Een paar weken geleden werd er een analyse gepresenteerd over eerlijke vergoedingen voor popmuzikanten. Met lichte tegenzin opende ik de rapportage. Ik vind de fair pay-discussie namelijk best ingewikkeld en ik zag de bui al hangen dat het allemaal de schuld zou zijn van de poppodia en festivals.
Dat bleek veel te negatief gedacht en – achteraf – logisch natuurlijk: Aan de analyse hebben allemaal kundige mensen meegewerkt die precies weten hoe de geldstromen binnen de livemuziek lopen. De conclusie was dat er grofweg 7,8 miljoen euro te weinig is om muzikanten billijk te vergoeden en dat geld is niet op te brengen binnen de popsector zelf.
Als je precies wil weten hoe dat zit, moet je zeker even de rapportage lezen, maar kort door de bocht komt het erop neer dat podia en festivals geen hogere gages kunnen betalen zonder verlies te lijden. Zouden ze dit – al dan niet verplicht – wel doen, zou dit ten koste gaan van het aantal speelplekken dat ze bands kunnen bieden; minder bands krijgen meer betaald. Daarmee ontneem je dus een grote groep artiesten de kans om zich op het podium te ontwikkelen.
Er zijn natuurlijk artiesten die net komen kijken en nog amper een gitaar kunnen vasthouden en er zijn artiesten die door marktwerking (ze verkopen grote zalen uit) een keurig inkomen hebben. Om die twee groepen gaat het in deze analyse niet; het gaat om de artiesten met een redelijke staat van dienst die toch nog steeds niet rond kunnen komen van hun muziek. Precies de groep die zo belangrijk is voor het clubcircuit.
7,8 miljoen euro is een hoop geld, maar het is nou ook weer niet absurd veel. Om wat willekeurige voorbeelden te noemen: de Rabobank besteedde in 2019 ruim 34 miljoen euro aan sponsoring. Adidas, Jumbo en ING waren gezamenlijk goed voor nog eens 45 miljoen aan sponsorgelden. Dat ging voornamelijk om ondersteuning van sport, maar toch… Stel je voor dat we een van hen zo gek zouden kunnen krijgen om jaarlijks 7,8 miljoen euro richting de popmuziek te schuiven, dan zouden we best het een en ander kunnen oplossen. Bijvoorbeeld op (ja, ik heb het vaker gezegd) de Ierse manier, met het basisinkomen.
Dit is een column hè en geen uitgewerkt plan, dus er zullen best nog wat haken en ogen moeten worden opgelost, maar ik stel het me ongeveer zo voor: We kiezen 400 muzikanten uit met die redelijke staat van dienst waarover in de analyse wordt gesproken. Die geven we een basisinkomen van €1.400 per maand. Lopen de optredens goed, of scoren ze ineens een enorme hit, dan mogen ze de extra inkomsten houden tot een maximum van €2.000 per maand, daarboven gaat de helft terug in de pot voor de volgende artiesten.
Als ik goed heb gerekend, blijft er dan nog steeds ruim een miljoen over die kan worden gebruikt om een accountantskantoor te betalen die de boel controleert en 400 artiesten helpt hun administratie op orde te houden. Zijn er heel wat meer mensen aan werk geholpen dan bij de gemiddelde gesponsorde schaats- of wielerploeg en kunnen muzikanten gewoon doen waar ze het beste in zijn.
Nou, wie heeft er 7,8 miljoen liggen? Dan helpen we even een stuk of honderd bands op weg…
Minke Weeda