Het is wel even wennen. Ik moet over een figuurlijke drempel heen, want ik kan me het laatste liveoptreden niet heugen. Rotown ziet er groot uit, nu het niet volgepakt staat met mensen. Normaal was ik niet te porren geweest voor een concert voor 30 man – zittend aan een tafeltje. En dat voor een gig van Iguana Death Cult, een vijfkoppige, grensverleggend eclectische indierockband met een knallende live reputatie. Het was dan ook de bedoeling om de Iguana’s morgen ook mee te pakken voor een volle zaal en een scherpe analyse te schrijven over het verschil tussen de concerten, maar dat zit er om welbekende redenen niet in. Misschien als de bandleden zouden optreden in een F1-bolide, maar goed, laten we die kant niet opgaan.
Foto’s: Govert Kreuk
Het is natuurlijk hartstikke sympathiek van Rotown dat het podium twee soorten concerten aanbiedt. De gedachte erachter is dat het niemand wil uitsluiten. Ook mensen zonder test- of vaccinatiebewijs moeten kunnen genieten van livemuziek. Laat ik dus maar gewoon blij zijn met de setting van vanavond en genieten van deze geboden kans. Want – spoiler alert – wat heb ik genoten! Ik smul ervan dat ik behoor tot de happy few die toegang hebben tot dit unieke optreden. Vanzelfsprekend had ik niet verwacht dat ik bij Iguana Death Cult zou kunnen stilzitten, en dat gebeurt dus ook niet. Natuurlijk blijf ik braaf op mijn plaats aan de bar zitten, maar vanaf de eerste noten bewegen mijn ledematen en mijn hoofd sur place.
Die eerste noten kwamen trouwens van het titelnummer van het succesvolle tweede album Nude Casino en ook voor het vervolg pakten de Rotterdammers trouw aan de opbouw van die plaat door met Brights Lights en Lorraine. Een cynicus zou zeggen: ‘Het was alsof je het album draaide,’ maar niets is minder waar, want Iguana Death Cult had duidelijk een live vibe te pakken. Die vibe is iets ongrijpbaars, maar zorgde ervoor dat nummers als Liquify en Half Fryslan, beide ook van Nude Casino, toch anders klinken. En zo vlogen we door de eerste helft van de set heen.
Vervolgens wordt duidelijk dat de mannen door corona niet bij de pakken zijn gaan neerzitten, want zanger/gitarist Jeroen Reek kondigt monter een vijftal nieuwe nummers aan. Twee daarvan komen binnenkort als single uit, en eager als een stel jonge honden dat de band feitelijk ook is, trapt het vijftal daarmee dit deel van het optreden af. AA (Artificial Afterlife) en Future Monumental liggen beide in lijn met wat we eerder hoorden, maar geven ook meer ruimte aan synthesizer. AA is trager dan de rest, meeslepender, maar Future Monumental bewijst dat de spirit niet verloren is. Even lijkt het erop dat de band maar wat aankloot met een vrolijke intro van percussie en drums door Jimmy de Kok en Arjen van Opstal terwijl er veel gelachen en gebaard wordt, maar dan zet gitarist Tobias Opschoor een lichte riff in en worden we meegesleurd in een nieuwe stroom van de toch al zo veelzijdige muziek van de Iguana’s. Niet veel later wordt ons vermoeden bevestigd dat we getuige zijn van een nieuwe wending in het oeuvre van Iguana Death Cult. Het volgende nummer wordt aangekondigd als dansnummer en dat is het ook; jammer dat het publiek aan zijn stoelen en barkrukken is gebonden… Gelukkig geldt dat niet voor de dames achter de bar en als een van de bardames zich niet kan inhouden, vermoed ik dat we het hoogtepunt van dit concert hebben bereikt. Het percussionistische intermezzo halverwege, dat doet denken aan de opzwepende muziek van Fela Kuti, doet afbreuk aan mijn stelling, maar de bardame was op dat moment even druk met een bestelling, dus zeker weten doe ik het niet.
Ondertussen is frontman Jeroen Reek met een trombone op het podium verschenen. Later leer ik dat hij dit instrument sinds zijn elfde speelt, maar vooralsnog moet ik het doen met de mededeling dat het volgende nummer een cover is van Guus Meeuwis. Tegen beter weten in zet ik me schrap en het valt uiteraard allesbehalve tegen. Meeuwis mocht willen dat hij nummers als Cyka Blyat schreef! De tekst beklijft nog niet helemaal, want op het podium ligt een A4’tje als geheugensteun, maar muzikaal en qua tempo zit het helemaal goed. Het is alsof een herfststorm Tram 4 moet halen en de trombone blijkt niet alleen voor de show. Het nummer culmineert van semi-ska naar een jazzy outro, geholpen door het vertragende basspel door Justin Boer en daarmee rollen we vanzelf in de laatste van de vijf nieuwe nummers, Pusherman, dat niets te maken heeft met de hit van soul- en funklegende Curtis Mayfield.
Dat de nieuwe nummers goed worden ontvangen is natuurlijk hartstikke fijn, maar met Tuesday’s Lament, één van de beste nummers van Nude Casino lijkt toch een einde gekomen aan de show. Jeroen kondigt het aan als slotnummer en het publiek zucht een eensgezind ‘Neeeh!’
Aan de bar droom ik weg: dit kan niet het einde zijn van dit fantastische optreden. Is het werkelijk dat Jeroen vraagt of er mensen zijn die voor deze show hebben gekozen voor hun gezondheid? ‘Nee?’ vraagt hij voor de zekerheid. ‘Dan doen we nog drie slotnummers; en laten we daarop dansen…’ Deze mededeling wordt met gejuich ontvangen, waarop hij voor de zekerheid vraagt of hier iemand op tegen is. Niemand steekt zijn hand op en in no time zijn de tafeltjes verdwenen en staat iedereen vooraan bij het podium. Met gesloten ogen luister ik gelukzalig achtereenvolgens naar lang uitgesponnen en naadloos aaneengeregen versies van Pyramids, Nature Calls en Mutershiff 308. Zo komt debuutalbum The First Stirrings of Hideous Insect Life op de valreep nog aan bod. Wanneer ik mijn ogen open is het iets over half elf en zijn de zaallampen aan. De rollercoaster die Iguana Death Cult heet is gecrasht, want nog een toegift zit er niet in. Niet dat ik daar rouwig om ben – al heb ik Meat Market stiekem een klein beetje gemist – want ik heb genoeg gehoord om reikhalzend uit te kijken naar het nieuwe album en terug te kijken op een geslaagd en zelfs sappig concert.
Ondertussen voelt uitgaan als vanouds en ondanks de persconferentie van vanavond ben ik niet in mineur. Integendeel! Livemuziek gaat nooit kapot; ze krijgen ons niet klein. Ik kijk vol verlangen uit naar een volgende avond waarop we volgens de regels met elkaar een feestje kunnen bouwen. Bands zijn een katalysator om mensen te ontmoeten, zoals een van onze columnisten onlangs al treffend beschreef. Na het concert heb ik diverse bekenden sinds lange tijd weer gesproken – de meesten zaten buiten op het terras – maar nog belangrijker misschien, heb ik ook verschillende nieuwe mensen leren kennen en er een biertje mee gedronken. Iguana Death Cult had ik niet willen missen, maar het gedoe eromheen zeker ook niet.