„Als publiek zich zo stilhoudt vraag ik mij wel eens af of ze het wel naar hun zin hebben”, vertelt Anna B Savage na haar optreden in de bovenzaal van Paradiso. „Dutch disease? Wat is dat?” Nee, van het fenomeen dat er in de zaal luid wordt gepraat als een band staat te spelen, daar heeft ze nog nooit van gehoord. En dus deduceert ze blij dat het dus een compliment is dat je vanavond van begin tot eind een speld kon horen vallen. „Blij dat je me dat vertelt.”
Savage trekt een publiek dat speciaal komt om haar te zien en ademloos naar haar te luisteren. En dat maakt deze zaterdagavond in Paradiso tot een bijzondere omdat je dat niet vaak meer meemaakt. Als het in fel oranje-rood geklede drietal het podium beklimt wordt kort geapplaudisseerd, maar is het ook onmiddellijk muisstil terwijl geduldig wordt afgewacht tot de muzikanten hun positie hebben ingenomen en het concert kan beginnen. En de rust blijft, enkel onderbroken door enthousiaste reacties tussen de nummers door, maar zelfs dat applaus klinkt verhoudingsgewijs ingehouden, maar is zeker niet minder gemeend.

Dat het publiek zich deze avond rustig houdt is maar goed ook, want Savage is niet van het type dat met een stevig volume iedereen het stilzwijgen oplegt. Nee, kijk naar het drumstel waar vaatdoeken over de snare en floortom liggen. Dat zegt genoeg: de Engelse en haar twee begeleiders spelen relatief zacht en slechts een enkele keer wordt een nummer dynamisch opgebouwd en mag het even iets luider. Als het trio Corncrakes speelt bijvoorbeeld, en naar het einde toe het tempo én volume vervaarlijk omhoog gaan. Maar vaker horen we alleen Savage op haar akoestische gitaar en haar bijzondere donkere stem. En een enkel magisch moment enkel en alleen die stem… Het is zo subtiel en weergaloos spannend dat je je oren vanzelf spitst. Adembenemend.

Wie komt kijken naar aanleiding van Savage’s tweede album In|Flux zal misschien teleurgesteld zijn dat met name de prominent aanwezige blazerspartijen vanavond ontbreken. Anderzijds kun je zeggen dat het publiek wordt getrakteerd op een bijzondere uitvoering van dat werk; een beetje uitgekleed, terug gebracht tot de essentie, met veel nuances en prachtige begeleidende samenzang die de ‘ontbrekende’ instrumenten welhaast doen vergeten.



Het lagere volume doet niets af aan de intensiteit. De openhartige liedjes over liefde, verlangen, lust en haar seksualiteit – ‘I’m here, I’m waiting and salivating‘ – worden doordenkt met passie en rauwe levenslust gebracht. De liedjes staan van zichzelf al bol van de onderhuidse spanning – ze opent de set met The Ghost waarin de bezwerende strofe ‘Stop haunting me‘ centraal staat – en live doet de Engelse er nog een schepje bovenop. Savage gaat volledig op in haar spel en zingt haarzuiver. En de dramatische poses die zij daarbij aanneemt verwacht je eerder bij een heftig rockconcert. Het voelt toch alsof hier voor je ogen een artiest een zenuw openlegt en met zinderende spanning liedjes als Two of I can hear the birds now brengt. Afgewisseld met broodnodige luchtigheid en humor met nummers als Hungry of Feet of clay. En bij swingend en dansbaar In|Flux, waarin ze euforisch bezingt hoe bevrijdend het is om op jezelf te zijn (of misschien toch niet): ‘I want to be alone, I’m happy on my own, please, believe me‘. En ze nodigt die ogenschijnlijk betoverde zaal toch vooral in beweging te komen op het vrolijk huppelende ritme.




Als tijdens een korte stempauze het weer akelig stil blijft in de bovenzaal van Paradiso, doorbreekt Savage de spanning alsof zij een serieuze lezing afsluit: ‘Heeft iemand nog vragen? En verdomd, er zijn vragen. Wat haar favoriete vogelsoort is bijvoorbeeld, geënt op het feit dat vogels niet zelden een hoofdrol spelen in haar teksten. Savage legt uit dat ze nu spijt heeft van het feit dat ze ooit een Bowerbird (Prieelvogel) haar favoriet heeft genoemd. Dat is een vogel die sterk gekleurde dingen verzamelt en die tentoonstelt in het nest, en met een hoop misbaar probeert een vrouwtje te verleiden. ‘Die dan even kijkt en denkt, nah, niks voor mij’.

Savage eindigt na ruim een uur het concert af met The Orange. Zij noemt het haar best geslaagde nummer, ook vanwege de boodschap. En met die humanistische boodschap toont zij verwantschap met bijvoorbeeld Kae Tempest die solidariteit, tolerantie, zachtaardigheid en liefde predikt. ‘Sla eens een arm om iemand heen, hou hun hand vast’, bezweert Savage ons. The Orange sluit ze troostrijk en optimistisch af met de gelispelde woorden ‘I think we’re going to be fine‘.