Wolf Alice – Blue Weekend

De Britse rockband Wolf Alice maakte duidelijk een ontwikkeling door. Of dat door alle fans wordt gewaardeerd is natuurlijk altijd de vraag, maar bewonderenswaardig is het wel. Voor deze recensie heb ik niet alleen het nieuwe album Blue Weekend beluisterd, maar ook de eerste twee albums van de band. Op het debuut, My Love Is Cool, (2015) was het geluid nog behoorlijk dromerig, zij het dat je toch onmiskenbaar van indierock kunt spreken. Op Visions Of a Life (2017) klinkt de band een stuk harder en alternatiever. Toch wordt die lijn niet doorgezet, want Blue Weekend heeft een onmiskenbaar popgeluid. Daarmee is het album dat werd geproduceerd door Markus Dravs (Arcade Fire, Coldplay) het meest toegankelijk voor het grote publiek. 

Het eerste nummer dat enigszins doet denken aan rauwe nummers als Yuk Foo en Formidable Cool is Smile. We hebben dan al drie nummers gehad, die vaag doen denken aan bands als Haim, London Grammar en Fleetwood Mac. Niet de minsten, maar daar gaat het niet om, want Wolf Alice heeft ook op Blue Weekend voldoende in zijn mars om volledig op eigen benen te staan. En dat zit hem niet alleen in de meer energieke nummers, zoals Smile en het punknummer Play The Greatest Hits, dat direct opvalt, mede doordat zangeres Ellie Rowsell dan weer hysterisch, dan weer als een Japanse punkrockster klinkt. 

Blue Weekend is vooral een veelzijdig album geworden, waarop Rowsell en consorten laten horen dat zij nummers zorgvuldig kunnen opbouwen, waarbij zowel wordt geïnvesteerd in het creëren van intimiteit als van een climax. Een goed voorbeeld is de pianoballade waarmee het album destijds werd aangekondigd, The Last Man On Earth. Een van mijn persoonlijke favorieten, het countryachtige Safe From Heartbreak,  toont zelfs aan dat een climax niet altijd nodig is. Het wordt gevolgd door How Can I Make It OK?, dat gaat over het waarmaken van dromen en dat gewoon een galmend popgeluid heeft, redelijk mainstream klinkt, maar toch dermate meeslepend is, dat het blijft boeien. En datzelfde geldt voor het folky No Hard Feelings, dat zich uitstekend leent voor een akoestische vertolking, maar op het album degelijk met popvernis in de lak is gezet.  

Hebben we daarmee alle stijlen gehad? Bijna, want de funky soul van Feeling Myself schuurt tegen de dromerige shoegaze aan die we kennen van het debuut van de band en dat geldt ook voor slotnummer The Beach II, een prachtige bewerking van openingsnummer The Beach en dat zoals zoveel nummers op Blue Weekend sfeerverhogend werkt. Een instant indie-classic als Don’t Delete The Kisses staat er misschien niet op, maar het zou mij niets verbazen als Blue Weekend hofleverancier wordt van het nog te verschijnen Greatest Hitsalbum van de Britse rockers. Rowsell zingt op Smile “I am what I am and I’m good at it” en dat kunnen we na beluistering van dit album alleen maar beamen. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s