Kurt Vile – (watch my moves) 

(watch my moves) is alweer het negende studioalbum van Kurt Vile. Voorganger Bottle It In uit 2018, dat Rolling Stone op de lijst met “50 beste albums van 2018” noemde, heeft de lat hoog gelegd. Laten we kijken of Vile aan onze hooggespannen verwachting kan voldoen. 

Op het eerste gehoor slaat het charmante raadsel van de indierock, zoals The New York Times Vile ooit omschreef, wat mij betreft de plank mis. De albumopener, Goin On A Plane, is een niemendalletje van tweeënhalve minuut dat doet denken aan een nummer van Kermit de Kikker of diens neefje Robin. Eenvoudige pianomuziek met een half gezongen, half gesproken tekst. Maar “The long-haired poet-king of Philadelphia” herpakt zich daarna op twee overbodige instrumentals, het korte (shiny things) en het neurotische Kurt Runner gelukkig volkomen en dus kunnen we gerust ademhalen. 

Het vijftien nummers tellende album werd voornamelijk opgenomen in OKV Central – Vile’s eigen thuisstudio in de Mount Airy-buurt van Philadelphia. Hij produceerde het zelf met hulp van zijn oude makker Rob Schnapf (Richard Thompson, Elliott Smith). Eenmaal de opener gehad is het album een feest met verwijzingen naar zijn studio en zijn wijk in nummers als Palace Of OKV In Reverse en Mount Airy Hill (Way Gone).  

Single Like Exploding Stars is samen met Bruce Springsteencover Wages Of Sin en hekkensluiter Stuffed Leopard een van de langste nummers van het album en alledrie vechten ze om de eer om als hoogtepunt in onze recensie te worden vermeld. De eerste vanwege de heerlijke whoo-hoo-hoo’s, de tweede vanwege de uitstekende vertolking die wonderschoon mengt met het eigen werk van Vile en de laatste omdat het een voortreffelijke, introspectieve afsluiter is van wat wederom als een meesterwerk mag worden beschouwd. 

(watch my moves) is een levendig en toch ook meditatief album dat wordt voortgestuwd door voor Vile zo kenmerkende relaxte melodieën. Elke songtekst is als een aforisme dat wordt opgefleurd met al dan niet vervormde gitaar of ruisende synth waardoor de indie-rock een ontegenzeggelijke pop-sound krijgt die velen moet aanspreken. Fo Sho is daar een goed voorbeeld van; lekker fuzzy en met een heerlijke beat en fijne breaks. Chazzy Don’t Mind daarentegen is laidback en doet denken aan een willekeurige ballad van Lou Reed, waarop het prettig wegdromen is. 

Naast zijn solowerk heeft Vile samengewerkt met tal van artiesten, waaronder John Prine, Courtney Barnett, The War on Drugs en The Sadies en is hij niet onverdienstelijk te horen op een compilatie van vorig jaar, I’ll Be Your Mirror: A Tribute to The Velvet Underground & Nico. Om het nieuwe eigen album te vieren, begint Vile met zijn begeleidingsband The Violators dit jaar aan een lange Europese zomertour. Het bezige baasje blijft dus druk bezig, maar wellicht kom je hem ergens tegen!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s