Tot nu toe zijn we er aardig doorheen gekomen. Natuurlijk, het is zwaar en als we uitrekenen hoeveel dagen geleden het is dat we bijvoorbeeld een dansavond in Rotown hebben gehad, zijn we de wanhoop even nabij, maar toch… al met al houden we ons best goed. Helemaal als je kijkt naar de mensen om ons heen. Mocht die hele pandemie bedacht zijn om verdeeldheid te zaaien, dan is dat aardig gelukt. Mensen zijn boos, bang, maken elkaar belachelijk, of zijn ronduit depressief. Dat valt bij ons nog reuze mee. Al bleek vorige week dat ik toch ook niet helemaal ongeschonden uit de strijd ben gekomen.
Ik liep met een collega over de Oude Binnenweg naar huis. Het was een uur of zes en overal zaten mensen tevreden in het zonnetje bier te drinken. Aan de rand van een terras stopte een man met een fiets. Op die fiets had ‘ie een geluidssysteem dat er in eerste instantie niet heel indrukwekkend uitzag. Op de zijkant van het apparaat was een sticker met ‘Red de horeca’ geplakt. Hij zette zijn fiets tegen een paaltje, rommelde aan wat knopjes en ineens klonk daar het intro van een nummer van Barry White. Zo hard alsof je vooraan bij het hoofdpodium van Pinkpop stond. Een luid gejuich steeg op van alle terrassen en mensen sprongen van hun stoel om rond de tafeltjes te dansen. Heel eventjes leek alles normaal en ik kreeg tranen in mijn ogen. Door Barry White.
Het wordt hoog tijd dat we weer bands kunnen zien in Rotown.
Minke Weeda