Als een grootheid als John Cale op tachtigjarige leeftijd nog een nieuw album presenteert, dan word je toch nieuwsgierig. Dan denk je aan Johnny Cash die aan het eind van zijn leven toch nog mooi en ontroerend werk maakte, ook al waren het niet enkel originele eigen nummers. Dan hoop je nog eens onderuit getrokken te worden door die buitenaardse stem van Cale.
Op het eerste oog is Mercy een interessant album vanwege de eigenzinnige keuze voor samenwerkingen van Cale. Op het album maakt hij liedjes – al is dat misschien niet de juiste benaming voor de twaalf lang uitgesponnen in hoge mate elektronische tracks – met onder andere Weyes Blood, Sylvan Esso, Animal Collective en Fat White Family. Ja, goede smaak kun je de man niet ontzeggen, geenszins doorsnee.
Maar luisterend naar Mercy zou je allereerst de mensen achter de knoppen een schop onder hun kont willen verkopen. Dan hebben we nog een kans om die fantastische en door de tijd getekende stem van Cale vast te leggen, maar verstoppen ze hem in de mix en achter een mist van reverb; alsof elk nummer is opgenomen in en immens stadion en de microfoon in de wc is neergezet. Wat doodzonde. Je zou elke vezel in de stembanden willen horen, het ruisen van de lucht in zijn keel. Zo close opgenomen als de betamelijkheid maar toestaat. Maar niets van dat alles. Eerder klinkt het alsof met effecten de rimpels juist zijn gladgestreken. Ook de samenwerkingen komen maar dunnetjes in de mix aan de orde. Alle menselijke klanken gaan schuil achter modern klinkende elektronica, waarmee Cale in elk geval wel zijn reputatie eer aandoet als man die met zijn tijd meegaat en nooit eenzelfde album maakt. Zijn naam houdt hij ook hoog in de onderwerpen waarover hij zingt: Cale is een man die op de hoogte is van wat er op de aardbol speelt.
De overheersende eerste indruk is er een van teleurstelling. Gelukkig is er nog afsluitende track Out Your Window. Over de klanken van een staccato aangeslagen piano horen we Cale dan echt nog zijn longen uit zijn lijf zingen, en ontroert hij nog één keer.