Harlem Lake – A Fool’s Paradise vol. 1 

‘Onnederlands goed,’ typeert programmamaker Johan Derksen de band Harlem Lake rond toetsenist Dave Warmerdam, gitarist Sonny Ray en zangeres Janne Timmer. Je kunt van alles vinden van het Orakel uit Grolloo, maar de snor heeft hier wel een punt. Trouwens, never judge a book by it’s cover, Derksen bezit nu eenmaal encyclopedische kennis over blues. Bovendien stond Harlem Lake in het voorprogramma van Walter Trout en dat is zo mogelijk een nog betere aanbeveling. 

Tja, wat kan je toevoegen aan de blues? Het genre stond aan de wieg van rock ‘n roll, R&B en onze hedendaagse popmuziek. Het hoeft dus helemaal niet anders of vernieuwend te klinken. Authentiek, dat is wat we willen. En dat zit helemaal goed bij de band uit de Haarlemmer Meer. Voilà, vandaar de naam. Het trio weet zich verzekerd van een stevige ruggengraat in de persoon van bassist Kjelt Ostendof en drummer Benjamin Torbijn.  

Het vijftal opent vol gas met de beuker Deaf & Blind, waarop zangeres Timmer direct alle zeilen mag bijzetten. Het wordt gevolgd door de ballad A Fool’s Paradise dat rustig richting de zeven minuten gaat zonder dat het een ogenblik gaat vervelen. The River komt extra hard binnen. Het stevige nummer is een instant klassieker, die de tand des tijds met gemak zal doorstaan. Het is een goed uitgevoerde showcase van hoe goed blues, southern rock en americana het doen in de mix.  

Met Guide Me Home treffen we de tweede ballad van het album. Hierop klinkt Timmer meer ingetogen en breekbaarder. Als dit een auditie zou zijn voor het programma Beste Zangers, dan was ze subiet door. Met Please Watch My Bag wordt het patroon hard-zacht-hard doorbroken. Het is geen ballad, maar wel een relatief rustig nummer dat bijna zes minuten klokt, mede door een aantal typische bluessolo’s die doen denken aan wijlen Rory Gallagher. Via My Turn, dat wederom een succesvolle kruisbestuiving van southern rock en blues is, komen we bij de bluesy americana van I Won’t Complain. En dat geldt ook voor mij, want het is absoluut geen straf om dit album diverse keren te beluisteren voor deze recensie.  

Hekkensluiter I Wish I Could Go Running is onvervalste bluesrock. Dat de band het liefst optreedt als 12-mans band met blazers, achtergrondzangers en extra gitaren en percussie doet verlangen naar een live-optreden. Ook kijk ik nu al uit naar het vervolg op dit ijzersterke debuut, want de toevoeging vol. 1 doet natuurlijk vermoeden dat er meer in de koker zit van deze jonge bluesband. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s