Tessa Douwstra, alias Luwten: ’Muziek is een privé-ervaring; een reis die ik zelf wil maken’

„Ik doe een online cursus filosofie. Gisteravond ging het over kunstfilosofie en het idee dat de kunst die je aantrekt een balans herstelt in jezelf. Bijvoorbeeld dat je van binnen heel onrustig bent en kunst zoekt die rust weerspiegelt. Ik hou wel van een bepaalde rust en ordening. Ik vind het bijvoorbeeld fijn om niet meer dan drie kleuren aan te hebben: liefst gewoon één kleur, twee vind ik ook nog wel leuk maar drie is echt de max. En ik kan mij heel erg ergeren als ik rare sokken aan heb. Sommige mensen kunnen daar juist van genieten, maar als ik sokken aan heb die niet bij de rest passen, ook al zie je ze niet, dan zit dat me toch een beetje dwars. Heel raar…”

Tessa Douwstra moet er zelf om grinniken. Ze lijkt op het puntje van haar stoel te kruipen, als we het hebben over haar interieur en, zoals zij het zelf omschrijft, haar ‘Oost-Duitse voorkeur voor kleuren’ ter sprake komt. Nieuwsgierige ogen kijken in het scherm van haar laptop, ze is monotoon donker gekleed, haar pony trekt een smetteloze strakke lijn over haar voorhoofd. Taalvaardig, ze formuleert haar zinnen zorgvuldig, spitsvondig. Aanleiding voor het gespreksonderwerp is het verschijnen van haar tweede album Draft. Een plaat vol rust en regelmaat. Alle onderdelen netjes op z’n plek. De composities lijken minutieus tot in detail uitgedacht. Alleen heel zelden springt er iets uit, maar dat is dan ook met reden. Om zo’n esthetisch wonderschoon album te kunnen maken, zal Tessa Douwstra alias Luwten in haar dagelijks leven toch vast een opgeruimd leven leiden in een smetteloos interieur? Zoiets als het beeld op de hoes van de plaat…

De waarheid ligt, als zo vaak, in het midden. Douwstra zit in haar studio als we elkaar spreken. En de inrichting ziet er teleurstellend rommelig uit; niet het lege minimalisme dat we hadden verwacht. En het beschrijven van het interieur van haar huis blijkt geen goede referentie. Ze woont bij haar vriend (Torre Florim van De Staat, red.) en heeft daar weinig spullen die van haar zijn. Niet representatief dus. „ Ik hou van minimalisme. Ik weet niet waarom, ik denk dat dat gewoon smaak is. Toch weet ik niet of je mijn voorkeur voor rust en ordening terugziet in mijn huis, want dat vind ik dan toch minder belangrijk om te organiseren dan in de dingen die ik maak”, legt ze uit.

„Ik hou wel behoorlijk van opgeruimd zijn, maar als ik aan het maken ben, dan ben ik echt super slordig. Maken is een soort constante opruimdrift. Je bent voortdurend bezig met kiezen, dingen weglaten en dingen weer toevoegen. Maar als ik aan het maken ben, dan ik ben niet per se een heel net persoon. Misschien tegen verwachting in… Ik ben inderdaad een beetje slordig eigenlijk.”

„Er zijn verschillende fases binnen het maken. Waarbij het begin een hele rommelige fase is. Ik probeerde voor deze nieuwe muziek vooraf niet te bedenken wat het moest zijn of welke instrumenten ik moest gebruiken. Dus het was een soort leeg canvas. Om in de analogie met kleuren te blijven: het was niet zo dat als ik een kleur had gebruikt, ik daarna weer netjes het dopje op de tube draaide. In het begin is het altijd een soort chaos. En daarna komt het organiseren van die chaos. Want in die chaos zit een soort verrassing en onvoorspelbaarheid, een speelsheid ook, die je heel graag wilt vangen. En dan kun je daarna wel weer gaan opruimen. Dus ik denk dat ik heel precies ben. Zeker in wat ik wil horen en in welke volgorde, of hoe het eruit moet zien. Alleen gaat er wel een tijd aan vooraf waarin ik dat helemaal niet ben. Helemaal vrij – niet dat ik maar een bepaald aantal kleuren mag gebruiken – en dan gáán. Dat is het ultieme fijne aan muziek maken vind ik. Als je niet aan een genre vast zit of aan een idee hoe iets zou moeten. Dat voelt fysiek ook heel fijn. Bijvoorbeeld in je manier van zingen. Als je meteen al perfect moet zingen, dan wordt het wel heel moeilijk om een interessante melodie te verzinnen.”

Open deur
Voor haar tweede album zou je zelfs kunnen stellen dat Douwstra zichzelf uit haar comfort zone dwong door andere mensen bij het maakproces te betrekken. Haar eerste album schreef zij helemaal in haar eentje, vertelt ze. Daarvoor sloot zij zich een lange tijd van anderen af, om wat ze schreef uiteindelijk met een band op te nemen in een studio. Nu liet ze de fase van het schrijven in isolatie achterwege en vroeg ze andere muzikanten bij te dragen aan de nummers waaraan ze werkte. „Ik was de kapitein en liet af en toe mensen aan boord”, beschrijft Douwstra beeldend.

„Voor dit proces heb ik de deur af en toe open gezet. Ik vond dat nu interessant en dacht ervan te kunnen leren. Ik werkte eerder in afzondering omdat ik het fijn vond. Maar dat sloeg om naar dat ik misschien wel bang was om mijzelf te laten zien of mij in de buitenwereld te begeven. Ik besefte me toen dat mijn identiteit niet ‘Tessa wil altijd alles alleen doen’ kan zijn. Dat hou ik namelijk helemaal niet vol. Het gaat om een balans daartussen.”

Niet voor niets heet de ep die het album vooraf ging Door en het album Draft. Een goed verstaander kan daaruit opmaken dat Douwstra dit keer de deur opende en tocht toeliet in de luwte, ongeacht wat dat teweeg zou kunnen brengen. Een koude rilling misschien… Of invloeden van buitenaf die een duwtje in een andere richting geven.

„Ik dacht eerder dat mijn stem of identiteit iets vaststaand was. Wat ik me nu steeds meer besef is dat het altijd in ontwikkeling is. Nu is het dit, een volgende keer weer wat anders. Dus ik weet ook niet of ik ooit zou kunnen zeggen dat ‘ik mijn stem heb gevonden’. Omdat ik de hele tijd aan het vinden ben. Het is belangrijk geen eindstation te hebben voor je zijn. Dat beperkt je vrijheid. Volgens mij moet je altijd in beweging blijven. En dat is een uitgangspunt voor alle dingen die ik aan het doen ben. Ik wil altijd iets leren maar vooral ook vrij zijn om al die dingen te kunnen onderzoeken. Dat het niet is ‘dit past niet’ of ‘dat kan niet’.”

Foto’s: Eddo Hartmann

Zacht en hard
Alles op Draft klinkt bijna verontschuldigend onnadrukkelijk. Alsof Douwstra achter de knoppen alleen maar dingen zachter zet zodat niets te zeer de aandacht trekt. „Toch vind ik het leuk om daar mee te spelen. In Sleeveless zitten klappen met een ketting die dat juist doorbreken. Maar als mens vind ik het fijn om mijn ideeën niet op te dringen en ik laat de interpretatie graag aan de kijker of luisteraar over.”

Het is haast moeilijk voor te stellen dat zij het leven deelt met een frontman van een band die juist alles nadrukkelijk hard op de voorgrond zet en aandacht afdwingt. Luistert Douwstra wel eens naar harde muziek? „Niet veel. Het ligt er aan wat je doet. Over het algemeen hou ik van repetitie en rust. Maar ik hou ook van St Vincent die je geregeld een klap in je gezicht geeft en je veel te verteren geeft. Het ligt er maar aan wat voor energie je wilt hebben.”

Draft is in Londen gemixt door Ben Baptie. Ik ben een jaar geleden nog net voor de lockdown bij hem langs geweest in zijn studio. Hij draaide die muziek kei- en keihard. En hij zei, ‘zo wil ik het voelen’. Dat is zijn manier. Mijn manier is om een koptelefoon op te zetten. In Londen luisterde hij dus eerst de mix heel hard, zette daarna de speakers uit en kon ik een keertje luisteren op mijn koptelefoon. Voor mij is muziek een privé ervaring. Het is altijd een reis die ik zelf wil maken. En met zo’n koptelefoon op, voelt dat heel vertrouwd en voor mij bekend. Ik maak ook muziek met die intentie: als een privé-ervaring.”

Representatie
Luwten is een vertegenwoordiger van een opvallend sterke generatie Nederlandse vrouwelijke muzikanten. „Ik ben enorm te spreken over mijn vrouwelijke collega’s in Nederland. Er wordt hele mooie muziek gemaakt. En ik ben blij dat het aandacht krijgt.” Douwstra wijst op een bewustwording die is gegroeid sinds er vragen worden gesteld als ‘hoeveel vrouwen staan er eigenlijk op een festival’, of ‘staan er wel een vrouwen in het lijstje beste platen van het jaar’.

„Ik heb het idee dat er nu meer op wordt gelet dat het eerlijk gaat. Misschien dat er daarom nu meer vrouwen de aandacht krijgen die ze verdienen. Ik behoor niet tot de jongste garde maar ben ook niet zo oud dat ik heb meegemaakt dat dat heel anders was. Ik heb in het verleden weleens van een programmeur gehoord ‘we hebben al iemand zoals jij’, of iets in die zin. Ik weet niet of het zo bedoeld was, maar het klonk als ‘we hebben al een vrouw dus we hebben er niet nog een nodig die toch wel hetzelfde zal doen’. Wat natuurlijk een raar idee is. Ik hoop dat dat niet meer gebeurt. Het moet uiteindelijk gaan om wat een artiest doet en niet over het hoofd wordt gezien om kleur of geslacht.”

Zoekende naar een verklaring waarom er nu een generatie vrouwelijke artiesten zich sterk manifesteert, komt Douwstra op het voorbeeld van Charlotte Perriand. Zij werkte in de jaren dertig van de vorige eeuw voor Le Corbusier en ontwierp tal van beeldbepalende producten, maar kreeg daar zelf nooit de credits voor. Omdat zij vrouw was in de jaren dertig die werkte op een groot ontwerpbureau, en dat feit alleen al was vrij ongewoon. „Wij zijn niet allemaal een Charlotte Perriand die aanbelt en zegt ‘ik wil hier werken’. Waarop destijds werd gereageerd met de vraag of zij thuis niet iets beters had te doen. Niet iedereen heeft de ballen of de visie om dat te doen, ongeacht of er mensen zijn die geloven dat jij dat ook kan.” Ook Douwstra is in die zin weleens tegen vooroordelen aangelopen. „Ik heb ook wel eens meegemaakt dat ik aan een knopje van een apparaat zat, en iemand gekscherend zei, ‘oh, ga jij aan dat knopje zitten?’ Wat best demotiverend is als je oprecht geïnteresseerd bent naar wat dat knopje doet.”

„Representatie is super belangrijk”, vat de artieste samen. „Als jij niemand ziet zoals jij, dan denk je niet ‘er is nog hoop voor mij, ik kan dat ook’. Dat inzicht komt door iemand die dat wel doet, die dat wel laat zien.” Als voorbeeld noemt Douwstra het tweede kamerlid van Groenlinks Kauthar Bouchallikht. „Ik denk dat dat heel emanciperend werkt voor alle moslima’s in Nederland die denken dat zij dat nooit zouden kunnen en zich niet gereprerenteerd voelen.”

Zo’n rol vervult in feite ook Tessa Douwstra, alias Luwten: een voorbeeld voor toekomstige generaties vrouwelijke artiesten. „Dat zou ik echt fantastisch vinden, als nog meer vrouwen zich bemoedigd voelen muziek te maken als ze dat willen.”

2 gedachtes over “Tessa Douwstra, alias Luwten: ’Muziek is een privé-ervaring; een reis die ik zelf wil maken’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s