Vervolg van de samenwerking van filmregisseur-gitarist Jim Jarmusch & en luitspeler Jozef van Wissem, die elkaar vonden voor de soundtrack van Jarmuschs vampierfilm Only Lovers Left Alive. American Landscapes bestaat vooral uit in sferische soundscapes in wat ik als americana-stijl zou betitelen. Waarbij gezegd moet worden dat de grenzen van het genre worden opgerekt richting noise en doom – wat bij een genre dat in de populair-denigrerende volksmond als ‘y’allternative’ bekend staat toch geen enkel probleem moet zijn. Drones, luitklanken, stuivende feedback, broeierige vervorming , roffelende toms, tamtams – o, nee, wacht, ik geloof dat daar toch een grens zit aan de americana. Er zijn trouwens op dit (korte) album geen drums te vinden.
De drie nummers op American Landscapes zijn behoorlijk desolaat. Er spreekt een sfeer uit die zo langzamerhand is ingeburgerd als oer-Amerikaanse filmmuziek, ontwikkeld door Nick Cave en Warren Ellis. En door Neil Young natuurlijk (die ooit de prachtige soundtrack bij Jarmuschs Dead Man maakte). Een van God en mededogen verlaten omgeving. Cormac McCarthy op muziek.
Cleveland leidt het album in met een rondzingende drone, overgoten met feedback gitaar, donkere electronica en Tuva-keelklanken uit een kastje, een donkere atmosfeer die op driekwart bruut wordt afgekapt door de luit van Van Wissem, die daar een nogal stijl thema overheen legt. Is het de Heilige Geest die neerdaalt? Is het de mens die zijn entree maakt? Hoe dan ook: ogenblikkelijk is de betovering weg. Van Wissems spel weigert melodie of textuur te worden, zodat het niet of nauwelijks mengt. Het blijven twee werelden naast elkaar, of liever: luitspel overrules drone.
Akron volgt hetzelfde patroon, zij het nog radicaler. Ook hier aan de ene kant electronica/drone, rondzoemende feedback en orgelklanken, en aan de andere de luit van Van Wissem. De plaats Akron is voor mij voor altijd verbonden met de hoes van de Akron Compilatie-lp van Stiff waar je overheen kon krassen om dan een verbrande rubbergeur aan je vinger te hebben hangen, dit lijkt de muzikale vertaling ervan. De halverwege invallende luit heeft bovendien zo’n totaal ander harmonie dat het je er misselijk van wordt. Misschien is het een tribute aan de vergane glorie van de bandenindustrie, maar deze spoel ik zo snel mogelijk door.
Titelnummer American Landscapes tenslotte is een 20 minuten lange omzwerving over verschillende vlaktes, keurig gescheiden door een witvlak (of, voor wie Jarmuschs vroegste films kent, een zwartvlak). Klassiek samenspel tussen gitaar en luit, dan een solo van een luit die zich nadrukkelijk voordoet als etude, waaroverheen de overstuurde gitaar zijn ding doet, waarna het klassieke samenspel weer terugkeert.
En het vreemde is: wanneer de gitaar invalt stroomt de sfeer binnen. Alsof die het patent heeft op gevoel, tegenover het steriele getokkel van de luit (misschien wreekt zich daar de afwezigheid van vrijwel elke melodie of opbouw). Dat is jammer. Als de hele plaat vol had gestaan met de vage, onheilspellende soundscapes was het een interessante toevoeging geweest aan de uitdijende bibliotheek van bezongen plaatsnamen. Maar misschien hebben ze het proces omgedraaid en komt binnenkort de film uit waardoor alles op z’n plek valt. Laten we het hopen, want op zichzelf is American Landscapes een maar matig geslaagd experiment. Zoals Amerika zelf, dat dan weer wel.