Dat artiesten niet al te best worden behandeld op The Great Escape verbaasde me niet echt. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar over het algemeen staat Engeland nou niet bepaald bekend als een land dat heel liefdevol met optredende artiesten omgaat. Toch heb ik het afgelopen weekend een paar keer mijn wenkbrauwen heel hoog opgetrokken toen ik de verhalen hoorde van artiesten die op het festival in Brighton speelden.
Bij verschillende zalen stonden bordjes op de bar met de mededeling dat artiesten bij hun bestelling moesten vermelden dat ze kwamen optreden. Ik dacht nog dat de organisatie wel heel erg vol vertrouwen was; kennelijk hoefde je alleen maar te roepen dat je in een band zat en er werd voor je gezorgd. Ik had er niet verder naast kunnen zitten. Een gitarist legde me uit dat je sowieso moest betalen, ook als artiest, ze wilden alleen weten of je kwam spelen, zodat ze je drank in plastic bekers konden schenken in plaats van glas.
Goed, je zou nog kunnen denken dat dat voor de veiligheid is of zo, maar elke muzikant die we daarna spraken, vertelde verhalen over hoe weinig medewerking ze kregen vanuit de organisatie. Het geluid was op veel plekken zo slecht dat je niet veel meer hoorde dan drums en wat geruis. Op al die plekken stonden er piepjonge mensen een beetje glazig naar de geluidstafel te staren alsof ze al die schuifjes voor het eerst zagen. In zalen waar het geluid wel goed was, stonden overduidelijk ervaren mensen achter de knoppen, maar die hadden kennelijk geen geld gekregen om de nieuwe krachten behoorlijk in te werken.
Op vrijdagavond tweette Billy Nomates dat zij ongelooflijk teleurgesteld was over haar optreden op The Great Escape. Ze had geen eten of drinken gekregen, geen fatsoenlijke kleedkamer en geen handdoeken. Er was niet eens een flesje water voor tijdens het optreden. Haar microfoon werkte niet en er was helemaal niemand vanuit de organisatie om haar te helpen. De show was zo slecht betaald dat het haar alleen maar geld had gekost. ‘Dit was een muziekindustrie showcase, als je zo wordt behandeld door die industrie, is dat een duidelijke boodschap over hoeveel ze je waard vinden,’ voegde ze er verdrietig aan toe.
Iemand reageerde op haar bericht dat showcase festivals altijd ellendig zijn, omdat je vooral voor muziekindustriemensen staat te spelen, die heel hard tegen elkaar staan te schreeuwen over van alles en nog wat en overal in geïnteresseerd lijken te zijn, behalve de muziek. ‘The Coke Blokes’ noemde die persoon ze. Goeie omschrijving, dacht ik en het werd me ineens duidelijk waarom er zo was bezuinigd op goeie geluidsmensen; voor de Coke Blokes hoef je al die moeite niet te doen, die luisteren toch niet naar de band.
Ik zou nu heel graag zeggen dat we dat als Nederlanders een stuk beter doen. Dat is maar ten dele waar. Zo bont als The Great Escape het maakte, heb ik het nog niet gezien in Nederland, maar ik heb er ook bij gestaan toen er tijdens een showcase festival in het buitenland, op een door een Nederlandse organisatie gehoste avond, alleen gratis drank en etensbonnen werden uitgedeeld aan ‘de professionals’ en niet aan de bands. Het ergste was dat dat zo letterlijk werd gezegd. ‘Professionals’ zijn mensen die in de muziekindustrie werken en muzikanten… tja, dat zijn muzikanten, die krijgen al ‘exposure’ en die hoef je niet te paaien met gratis drank hè? Die mochten een uurtje later spelen voor de schreeuwerige – in dit geval – Whisky Coke Blokes.
Of The Great Escape ook gratis drank aan muziekprofessionals geeft, durf ik niet te zeggen. Misschien wel, maar dan in elk geval niet aan ons. Als er al zo’n feestje was, waren wij niet uitgenodigd en dat is maar beter ook. Ik had het achteraf heel moeilijk kunnen verkroppen dat wij daar vrolijk werden gefêteerd, terwijl we even later zouden horen dat artiesten nog niet eens een flesje water krijgen.
Een betere wereld begint bij jezelf, dus met ons Left of the Dial-festival doen we er alles aan om het de artiesten en het publiek naar de zin te maken. Alleen komen we nu op het punt dat de aanwezigheid van zoveel mogelijk artiestenmanagers, platenmaatschappijmedewerkers, boekers en programmeurs ons festival nog waardevoller kan maken. Die mensen helpen de bands die het goed doen op Left of the Dial aan meer werk, of aan shows op andere plekken. En dat is voor artiesten toch van groot belang.
Tot nu toe kwamen alleen de leukste mensen uit de muziekindustrie op ons festival langs. Als er nog veel meer komen, is de kans natuurlijk groot dat daar Coke Blokes tussen gaan zitten en daar heb ik geen zin in. Zelfs al kunnen ze nuttig zijn voor de bands, ze zijn ongelooflijk irritant voor het publiek. Misschien moet er dus maar een ballotagecommissie komen. Niet elke band kan zomaar op Left of the Dial spelen, waarom zou elke willekeurige muziekprofessional dan wel welkom zijn?
Minke Weeda