Bijna verontschuldigend kondigde Maxïmo Park’s Paul Smith een poosje terug de naam aan van een nieuwe samenwerking die hij is aangegaan. Nu blinkt die ook niet uit in vindingrijkheid. Of misschien daarom juist wel. Paul Smith komt uit het gure noord-oosten van Engeland. Daar reikt hij wel vaker uit naar muzikanten uit zijn directe omgeving. Zo maakte hij met Peter Brewis – een van de broertjes Brewis die onder de naam Field Music albums vol hoekige songs maakt – al eens een werkelijk prachtig album gebaseerd op notities die Smith tijdens zijn reizen maakt Frozen By Sight. En vanuit Newcastle Upon Tyne is het maar een klein stukje rijden naar het Engelse platteland waar The Unthanks – gebouwd rond de fantastische zangstemmen van de zusjes Unthank – hun betoverende en op folkmuziek gebaseerde composities uitdenkt. Met een van de zusjes, Rachel, maakt Smith nu een diep, diep in Engelse traditionele muziek geworteld album Nowhere and Everywhere. De naam van de samenwerking? Unthank : Smith. En achter de knoppen bij het maken van dit album: David Brewis, dat andere broertje van Field Music.
Voor fans van The Unthanks mag het een blinde aankoop zijn. De tien liedjes op het album schuren dicht aan tegen het werk van de folkmuzikanten. Net als hun muziek draait de muziek van Unthank : Smith om de samensmelting van twee stemmen. Twee stemmen die niet automatisch goed combineren. Rachel Unthank zingt zachtaardig, met veel lucht in de tonen. Smith’s stem is helder, scherp, snijdt als een warm mes in de boter door de indie van zijn Maxïmo Park. Maar snijdt op dit album ook bijna de bijdrage van Rachel Unthank aan stukken.
Ben je eenmaal gewend aan de soms wat ongemakkelijke combinatie van de twee stemmen, dan komt de pure pracht van de liedjes vol door en valt het aanvankelijke bezwaar weg. De schoonheid van deze plaat gaat schuil in de onconventionele vertolking die de twee geven aan de traditionele roots van deze muziek, die een mix is van zelf geschreven materiaal, covers, bewerkingen van liedjes van anderen of een uitvoering van een ‘traditional‘.
Ze zingen alleen met een licht accent, minder sterk dan wat je verwacht bij een streekgebonden plaat als deze. De instrumentatie past bij een folkalbum maar af en toe komen er ook klanken langs die je niet vaak hoort, zoals de zware noisy gitaar in verder liefelijk O’ Mary Will You Go. Of de bijna krautachtige herhaling – als een mantra – van een strofe in Seven Tears, een nummer dat bijna hypnotiserend gaat werken. Zo vormt het album een mooie mix van melancholieke traditionele Engelse liedjes die naar het hier en nu zijn getrokken. Liedjes waar je het harde leven in het ruige landschap terughoort, en natuurlijk zijn er referenties aan het verdriet over de krassen die de Eerste Wereldoorlog trok in de Engelse ziel. ‘I was with Robert Kay the day he was killed’, vangt het liedje aan, dat Smith schreef voor de 100 jarige herdenking van die oorlog in het dorpje Stockton-On-Tees ter herinnering aan de mensen die er niet terugkwamen. Smith werd getroffen door het verhaal van soldaat Robert Kay, zoon van de eigenaar van de plaatselijke pub The Spread Eagle in Dovecote Street. Kay viel enkele dagen voor hij naar huis had mogen gaan.
Fans van Smith zullen vergeefs zoeken naar indie-invloeden. De gepassioneerde zanger transformeert van een springerige rockzanger in een troubadour en geeft zich helemaal over aan zijn roots. Dus dan luidt het advies: eerst maar eens luisteren… en je laten meevoeren in de trend in Engeland waarbij traditionele muziek opnieuw in de belangstelling komt te staan.