Ze kennen elkaar van de HKU, de jongens van Tessel. Ze deden allemaal iets met muziek in bandjes en raakten toch verzeild met elkaar, ondanks de verschillende smaken. Die vloeien nu ineen in het geluid van Tessel dat je het beste kunt omschrijven als vrolijke niks-aan-de-hand gitaarpop, richting Beach Fossils. Het viertal probeert dat in hun bio nog een beetje te ontkrachten door te wijzen op de teksten waarin wel degelijk wordt ingegaan op serieuze zaken. En dat ze graag spelen met het spanningsveld tussen vrolijke muziek en een betekenisvolle onderlaag. Oké, nemen we voor kennisgeving aan. Wie de ep beluistert wordt vooral bevangen door het smaakvolle bandgeluid – de productie is in handen van Simon Akkermans – waarin bijvoorbeeld in enkele tracks een apart gitaargeluid de hoofdrol mag spelen, maar altijd de effectieve zangstem van Levi Oostmeijer de boventoon voert. Die stem serveert ons de melodietjes die snel in je hoofd nestelen. Knap gedaan, hartstikke leuke liedjes.
Tegelijk wekt het de indruk dat ik mijn dochter zonder zorgen aan hun hoede kan overlaten, en de deur nog achter me dicht trek ook en iets voor mezelf ga doen. Tessel is toch een band van ideale schoonzonen die waarschijnlijk nooit wilde haren hebben gehad. Muzikaal gaat het vooral om begrippen als mooi, goed uitgevoerd en slim geschreven. En daarmee vallen ze in een categorie waarin er al heel aanbod is. Alleen afsluitend Telephone is op de ep toch een lichte uitzondering binnen de overheersende sfeer. Niet dat het uit de bocht vliegt, maar qua songstructuur is het boeiender dan een gemiddeld 2,5 minuut popliedje, zoekt zanger Oostmeijer het gebied op waar zijn stem net iets gaat schuren en is er een gitaarsolo die licht overstuurd is, opbouwend naar een luider refrein – zeg maar een War On Drugs-momentje – dat voor deze jongens zal aanvoelen als een ongekende climax. En dat komt goed over en is een mooi moment op een prima en goed verzorgde ep.
Tessel presenteert hun ep op 4 november in Amsterdams Sexyland