Joe Pug – Nation Of Heat (Revisted)

In 2008 verscheen de akoestische ep Nation Of Heat. Destijds was Joe Pug een college drop out, die als timmerman zijn brood verdiende. Als 22-jarige nam hij tussen de bedrijven door nummers op. Later zou hij Nation Of Heat als een demo beschrijven, maar daarmee doet hij het meesterwerk eigenlijk te kort. Inmiddels is hij bijna 40 jaar en begon het aan hem te knagen hoe Nation Of Head ook had kunnen klinken. Hij besloot daarom tot een remake zonder een enkele akoestische gitaar en met een volledige band die hem begeleidt. 

Nation Of Heat Revisited kan als een compleet nieuw album worden gezien. Niet alleen is de volgorde van de nummers anders, ook de muziek is dus volledig gearrangeerd. Minder Bob Dylan, meer Steve Earl. Nog steeds op en top Amerikaans, een geslaagde kruising van folk, roots en country.  

Meestal gaat het andersom en wordt een succesvol album uitgekleed en als naked, of akoestische versie met wisselend succes op de markt gebracht. MTV bedacht er zelfs een format voor. Toch lijkt deze heruitgave geen marketingstunt, maar ontstaan uit oprechte belangstelling naar hoe het ook had kunnen zijn en dus steekt hij eenvoudigweg zijn boodschap van oprechte verontwaardiging over hypocrisie en onrechtvaardige tweedeling in de samenleving in een nieuw jasje. De protest-songs blijven fier overeind staan en zijn helaas nog steeds even actueel. 

Net als het origineel opent hij met Hymn #101. Drums die soms een drafje lijken te verbeelden en ijle slidegitaar verlevendigen de folkballad. Brandon Flowers (The Killers) is te horen als achtergrondzanger. Nobody’s Man blijft krachtig overeind, alsof het nummer altijd zo bedoeld is. Op I Do My Father’s Drugs keert in tegenstelling tot akoestische gitaar wel mondharmonica prominent terug. Het start nu echter met een synth-intro, gespeeld door Derry deBorja van de 400 Unit-band van Jason Isbell. Hymn #35 heeft zijn oorspronkelijke plek behouden en wordt gevolgd door een countryversie van Call It What You Will, terwijl Speak Plainly Diana een make over in de geest van Bruce Springsteen lijkt te hebben gehad. 

Slotnummer is wederom het titelnummer. Pug trapt het af met het kenmerkende mondharmonicageluid, waarna wederom vooral opvalt hoeveel meer hij een zanger is geworden sinds hij het album zestien jaar geleden in eigen beheer uitbracht. The angry young man, die vooral zijn teksten leek te declameren, zingt ze als bijna veertigjarige en dat is de grootste winst van dit album, dat een absolute aanrader is voor liefhebbers van integere en doorleefde americana. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s