Gitariste Yoyoyoshie van de Japanse band Otoboke Beaver stampt demonstratief op het podium van Rotown. Telkens als zij haar voet weer van de vloer van het podium omhoog trekt, klinkt een scheurend geluid. Ze kijkt theatraal boos naar beneden, en barst in lachen uit.

Baf! Met een korte scherpe inhaal van lucht geeft zangeres Accorinrin het teken voor weer zo’n wervelende song, vol idiote wendingen, oer strakke breaks en zanglijntjes om mee te brullen. Otoboke Beaver uit Kyoto maakt zo sinds pakweg 2016 Europese podia onveilig. In die jaren hebben ze een giga live-reputatie opgebouwd. Die begon misschien wel in Nederland na een overrompelend optreden op Lowlands. De rimpelingen daarvan trilden nog jaren na in verhalen over het ongekende vermogen van de vier Japanners om complexe en razendsnelle composities haarscherp uit te voeren. Verhalen evenzeer over hoe ontregelend het bijwonen van een show is.
Daar kunnen we nu eindelijk over meepraten in Rotown Rotterdam. Al eerder prijkten ze op het programma, maar corona gooide roet in het eten. Er stonden vanavond dan ook heel wat mensen in de rij met een bijna vergeeld oud maar nog steeds geldig kaartje, hyperventilerend van verwachting. Hier zijn ze dan eindelijk en ze stellen niet teleur. Alles wat wordt verteld over Otoboke Beaver is waar. Het is als een wervelwind die niemand onberoerd laat. Binnen luttele overrompelende seconden is de eerste pit daar. Razendsnel en rete strak vliegt het viertal door de setlist heen. Voor wie het repertoire niet kent is het opletten geblazen, want waar begint of eindigt nu zo’n nummer eigenlijk? Niet dat onbekendheid met de materie een belemmering is om van deze show te genieten. Het is puur spektakel, vol kunststukjes op bas, gitaar en drums. Horen en zien vergaan je. En de dames – elk gehuld in een bloemenjurk met net een andere kleurstelling – weten hoe zij het publiek moeten vermaken. Continu wordt contact gezocht. En af en toe volgt een praatje in soms lastig te verstaan Engels. Zo leren we dat gitariste Yoyoyoshie heeft genoten van het smaakvolle eten in Rotown – helemaal biologisch, heel lekker, maar ik hou van vlees! – krijgen we les dat we geen sushi maar Japanse maaltijdsoep moeten eten als je echt wilt weten wat Japans eten is, en dat Yoyoyoshie dol is op ‘sloopwaffels’.

Accorinrin steekt haar arm in de lucht en neemt een strijdbare pose aan, helemaal voor op het podium, met haar neus bijna in het publiek. Haar bandmaten nemen een startpositie in, zoals je dat verwacht van een hardloper die elk moment het startschot verwacht voor de 100 meter. Minuten houden ze het vol en Accorinrin kijkt haar publiek strak in de ogen. Het wordt langzaam stil, een enkeling is zo stoer nog iets te roepen maar verstomt ook al snel onder de dwingende blikken. Pas als het muisstil haalt de zangeres kort adem en bam!, daar gaan ze weer. Naar mate het optreden vordert gaat drummer Kahokiss meer en meer uit haar dak. Indrukwekkend drumwerk, ook weer vliegensvlug en met rake klappen. Het zal niet iedereen zijn opgevallen, maar Kahokiss hinkelt licht als zij loopt. Niet lang geleden brak zij nog haar been bij een misstap van een Japans podium. Maar aan niets, werkelijk helemaal niets, is te merken dat zij nog herstellende is.



‘Nog nooit zo’n plakkerig podium gezien’, meldt Otoboke Beaver daags na het optreden in Rotown met een kenmerkende knipoog. Niet dat die wervelwind daaraan is blijven plakken. Daar is Otoboke Beaver veel te intens beweeglijk voor.
In Rotown verzorgde Amsterdams The Klittens het opwarmen. Postpop die aan alle kanten rammelt, maar laat dat nu net de charme zijn van dit gezelschap. En als een distortion pedaal tot de orde is geroepen en die met charmant schoeisel ferm kan worden ingetrapt, laten ze zich van hun beste grof rockgroovende kant zien. Hartstikke leuk.