder hypnose in retrospectief het festival achter onze gesloten ogen voorbij zien trekken. Toch weet Iqbal ons regelmatig naar het ‘nu’ te voeren. Ze zoekt tussen de nummers actief contact met het publiek en ook sommige nummers voelen net even iets intenser, waardoor wegdromen minder eenvoudig is. Neem Zone 1 to 6000 van haar debuutalbum, This World Couldn’t See Us met prettige uptempo beat en eerder Sunflower van haar tweede plaat of nieuwe single Love Won’t Hide You, die terecht goed worden ontvangen. En dan hebben we het nog niet gehad over de bijzondere vertolking van Deftones’ Far Away, die goed blijkt te passen bij de ultra intieme versie van Lilac Twilight. Tussen de bedrijven door vertelt Iqbal dat ze zo blij is met de opkomst, die net als eerder op Lowlands voor haar overweldigend is. Het is best aandoenlijk eigenlijk en het zoveelste bewijs dat artiesten ook maar mensen zijn.


Loom dankzij het verrassende optreden van Nabihah Iqbal blijven we tevreden hangen op de Open Plek, waar het nu wel tijd wordt voor een laatste keer knallen. De recht-toe-rechtaan rock van The Bug Club blijkt uitermate geschikt. Het trio maakt compacte liedjes over alledaagse dingen. Het blijkt precies wat we nodig hebben om op gang te komen voor het slotfeest van het festival. Hoewel het drietal uit Wales qua uiterlijk in niets lijkt op The Velvet Underground, vertoont de muziek wel degelijk overeenkomsten. De enigszins nasale en eentonige zang van zanger/gitarist Sam Willmett wordt aangenaam aangevuld met hogere tonen door bassist/zangers Tilly Harris. Dan Matthews zorgt met strakke drumriffs voor een gedegen muurtje waar Willmett en Harris op kunnen verder bouwen. Puntige riiffjes, een tevreden zoemende bas en korte gitaarsolo’s doen de rest. The Bug Club ramt er in het uur dat hem gegeven is een slordige twintig of meer nummers uit, een mooie potpourri van de drie albums die ze sinds 2021 jaarlijks trouw uitbrachten.


Aan alles komt een einde, ook aan zonovergoten festivals. Maar op Into The Great Wide Open geen einde, zonder slotfeest en geen slotfeest zonder DJ St. Paul. Bovendien draagt dit jaar Joost Oomen een gedicht voor. Het is oorspronkelijk van Baudelaire. De titel van het gedicht: Wees altijd dronken. Alsof er nog aansporing nodig was… De tekst moet u maar eens opzoeken en daar de kenmerkende stem, het enthousiasme en timbre van Oomen bijdenken. Wat een manier om een slotfeest aan te kondigen! Over het feest zelf kunnen we weinig mededelingen doen. What happens on Vlieland stays on Vlieland. Nou goed, dan, een klein tipje van de sluier kan wel: Onder aanvoering van De Heilige van Vlieland, DJ St. Paul, die traditiegetrouw voor de muzikale afsluiting zorgt, kwamen voor een laatste keer de voetjes los en werden ten overvloede de kelen gesmeerd. De rest mag u er zelf bij bedenken, maar neemt u van ons aan, het was magisch!
