Richard Dawson – The Ruby Cord

De Engelsman Richard Dawson is zo’n zeldzame originele denker, eigenzinnig, oorspronkelijk. Noem ‘m gerust de Terry Pratchett van de alternatieve popmuziek: zo’n titel verdient hij met zijn sprookjesachtige albums. Onlaqngs schreven we nog over het prachtig barokke album Henki dat hij maakte met de Finse band Cricle. En met The Ruby Cord reikt hij in zijn stijl naar nog grotere hoogte. Want waarom zou je een nieuw album nu eens niet beginnen met een nummer van ruim 40 minuten? En waarom zou je daarbij niet eens in samenwerking een film – in de filmwereld heet het dan grappig genoeg weer een ‘korte film’ – maken die je voor de release van je album in bioscopen verspreid over het Verenigd Koninkrijk laat zien? Allemaal spruiten uit het brein van een unieke muzikant.

The Ruby Cord start met een dikke elf minuten improvisatie op drums, gitaren en viool. Een beetje vaag jazzy doet het aan. Tot Dawson plots na het sfeerrijk gerommel op de instrumenten begint te zingen. Als je zijn werk kent, weet je wat je te wachten staat. Dawson is niet alleen een uniek componist, maar zijn zang is ook uit duizenden herkenbaar. Hij zingt met een ijle en soms wat onzeker trillende kopstem. De teksten rijmen niet en passen dus niet in een poptemplate, maar vormen een soort van op toon gezette vertelling.

Het loont de moeite te proberen zijn teksten te proberen te volgen. Want Dawson heeft ook wat te vertellen. The Ruby Cord is het slotstuk van een drieluik, samen met de eerder verschenen albums Peasant en 2020. Met deze albums reist Dawson door de tijd. Peasant begint is het verre verleden, 2020 behandelt de tegenwoordige tijd en The Ruby Cord vertelt over hoe het in het brein van de Engelsman zal zijn in de verre toekomst. Hoofdlijn daarbij is dat hij denkt dat we allemaal op gaan in onze eigen virtuele wereld. En toch lijkt het verdacht veel op hoe het verleden in Peasant er in zijn ogen uitzag.

Oké, is het dan een soort hoorspel of musical? Nu ja, daar heeft het misschien wel wat van weg. Maar dan wel vervat is een heel smakelijke sound. Openingsnummer The Hermit schakelt bijvoorbeeld na een minuut of 15 om naar wat je pure postrock zou kunnen noemen met bijpassende sound. En dan ontvouwt zich pas de troef in de muziek van Dawson: zijn ongelofelijk gevoel voor prachtige melodieën. Na de veertig minuten durende opener ben je op dit album nog lang niet klaar. Er volgen nog zes nummers die soms ook nog weer in de 10 minuten lopen. En het vervolg staat werkelijk bol van de geweldige meeslepende muzikale stukken. En gelukkig zijn de nummers soms lang genoeg dat je de melodie die in het begin wordt geïntroduceerd al tegen het einde al kunt meeneuriën. Neem nu Museum, dat gevoelig begint – op een wijze waar Sufjan Stevens nog een puntje aan kan zuigen – maar uitloopt in een euforisch door een koortje en elektronica ondersteund slotstuk. Werkelijk subliem. Of neem The Tip of an Arrow dat klinkt als een avontuurlijke trip door ‘Middle Earth‘.

The Ruby Cord is een aanrader voor wie het lekker vindt eens voor een plaat te gaan zitten en houdt van avontuurlijke muziek op het snijvlak van altcountry, folk, indie- en postrock.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s