Alan Sparhawk grinnikt. „Tja, hoe ga je verder na Double Negative…” Drie jaar geleden sprak MuziScene met Sparhawk en Mimi Parker van Low over hun baanbrekende en door critici bejubelde album Double Negative. Aan de vooravond van het verschijnen van hun nieuwe album Hey What, pakken we de draad van het gesprek van toen weer op. Want hoe ga je verder, als je de grenzen van wat muzikaal mogelijk lijkt al hebt verlegd? Kan het nóg extremer?
Door: Wim du Mortier
Het scheelde maar een haar of de platenmaatschappij had voor de zekerheid een sticker geplakt op Low’s album Double Negative met uitleg dat het zo echt hoort te klinken. Ze waren bang dat mensen de plaat terug zouden brengen met klachten dat er iets mis mee is. Die angst bleek gegrond, want op sociale media verschenen veel vragen over en verschenen berichten van mensen die dachten dat hun stereo-installatie naar de knoppen was en alle kabeltjes controleerden. De extreem gruizige productie verbaasde menigeen, het zorgde voor verwarring.
Critici daarentegen luisterden eerst met open mond naar de het jasje waarin Low hun prachtige liedjes verpakte. En hesen de band daarna op het schild. De durf en de drang te experimenteren, de wil om grenzen te verleggen, oogstte veel lof. Double Negative eindigde hoog in de jaarlijstjes.
Maar hoe ga je daarna dan verder, vragen we Alan Sparhawk. „Tja, wat doe je na een plaat als Double Negative? Ik heb het gevoel dat we met dat album eindelijk door een barrière heen zijn gebroken. In het proces van afwegen hoe ver je kunt gaan, durfden we eindelijk die stap te zetten. Daar waren we erg blij mee toen dat gebeurde, en het was ook voor ons een grote verrassing wat het opleverde. ‘Wauw, ik kan het niet geloven dat deze plaat zo intens is en zo vooruitstrevend’, was onze gedachte. Het was alles waar we op hoopten en meer.”
„Maar, wat was Double Negative dan eigenlijk voor een album? Nou, volgens ons zijn we met die plaat door iets heen gebroken. Alsof we door een deur zijn gestapt en in een nieuwe kamer terecht zijn gekomen. Daar zijn allerlei nieuwe mogelijkheden, het is een nieuw vocabulaire, vol nieuwe niet eerder gehoorde geluiden. Dan is de logische volgende gedachte als je daarna verder wilt, oké, laten we dan verkennen wat er in die kamer is. Wat kunnen we daar doen? Of laten we in elk geval verzinnen hoe we in die kamer waar nog niemand binnen is geweest een grootste entree kunnen maken. En wie weet wat er dan gebeurt. Misschien ontdekken we daar allerlei nieuwe mogelijkheden. Maar het kan ook zo zijn dat die kamer weer naar een andere deur leidt waar je doorheen kunt.”

Bevoorrecht
Alan Sparhawk zit naast Mimi Parker aan een tafel in hun huis in Minnesota. We spreken elkaar via een beeldverbinding. Zo hield het gezin tijdens de pandemie ook contact met fans. Elke vrijdag speelden zij een paar nummers live vanuit hun huis en noemden het Friday In Low-sessies. En zo maakten fans het afgelopen jaar al kennis met nieuw werk dat nu verschijnt op Hey What. En als het al eens om wat voor reden dan ook niet mogelijk was om op vrijdag muziek te maken, dan vertelde Sparhawk wat over hun leven in lockdown. Wie de serie volgde is intussen vertrouwd met de moestuin van de muzikant (zie de video onderaan), zijn San Andreas tomaten, de pompoenen en de oogverblindende rode Japanse lelies. En ook vandaag begint ons gesprek met de tuin. Sparhawk maakt zich zorgen over de ongewone warmte en droogte en staat te popelen om zijn planten water te gaan geven.
„De tuin is gered door de pandemie want ik was er nu eens elke dag om de planten te verzorgen”, grinnikt hij. „Het was therapeutisch om er te kunnen werken en er elke dag mee bezig te zijn. Ook de Friday In Low-sessies hebben ons geholpen om zinvol bezig te blijven. „Ik heb structuur nodig om me te motiveren en productief te blijven”, zegt Sparhawk. „Die structuren vielen plots weg met de pandemie. En dus waren die geregelde sessies op vrijdag handig om uitdaging te bieden en aan nieuwe songs te werken. Ik heb wel een natuurlijke drang om creatief te zijn. Maar als je geen vaste baan hebt, maar alleen een huis en wat klusjes, dan heb je manieren nodig om jezelf te motiveren en meer te doen dan wat er van zou komen als je gaat zitten afwachten tot je er zin in krijgt.”
Sparhawk heeft lang krullend haar en een vlassig snorretje. We kennen hem als een man strak in zwarte jeans maar de lange periode in en om het huis lijkt dat te hebben veranderd. De zwarte jeans zijn verruild voor een kleurige tuinbroek. Wat is gebleven is zijn levendige geest, wat zich soms uit in het springen van de hak op de tak. „Voor de pandemie hadden we al wat nummers geschreven. Toch heeft de pandemie invloed gehad op het maken van Hey What. Het ondergaan van isolatie en het onbekende. Het gevoel dat er voortdurend een zekere dreiging is in de samenleving, of dat nu de ziekte is of onwetendheid of gebrek aan empathie. In deze periode zijn er ook publieke inzichten ontstaan over racisme in onze samenleving. En pogingen om nog eens te kijken naar de historie daarvan in Amerika. En onszelf vragen te stellen als ‘waar hebben we profijt gehad van onze bevoorrechte positie?’”
Sparhawk valt even stil. Racisme, de Black Lives Matter-beweging raakt hem persoonlijk, blijkt uit zijn woorden. En dat brengt hem tot een bekentenis en een knieval. „Er valt altijd weer te leren. Zeker de laatste jaren voor mensen als wij, met onze achtergrond. Ik moet toegeven dat ik veel heb geleerd, en inzichten heb gekregen waarvan ik nu met schaamte moet zeggen dat ik die niet eerder had. Vanwege onwetendheid. Maar ook omdat ik het niet hoefde uit te vinden of te onderzoeken, wat dus precies een deel van het probleem is. Tot nu toe heb ik daar niet over nagedacht of geprobeerd er meer over te weten te komen. En dat is bewijs genoeg dat er een een scheefgegroeide sociale verhouding is in de Amerikaanse samenleving. Mensen realiseren zich nog niet genoeg dat er heel verschillende perspectieven bestaan voor mensen in dit land. Dat er heel verschillende levensverwachtingen zijn. Je weet wel dat het bestaat en groeit op met racisme, je vecht er tegen en probeert het uit jezelf te krijgen. Maar je moet dieper gaan om de subtiele verschillen te zien in de taal en de houding en de geschiedenis ervan. En je realiseren dat er dingen zijn die je ook als individu kunt doen en veranderen.”
Ik leg Sparhawk en Parker uit dat de vonk die in de VS is ontstaan, ook in Nederland leidt tot heftige debatten en zelfonderzoek. Sparhawk weet er van en refereert aan ‘een feestdag met traditionele karakters met een raciale ondertoon’. Hij zegt de indruk te hebben dat er in Nederland eerlijker en openlijker met het vraagstuk wordt omgegaan. „Terwijl er hier nog een heel groot deel van de bevolking is die niet eens de capaciteit heeft om in te zien hoe erg het is of om het probleem te begrijpen. In Amerika is het al een probleem om te zeggen, ‘hee, we moeten hier echt anders over gaan denken’, want dan zijn er direct mensen die dat zien als een aanval op hun realiteit.”
„Ik hoop dat het ons allemaal fundamenteel raakt en verandert”, zegt Mimi Parker concluderend. Sparhawk: „Het doet zeer. En er is een groot deel van jezelf dat niet fout wil zijn, maar ook een deel dat zich verzet tegen het idee dat je dingen misschien verkeerd ziet. Maar je kan het. Ik heb fouten gemaakt en dingen verkeerd gezien. Ik ben gecorrigeerd door mensen om mij heen en dat doet zeer. En nu probeer ik te onthouden dat je zo door en voorbij je angsten kunt komen.”
Komt dit thema ook aan de orde op Hey What?
Sparhawk: „Zeker. In I Can Wait zijn er frasen waarin je naar jezelf kijkt. En je realiseert dat je keuzes kunt maken. Ik kan dit of dat doen. En ik realiseer mij nu dat hier een oneerlijkheid in schuilt. Het feit dat ik ben opgegroeid met de zekerheid dat die keuzes er voor mij altijd zullen zijn, dat is oneerlijk. ‘I can take, I can take, I can take it away, I can give it away, I can leave or stay‘. Dat zijn keuzes die we als vanzelfsprekend beschouwen. Maar er zijn heel veel mensen die deze keuzes helemaal niet hebben in hun leven. En ik denk dat het voor ons uitdagend is om eens te bedenken hoe het is om die keuzes, die vanzelfsprekende zekerheden, niet te hebben in je leven. Dat zal denk ik angstaanjagend zijn. Die gevoelens en zekerheden zijn zo fundamenteel in ons bestaan. Als je je dan realiseert dat er mensen zijn die dat niet hebben. Het gaat verder dan dat mensen gemeen zijn tegen elkaar. We delen dezelfde aarde, hetzelfde land, maar hebben te maken met volkomen verschillende obstakels in ons leven. Dingen waar ik mij nooit zorgen over heb hoeven maken, zijn niet vanzelfsprekend voor anderen.”

Creatieve wisselwerking
Terug naar Hey What en de vraag hoe Low vervolgstappen heeft gezet na hun baanbrekende album Double Negative. Direct duidelijk na het verschijnen van dat album was dat Low de samenwerking met producent BJ Burton wilde voortzetten. Hey What is intussen het derde album dat zij met de producent met wortels in de hiphop (maar ook Sylvan Eso en Bon Iver) hebben gemaakt. En zijn invloed op de sound is groot. Als leek verwacht je dan dat hij de muziek van Low door effecten jaagt en er in knipt en plakt om die extreme sonische ervaring te bereiken. Maar een video van Low (zie hieronder) waarin hij uitlegt hoe hij het gitaargeluid produceert in More, een van de meer extreme tracks op Hey What, roept dan ineens vragen op wat in feite de bijdrage van BJ Burton is. In More wordt het overstuurde geluid hard afgekapt, wat klinkt alsof er simpelweg is geknipt in de opnamen. Maar Sparhawk laat op zijn video zien dat het een pedaal is met een gate, een effect dat geluid als het onder een bepaald geluidsniveau komt, afbreekt. Niks truc van een producer dus, gewoon standaard gitaarapparatuur.
Lees verder na de volgende video
Sparhawk legt uit: „Laten we More als voorbeeld nemen. Ik had het geschreven op akoestische gitaar en al een beetje uitgewerkt, wist hoe de zang zou zijn en ik had al wat teksten uitgezocht. Ook had ik een idee voor het tempo en een begin van een structuur. Toen ik er verder aan werkte had ik net een nieuw synth-pedaal (dat zet het geluid van een gitaar om in een benadering van het geluid van een synthesizer, red.). En ik zei tegen BJ, ik heb gister een sound gevonden die misschien kan werken bij deze song. Dus ik plug in en begin te spelen. En BJ zocht op zijn mengpaneel wat geluiden en joeg het signaal door wat apparaten. Op een gegeven moment ook door een distortion. Oké, dit klinkt cool vonden we allebei. En toen kwam er ook nog een gate bij die het geluid hard afkapt. Ik moet toegeven, werken met BJ bracht ons op het idee een gate te gebruiken. Hij regelde dat in en oké, nu komen we ergens.”
Zo ontstaat in een creatieve wisselwerking dus de sound voor een nummer. Dat inspireert Sparhawk dan weer om het verder in te vullen, en samen met BJ Burton bijvoorbeeld te bekijken waar een nummer nog aanvullende instrumenten nodig heeft, wat accenten met bastonen hier en daar bijvoorbeeld. „Maar de basis er al. En die is in interactie met elkaar ontstaan. Het feit dat ik iemand heb die zijn gereedschap goed kent, helpt mij daarbij te realiseren wat ik in mijn hoofd heb. Hee, kun je een sound maken alsof iets van een berg af rolt en als het op de grond terecht komt dat het klinkt alsof er botten breken? Dan zegt hij, oh, ja hoor, en pffft, hij draait aan wat knoppen, en vindt er dan iets bij. Hij interpreteert wat wij willen, waar we om vragen. Hij gaat aan de slag met waar wij mee komen en denkt mee over hoe dat gaat werken in een nummer. En dan komt Mimi binnen en zegt, wauw, echt? Dat is crazy! Ik ga wel proberen te vinden wat ik kan daarbij kan zingen.”
Toegankelijk
Op Hey What zoekt Low opnieuw de sonische extremen op en worden luisteraars weer getrakteerd op een pot herrie die soms bijna zeer aan je oren doet. Zo eindigt openingsnummer White Horses in een ruim anderhalve minuut pulserend geluid en is het nummer There’s a Comma After Still niet veel meer dan bijna twee minuten pulserende noise.
Een helder verschil tussen Hey What en Double Negative is daarentegen dat de zang min of meer ongemoeid is gelaten. Daar is minder mee gemanipuleerd. In ons gesprek drie jaar geleden proefde je tussen de regels door dat Parker daar ook zo haar twijfels over had. De zang staat op Hey What daarom weer als vanouds voorop. En daarmee blijven die betoverende melodieën in de zanglijnen die Parker en Sparhawk schrijven, fier overeind en maakt Hey What op het oor toegankelijker dan de voorganger.
Parker: „Al vroeg in het proces had BJ een goede manier gevonden om de stemmen op te nemen. En hebben we ook besloten dat de zang meer de focus zou moeten zijn in de opnamen voor het nieuwe album. Dat is een hoeksteen voor ons geworden bij het maken van dit album. Op Double Negative gaan de vocalen soms wat op in de noise. Nu is de zang gewoon heel duidelijk. Misschien maakt dat het wat toegankelijker.”
Sparhawk: „Het klinkt misschien wat romantisch, maar we hebben zelden bewuste gesprekken over de vraag of het wel toegankelijk is en of mensen het leuk zullen vinden. We hebben er zelf een sterke mening over en weten wanneer we er zelf tevreden over zijn. We weten wanneer we iets bereiken dat meer is dan we hoopten. We weten wanneer ons proces bloeit en leidt tot dat soort magische momenten. We weten wanneer dat gebeurt.”
> Lees hier de recensie van Hey What
Een gedachte over “Low gaat waar nog niemand is geweest”