Een half uur voor sluitingstijd kwam er een jongen bij de dj-booth staan die duidelijk iets wilde vragen, maar een beetje onzeker leek tot wie hij zich moest richten.
Als je met een dj-collectief draait, richt 99% van de plaatjes-aanvragers zich tot de mannelijke dj. Ook als die nog zijn tas aan het uitpakken is, een koptelefoon op heeft, of een broodje naar binnen staat te werken. Dat maakt allemaal niks uit, het gros van de mensen gaat ervan uit dat je voor muziek gerelateerde vragen de man moet hebben.
In dit geval was er geen mannelijke dj aanwezig, dus ik snapte de twijfel best. De kans dat vrouwelijke dj’s je favoriete plaat kennen, is natuurlijk onwijs klein. Uiteindelijk besloot hij zijn vraag maar zo hard mogelijk in onze beider richting te schreeuwen.
‘Jullie zouden iets van Depeche Mode moeten draaien.’
‘Dat hebben we al gedaan.’
‘Een van de bandleden is deze week dood gegaan, dus dat zou wel een mooi eerbetoon zijn.’
‘Ja, Andy Fletcher… maar dat hebben we dus al gedaan.’
‘Dat was de toetsenist van de band. Wel echt goeie platen hoor.’
‘Zeker, daarom hebben we vanavond al iets van Depeche Mode gedraaid.’
‘Ha, maar dan vast een van hun hits, terwijl ze veel betere dingen hebben gemaakt, maar goed, dat zal van voor jullie tijd zijn.’
‘Dat zou heel goed kunnen, we kunnen niet alles kennen hè…’
Even later startten we een van de laatste nummers van de avond in. Van een artiest die dit jaar op Left of the Dial staat. Geen cover, gewoon echt een eigen, originele, gloednieuwe single.
De jongen danste stuiptrekkend langs de dj-booth.
‘Goed gedaan dames, Depeche Mode!’
Hij stak zijn duim omhoog en wees op de mensen die op de dansvloer stonden te springen.
‘Ik zei toch dat het zou werken.’
Ik wilde wat zeggen, maar hij danste verder en schreeuwde over zijn schouder:
‘En dan ook nog eens zo’n lekker obscuur nummer, deze hoor je niet vaak hoor!’
Minke Weeda