In de jaren 90 woonde ik vlakbij een boekwinkel. In de etalage hing een Magic Eye-poster. Dat is niet veel meer dan een gekleurd vlak waar je oneindig lang naar moet staren en dan verschijnt er ineens een 3D-afbeelding. Op deze poster was dat een dinosaurus, maar het kan eigenlijk alles zijn.
Als ik langs die boekwinkel liep, stonden er vaak mensen naar de poster te kijken. Sommige mensen haalden na een paar minuten hun schouders op en liepen door, anderen waren door het dolle omdat de dinosaurus was verschenen. Elke keer als er niemand stond, probeerde ik het zelf en na een tijdje was ik zo bedreven in de specifieke manier van staren die nodig is, dat ik ‘m binnen een paar tellen kon zien.
Een tijdje terug kwam het gesprek op kantoor om de een of andere reden op de Magic Eye-posters en ineens leek het een goed idee om daar promotie voor ons festival mee te doen. Oké, toevallige passanten zouden alleen een poster met een gekleurd vlak zien, maar voor de mensen die de moeite namen om zich bijna scheel te staren, zou de datum van Left of the Dial ineens opdoemen. Misschien niet heel effectief, maar wel leuk.
Er bleek nog een programma te bestaan waarmee je zo’n poster kon maken, dus dat scheelde. Het probleem was alleen dat bijna niemand op kantoor de 3D-afbeelding in de poster kon te zien. Alleen de programmeur en mij lukte het en dan nog niet eens altijd.
Wat dus een klusje van een half uur had moeten zijn, werd ineens een proces van dagen. Voor elke aanpassing in het ontwerp moest een van ons twee aanwezig zijn en dan nog was het afwachten of de ogen mee wilden werken, zodat we konden zien of de afbeelding klopte.
Uiteindelijk is het gelukt en konden we de posters in de stad ophangen. Eén persoon liet ons weten dat onze verborgen boodschap was gezien, verder kregen we vooral berichten van mensen die dachten dat we iets verkeerd hadden gedaan. Of dat we ze in de maling probeerden te nemen.
Dat was niet zo, maar ik geef toe: we hebben weleens handigere promotiecampagnes bedacht.
Minke Weeda