In de film Boogie Nights van regisseur Paul Thomas Anderson wordt een beeld geschetst van de danscultuur in de jaren zeventig. Hoofdpersoon is een pornoacteur, wiens lid een omvang heeft waarvan de tegenspelers de hele film lang telkens weer van verbazing omvallen. At The Hotspot waar Warmduscher bij herhaling over zingt op hun buitengewoon onderhoudende nieuwe album, had prima kunnen figureren in die film. Als een ‘titty bar‘ waar kalende personen van bovengemiddelde leeftijd zich verlustigen aan het barpersoneel dat met ontbloot bovenlijf zijn werk doet. In Wild Flowers hoor je zo’n meneer schijt hebben aan zijn dagelijkse verplichtingen en zich al verheugen op zijn bezoek aan The Hotspot.
At The Hotspot van Warmduscher; het is smerig, vunzig, vettig, een klodder mayo op je nieuwe trui. Als de pornoboekjes die je vindt in het nachtkastje van je vader, alsof je getuige bent van je ouders die elkaar te luidruchtig liefhebben, als de smeerboel die een onbekende ongevraagd vochtig in je oor fluistert, pilotenbrillen, als een geile Calvinist, of een leren bank die vettig aanvoelt na jaren misbruik. Maar ja, wie houdt er nu niet van af en toe een warme douche?
Het is een fijne lijn tussen kemp waar het glazuur van van je tanden springt, of ‘tongue in cheek‘ kemp die absurd grappig is en bovendien muzikaal razend knap in elkaar steekt. De kemp van Warmduscher behoort tot de tweede categorie. At The Hotspot staat vol vet geproduceerde dansbare tracks vol muzikale grappen en grollen en de ronkende praatzang van Craig Louis Higgins Jr. Het is disco met een twist, en heel af en toe hoor je de postpunk-wortels van de band uit Londen terug: in stampende tracks waarin in plaats van een gelikte plukbas dan eens wordt gekozen voor overstuurd instrumentarium; Hot Shot bijvoorbeeld, of Twitchin’ In The Kitchen. At The Hotspot is daarom een feest om naar te luisteren en, vooruit dan maar, ook om af en toe een sexy dansje op te maken.