Raar plaatje, dat Second Nature van Lucius. De band rond de zangeressen Jess Wolfe en Holly Laessig komt van oorsprong uit Brooklyn – die plek waar je eclectisch ingestelde bands verwacht – maar zijn intussen verkast naar het ‘lucious‘ LA. En weet je, daar past hun barokke muziek eigenlijk ook wel heel goed. Want het laveert tussen vette disco, via Lionel Richie-waardige ballades tot – bijna – indiepop liedjes. Eigenlijk te gek voor woorden.
Second Nature heeft door die diversiteit wel een mooie spanningsboog. De plaat begint met echt heerlijke vette disco waar !!! zich nog niet voor zou schamen. De geiligheid druipt er vanaf. Titelnummer Second Nature doet het ook vast goed op de dansvloer, als iedereen al even een drankje of twee achter de kiezen heeft. Het is pure glitter en glamour en single Next To Normal doet daar niks voor onder. Daarna wordt stapje voor stapje afscheid genomen van de discoritmes en worden het meer liedjes waar de twee dames de keel op schor zingen. Ja, die stemmen. Die vormen de constante factor op het album. Niet per se mooie samenzang, maar hartstochtelijk, op vol volume, als soul toen soul nog echte soul was. Dan beweegt het album zich richting indiepop via tracks waarvan je in de jaren zeventig had gezegd dat het commerciële muziek is: gelikt en liedjes rond goedkope emoties. En uiteindelijk eindigt het na tien nummers met White Lies, dat een soulvolle ballade is, bijna plastic, zo vet dat je er aan blijft plakken.
Is het kemp? Ja hoor, maar heel knap gemaakt en door de spanningsboog in het album ook even eigenaardig als prettig om naar te luisteren. Lucius, het lijkt op een fluwelen badjas die je koestert terwijl je semi-sexy met je zonnebril op de bank hangt, maar dan in een hele, hele foute kleur. Had het misschien toch beter ‘Lucious’ kunnen heten…