Zo stil als het bijna twee jaar lang is geweest in het ruim van het Rotterdamse lichtschip annex poppodium V11, zo luidruchtig is het twee avonden gevierd dat tijdens de corona-periode op die plek toch muziek is gemaakt. Een groot aantal bands die toen muziek opnamen op het schip, staan nu op het podium om te vieren dat hun werk is uitgebracht op het verzamelalbum Calls From The Hull, Eleven Recordings from the Rotterdam Underground. V11 organiseerde daarvoor een gelijknamig festival. En waarom zou dat geen jaarlijkse traditie worden?.
Als twee avonden festival iets duidelijk maken, dan is het dat de Rotterdamse undergroundscene al die lockdowns glorieus heeft overleefd en nu misschien wel sterker tevoorschijn komt. En natuurlijk heeft het initiatief van V11 daar ook een steentje aan bijgedragen. De horecagelegenheid annex poppodium stelde in de periode dat zij noodgedwongen gesloten waren, de ruimte en apparatuur beschikbaar voor bands om opnames te maken. Het resultaat is te horen op het verzamelalbum en de release daarvan gevierd met een tweedaags festival in hetzelfde ruim.
Geteisterd door sneeuw en bittere koude werd de eerste avond nog wat pover bezocht. Maar misschien geldt ook als verklaring dat deze avond de meer pop-georiënteerde bands hun kunnen laten zien. Op de tweede avond is dat anders. Al vroeg in de avond raken de fietsbeugels op de kade bij het poppodium bezet. Binnen is het aangenaam warm en al snel kunnen de oordoppen te voorschijn worden gehaald bij alle postpunk die vanavond iedereen van de sokken blaast.




Daatura steekt van wal. Het blijft voor rechtgeaarde Rotterdammers een beetje verontrustend om in het Duits te horen zingen, juist op deze plek in de stad. Daatura past het, met hun muziek die zo uit de Berlijnse kelders lijkt te komen. Vulva daarentegen, doet meer denken aan Engelse acts die ooit indruk maakten met grotendeels instrumentale, duistere en sfeervolle noise. Maar die associatie wordt misschien ook opgeroepen door de groteske – en hoewel smetteloos wit heel erg gothic – trouwjurken die het duo draagt. Hoor toch wat je allemaal kunt doen met enkel een overstuurde bas, drums en een backing track met wat geluiden. Sporadisch aangevuld met zang, die soms ontspoort in explosieve emotionele uithalen. Kim Hoorweg en Nadia van Osnabrugge verstaan de kunst om subtiel op elkaar in te spelen terwijl ze hun muziek laten golven van heel hard naar heel zacht. Ze hebben voortdurend oogcontact met elkaar en zijn zo ook in staat het tempo vloeibaar te maken. En tegelijk is het zo Rotterdams als maar kan en dus ook recht voor z’n raap: ‘Het volgende nummer gaat over abortus’. Vulva’s bijdrage aan dit feestje is spannend en indrukwekkend. Dat aan het einde van de set iets in de geluidsketen het onder het sonisch geweld begeeft, doet daar niets aan af.
De naam Knife Massage doet natuurlijk al een beetje vermoeden dat het roer op deze avond opnieuw om gaat. De band met achter de ketels een subliem drummende Bart Hoogvliet speelt niet alleen snoeihard, maar bij vlagen ook snoeisnel. Vol gas en zonder genade smijt Knife Massage een gezonde mix van Ramones-punk en venijnige postpunk de zaal in. Al past ook een nummer gebaseerd op een groovende baslijn in de set en blijkt de band meer te kunnen dan alleen opwindend gooi en smijtwerk.





Tramhaus mag de avond afsluiten. De band is komend festivalseizoen op ongekend veel plaatsen te bewonderen. Waarom dat zo is, etaleert de nieuwe Rotterdamse trots met een ongekend energieke set in V11. Precies het feestje waarmee het publiek het festival hoopte af te sluiten. Er wordt wild gedanst op de undergroundhitjes I Don’t Sweat en Karen Is A Punk. De scherpte en groove waarmee Tramhaus zijn postpunk serveert is ontzagwekkend. Prachtig om te zien en horen met welk speels gemak de band intussen een zaal op zijn kop zet. Natuurlijk, het is een thuiswedstrijd, er staan niets dan vrienden en bekenden in de zaal. Want de Rotterdamse undergroundscene is niet groot maar wel hecht. Maar toch… Nog wat meer van die aanstekelijke en met aandacht voor detail in elkaar gezette melodieuze postpunkkrakers – en blijven opletten dat niet alles op elkaar gaat lijken – dan gaan we daar nog jaren plezier van beleven.
Tramhaus sluit af met het nummer dat op het verzamelalbum Calls From The Hull staat: Night Shift. Een ruw diamantje op een parel van een plaat, opgedragen aan de bloeiende Rotterdamse scene: zoveel maakt het aan het album verbonden festival wel duidelijk. Waarbij wel opvalt dat alles wat ruikt naar postpunk nu in een kring populair is en domineert.
Voor volgend jaar staat er weer een editie in de planning. Want opnieuw is het ruim van het schip gebruikt om bands de kans te geven muziek vast te leggen. En daaruit wordt weer een compilatie-album samengesteld. Het tweedaagse feestje dat nu is gevierd, smaakt evenzeer naar meer. Joh, maak er gewoon een jaarlijkse traditie van en institutionaliseer ook de gelegenheid voor beginnende bands om voor het eerst eigen werk op te nemen. Daar wordt de scene alleen maar sterker van.
Een gedachte over “Postpunk domineert Calls From The Hull-festival in V11”