In een openhartig interview met de Britse kwaliteitskrant The Guardian legt Kae Tempest uit hoe zij lang voor zich hebben gehouden non-binair te zijn. Het is verbijsterend om te lezen over de worsteling met de beslissing er open over te zijn. Een bekend en gevierd artiest, omgeven door open en liberaal denkende mensen, zou je geneigd zijn te denken. In zo’n omgeving moet het toch veilig zijn om hierover open te kunnen zijn? Het is opnieuw leerzaam te lezen dat het zo simpel niet is.
De krullen zijn verdwenen, en Kate is nu Kae. Er is meer anders op het vierde album van de Britsen die de prachtige titel The Line Is A Curve draagt. Een titel die krachtig samenvat wat Tempest altijd al doet: met een zee aan woorden je aan het denken zetten, op het verkeerde been soms, altijd intelligent, bedachtzaam, humanistisch, leidend naar nieuwe inzichten. Met een ongekend vuur, en altijd pleitend voor meer liefde, meer empathie; zo oprecht, dat het ontroerend wordt.
In het nieuwe werk van Tempest mag de muziek weer meer spreken. Dat hoor je direct bij de eerste klanken van openingsnummer Priority Boredom: stuwende synthesizerklanken en even later stevige, bijna Massiv Attack-achtige beats zetten het tempo voor hun woordenstroom. Nothing To Prove en episch Salt Coast zijn ook voorbeelden van nummers waarin de muziek een belangrijke bijdrage levert aan de sfeer en de woorden als het ware onderstreept. No Prizes heeft zelfs een refreintje (gezongen door Lianne La Havas) zodat het liedje verdacht veel op een popsong begint te lijken. Don’t You Ever wordt met een gewone bandbezetting gespeeld, een enkele keer horen we op het album blazers. Single More Pressure is zelfs ronduit dansbaar. Ja, ook muzikaal is er weer veel te genieten op Kae Tempest’s album.
Het is goed nieuws, want hoewel Let Them Eat Chaos en The Book Of Traps And Lessons overrompelende mooie vertellingen waren, kreeg de boodschap en de ongeremde ambitie van Tempest om grootse werken te maken, misschien wat veel te overhand. Het werd meer spoken word.
The Line Is A Curve is weer een stapje terug naar hun roots, waar zij met een live band rapten. Op de twee voorgaande werken klonk de voordracht van Tempest ook vaker statig, of misschien zelfs wat archaïsch, als in een Shakespeariaanse voorstelling. Dat hoor je een enkele keer terug op hun nieuwe werk, maar nu als het gepast is, zoals in groots Salt Coast dat je het gevoel geeft alsof je ergens aan de Britse kust op een rots staat en in een storm over de ruige zee uitkijkt. Maar weer vaker horen we Kae Tempest zonder die gespeelde toonzetting, dichter bij henzelf misschien, en dan ligt het voor de hand een verband te zien met hun recente ‘coming out‘.
Het dichtst op hun huid kruipen we misschien in Smoke. We horen ze een bandje inspreken, en ze leggen uit dat ze dit net hebben geschreven, backstage bij een festival. Je hoort het rumoer achter de coulissen terwijl Tempest haar tekst begint te rappen: ‘When I smoke, I remember my mother smoking. There can’t be healing before it is all broken, break me‘. Prachtige vondst in dit nummer is dat het ruw gruizig klinkende bandje overgaat in hifi en aan het einde van dit nummer de rapper ãssia de woorden van Tempest overneemt. Op de plaat zijn er meer gastoptredens, waaronder van DC Fontaines’ Grian Chatten; een samenwerking die niet verrassend is omdat beide artiesten verbonden zijn aan producer Dan Carey (Speedy Wunderground). Carey produceerde het album weer, en Rick Rubin keek over de schouders mee.
The line Is A Curve is misschien wel Tempest’s meest indrukwekkende album tot nu toe omdat het een mooie fusie is tussen muziek en poëzie (maar met literaire kwaliteit) en we een Tempest horen die zelfverzekerder voor de dag komen, zich minder verschuilen achter de preek, zich overgeven aan de vloeiende flow. Het verbijsterend indrukwekkende talent Kate is als Kae pas echt tot bloei aan het komen.