Paracetamøl – Itch Itch Itch

Uitgeteld lig ik in de ring. Mijn benen willen mijn gewicht niet meer dragen, mijn hoofd tolt. Het is te veel, het was te veel tegelijk, het ging veel te hard.

Beste kans dat je naar adem snakt na het beluisteren van Paracetamøl’s tweede album Itch Itch Itch. Ze geven het dit keer gewoon zelf uit, zoals het hoort, ‘do it yourself!‘ Want dan hoef je je ook aan niks of niemand meer iets gelegen te laten liggen. Al helemaal niet aan de gevoelige oortjes van een zelfverklaard recensent.

Kijk, natuurlijk weet de band uit Arnhem zelf maar al te goed wat voor album ze hebben gemaakt. Niet voor niets worden we voor de furie losbarst toegesproken door een stem van weleer: Are you ready? Dim the lights, lay down in a comfortable position… Maar nog voor die meneer ons echt op ons gemak heeft kunnen stellen, valt de drums in, piepen de gitaren en barst Crowd Seas los. Een sterk gitaarlijntje schildert een melodielijn waar de zang zich nu een helemaal niks van aantrekt. Die zoekt zijn eigen weg, de woorden gescandeerd uitkotsend: Crowd Seas!

Grip Seeker volgt. Een titel die zo op een plaat van Idles past. En ook de punkrocksong zelf zou wat betreft energie en intentie niet misstaan op een plaat van de Engelsen. De beste refreinen zijn simpel en al snel mee te zingen, en daar voldoet Grip Seeker in alle opzichten aan. Maar daar houdt de gelijkenis met Idles natuurlijk ook al weer op. Paracetamøl is veel te garage om in die lijn te passen.

Won’t Belong verrast met een bassound met een stevige chorus, wat voor het gehoord de punk van Paracetamøl direct een soft randje geeft en een tikkie postpunk laat lijken. In Serotonin laat de band het tempo een beetje zakken, en kiezen ze voor een grootser en gelaagd geluid: het maakt de mooie track bijna pompeus, in positieve zin. In energie wijkt Serotonin samen met later volgend Stranger – ook een nummer met meer ruimte voor melodie in gitaarlijnen en zang – af van de algemene teneur op Itch Itch Itch.

Maar na Serotonin is het in Time Chaser alweer hakken geblazen. Na een sterke start van het album volgen een paar liedjes die een beetje een brij dreigen te vormen van energie en noise. Wel hele fijne liedjes om een pit op te bouwen. Dat geldt voor Abyss, Drowning – met weer zo’n meebrul refrein – en in mindere mate Nonduality. Zelfs in het slotnummer is geen plaats voor bezinning of een bloemlezing op de liefde: Mold In Me is een venijnige ultra snelle track die lijkt gemikt op de pit in de concertzaal.

Tien songs gaat het viertal vol-le-dig los. En Paracetamøl laat me doodvermoeid achter, uitgewoond. Als de bedoeling was een harde plaat te maken, zijn ze daar met verve in geslaagd. Maar misschien was het album er iets sterker op geworden met net een tikkie meer nuance, meer kleuren en smaken. Troffen we dat niet iets meer aan op hun sterke debuut Behave?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s