De bandruis vliegt je om de oren als je Acquainted With Night van Lael Neale opzet. De stem is te hard opgenomen en kraakt vervelend in de pieken. Nee, voor een hifi-ervaring ben je hier aan het verkeerde adres. Het liedje Every Star Shines in the Dark zet in met een archaïsch klinkende omnichord, en soort van simpel orgeltje met eigenaardige interface en plastic ritmeboxje. Neale zingt met haar lichte stem een simpele melodie, geen opsmuk, een tweede stem, gewoon haar lichte scherpe stem en de smachtende zinsnede God made man to love someone, I’m gonna love someone.
Die omnichord vervult een sleutelrol. Neale kreeg het apparaat te leen. Het triggerde een stroom van liedjes. De kunstenares, vond kennelijk haar inspiratie, haar stem. Haar liedjes zijn als haar zwart-witte aquarellen: enkel contouren, een uitgeklede brute eerlijkheid, ingekookt tot de essentie, over de mensen, maar bol staand van de ervaringen die in spaarzame taal worden gedeeld.
Slechts een enkele song op het album wijkt qua instrumentatie af. Opener Blue Vain bijvoorbeeld is niet enkel met dat rare instrument opgenomen en is in die zin voor haar doen in feite ongekend geproduceerd. We horen zelfs een gitaar.
Voor de luisteraar is het liefde of afkeer. Het klinkt nu eenmaal alsof je op de rommelmarkt een 75-toeren plaat hebt gevonden die krakend zijn geheim prijs geeft. Daar moet je maar net doorheen kunnen luisteren. Daar met je maar zin in hebben. Toch hoor je als je doorbijt aan de liedjes dat er een ruwe diamant, een oorspronkelijk liedjesschrijftalent, is opgestaan.