Een paar jaar geleden maakte ik een radioprogramma met een paar vrienden. Elke week was er een prijsvraag en elke week werd die gewonnen door Vera Kelderbar. Die prijsvraag was compleet onzinnig en onmogelijk te beantwoorden, dus er heeft nooit een luisteraar daadwerkelijk gereageerd. Dat Vera Kelderbar elke week won, was een eerbetoon aan mijn favoriete plek in het mooiste podium van Nederland.
Natuurlijk zijn er nog veel meer mooie podia in Nederland en ik wil meteen toegeven dat sommige er op het eerste gezicht veel spectaculairder uitzien, maar daar gaat het niet om. Er is geen zaal in ons land waar bands van over heel de wereld zo liefdevol over praten als over Vera in Groningen. En dan doe je iets heel erg goed.
Het zal een combinatie van factoren zijn dat bands zo graag in Vera komen. Dat is nooit aan één ding of persoon toe te schrijven en iedereen die – al dan niet vrijwillig – in Vera werkt, draagt daar aan bij. Maar er is wel iemand die het gezicht en het hart van Vera is en dat is programmeur Peter Weening. Hij werkte daar al toen ik nog op de kleuterschool zat en heeft jaar in, jaar uit zo’n beetje elke band persoonlijk ontvangen. Vorige week werd officieel bekend dat hij in oktober met pensioen gaat. Als je de muziekmedia een beetje volgt, heb je kunnen lezen hoe belangrijk hij al die jaren is geweest voor Vera.
Natuurlijk vind ik het heel jammer dat Peter stopt. Een bezoek aan Vera betekende ook een bezoek aan Peter en hij gaf altijd kleur aan de avond. Het maakte niet uit welke obscure band ik noemde, hij had ze langs zien komen en wist precies te vertellen hoe moeilijk of makkelijk ze waren geweest. Maar hoe geweldig ik Peter ook vind, er is iets wat ik nóg mooier aan Vera vind: de kelderbar.
De kelderbar bereik je via een trap die niet gemaakt is voor schoenen met hakken. Ook op gladde gympen is het uitkijken; op drukke avonden zijn de stenen treden glibberig van condens, of gemorst bier. Als je de tocht naar beneden heelhuids hebt gemaakt, kom je in een soort door kaarsen verlichte grot terecht waar de muziek precies hard genoeg staat. Er spelen regelmatig bands, maar ik vind het ’t fijnste om daar na afloop van een concert te zitten. Op de een of andere manier lijken er altijd alleen maar mensen te zijn die het leuk vinden om over muziek te praten. Het barpersoneel is vriendelijk, maar niet op een Disneypark-manier. Ze laten je met rust, tenzij je wilt weten welke band er op staat, dan drukken ze met plezier een platenhoes in je handen. Het is een andere wereld waarin je het gevoel voor tijd gemakkelijk verliest en je zomaar ineens het ochtendlicht door de raampjes bij de bar kunt zien komen. Logisch dat artiesten daar graag komen.
Ik heb heus weleens slechte bands in Vera gezien, maar ik heb er nog nooit een slechte avond gehad. Hopelijk blijft dat ook zonder Peter zo.
Minke Weeda