Het kan weer; een avondje obscuur

„Het punt is, we spelen zelden foutloos.” De woorden van Jan Rutten rinkelen, net als zijn keiharde basriffs, nog na in mijn oren als ik na een avondje obscuur weer huiswaarts keer. Want hoe belangrijk is perfectie in muziek eigenlijk? Het kan weer, of moet ik zeggen, ik durf weer een avondje te gaan neuzen bij bandjes in gelegenheden die nauwelijks de naam podium verdienen. Punkholen, noemden we dat vroeger. Van die plekken waar krakers feestjes bouwden met live muziek die je nergens anders vond. Evengoed broeinesten van creativiteit en verblijfplaats voor wie zich niet lekker voelt in de burgermaatschappij. Geen coronapascontrole, geen uitsmijters aan de deur, geen gepoetst toilet, geen nette bar met cappuccino maar een ouwe energieslurpende ijskast met pijpjes Hertog Jan. Perfect imperfect.

In een loods in een havengebied staan wat fauteuils op enige afstand van elkaar opgesteld. Dat wekt de indruk dat er hier zoals het nu nog hoort – 25 september en het einde van de anderhalve meter samenleving is vanavond in zicht maar nog net niet gearriveerd – een ‘seated event‘ op gepaste afstand wordt gehouden. Niet dat het tiental dat de avond bijwoont zich daar nu veel van aantrekt. De mensen hier kennen elkaar en zijn innig in gesprek. Deels buiten, waar lustig wordt gerookt. Die stoelen zijn zo gek nog niet als de muziek begint. Het grootste deel van het publiek is de middelbare leeftijd ruimschoots gepasseerd en maakt er gretig gebruik van.

Ziv Taubenfeld (r) en Michael Moore

Een avondje obscuur. Als ik binnenkom start Ziv Taubenfeld samen met Michael Moore met een setje improvisatie jazz. Twee blazers die al een hele poos samen een web van eigenaardige tonen en ingewikkelde patronen spinnen. Ziv Taubenfeld perst de meest eigenaardige geluiden uit zijn basklarinet; alleen al de sound daarvan is het aanhoren waard, zeker als hij zo af en toe het instrument in lage tonen als het ware een akelige dood laat beleven.

Jan Rutten

Maar ik ben gekomen voor Claus uit Arnhem. Een trio dat met veel inzet en noeste arbeid razendsnelle en akelig ingewikkelde liedjes uitspuwt. Hun muziek vermengt het furieuze en links georiënteerde maatschappij kritische van de Raggende Mannen, de gekte van Victims Family en de stuiterende genialiteit van NoMeansNo. Flarden jazz, hardcore en een punkmetaliteit. En dat brengen ze live met ongekend enthousiasme. Ook als er vanuit de zaal maar een paar mensen hen verbijsterd aanstaren. Binnen de kortste keren druipt het trio van het zweet. De energie van de drie jaagt door de kleine ruimte. Jammergenoeg zijn de teksten vanavond vrijwel onverstaanbaar. We moeten het doen met korte toelichtingen tussen de nummers door. Daaruit blijkt dat de bijtende teksten met goed gevoel voor humor – met misschien een lichte voorkeur voor het absurde – zijn geschreven. Zo is er een lied dat is ontstaan bij de aankoop van een lp van The Ex. Die bleek beschadigd. Toch klinkt er geen sacherijn door in het lied, eerder het vieren van de pech.

Die teksten zijn toe te dichten aan frontman Jan Rutten. Wie hem kent, weet dat hij in zijn vrije tijd haast jacht lijkt te maken op mensen met eigenaardige opvattingen op sociale media, om er daar met dezelfde scherpte, gevoel voor humor en relativeringsvermogen gehakt van ze te maken. Als frontman en bassist van Claus is hij ook de clown die gekke bekken trekt of ontwapenend open kan glimlachen naar zijn publiek. Wat betreft zangstijl, muzikale voorkeur, gedrevenheid en politieke oriëntatie kun je hem een vaandeldrager van Bob Fosko’s nalatenschap noemen.

Floris van Rijswijk

Naast hem staat Floris van Rijswijk die nog het meest weg heeft van een verstrooide professor. Hij brouwt ingewikkelde constructen op zijn gitaar, kijkt zelden op en is vooral geconcentreerd bezig. Met watervallen van noten kleurt hij het luide melodieuze basspel van Rutten in. Waar de bas bij Claus de lijnen uitzet, draagt Van Rijswijk de krankzinnige dissonante luchtigheid aan.

Pim Postma

Maar Claus zou Claus niet zijn zonder het beest achter de drums Pim Postma. Postma is de vleesgeworden vergissing op basis van het uiterlijk. Niet te groot van stuk, net colbertje aan, jongensachtig. Het lijkt wel een trainee bij een accountantskantoor. Maar eenmaal met drumstokken in zijn handen een bezeten machine die volkomen opgaat in zijn spel. Vaak met ogen gesloten ramt hij de toch al ingewikkelde stuiterende liedjes van Claus vol.

Ik moet als ik met een onuitwisbare glimlach om mijn mond de band aanhoor, denken aan Marco Roelofs van de Heideroosjes. Die vertelde mij onlangs dat zij na jaren niet meer samen te hebben gespeeld, al na een paar keer oefenen de draad wisten op te pakken. ‘Maar het is ook geen progrock hé’, benadrukte hij. Nee, er is een wereld van verschil tussen de recht-toe-recht-aan punkrock van de zuiderlingen en deze band uit Arnhem die hier in het havengebied van Dordrecht in een obscure gelegenheid voor een hand vol mensen speelt. Claus maakt het zichzelf niet bepaald gemakkelijk met hun vreselijk ingewikkelde muziek waarin ze er een sport van lijken te maken om in at random tellingen te spelen. Helemaal gladjes gaat ze dat ook niet af. Het mondt wel eens uit in een zooitje, er wordt zo af en toe een nootje gemist. En dat weten ze zelf maar al te goed, en daarom wordt een enkel nummer voorzien van een disclaimer: ‘er bestaat een kans dat dit fout gaat’. Maar dat is excuus om niks. Deze avond hoeft het allemaal niet perfect te zijn. Claus vertelt z’n verhaal met veel energie, inzet, zweet en innemend speelplezier. Plezier, ook over de dingen die niet helemaal als gepland gaan. Wat wil je als toeschouwer nog meer?

Na afloop staat de band met een peuk en een biertje buiten uit te wasemen. Ik informeer na afloop of Claus plannen heeft eens wat op te nemen en uit te brengen. En blijkt dat ze al een poos zelf bezig zijn wat vast te leggen en dat Floris de productie verzorgt. Maar ook dat ze telkens verstrikt raken in het opnieuw opnemen van partijen omdat die misschien toch beter moeten kunnen. Dat verrast en verbaast me. Ik zag zojuist tot mijn grote plezier in een obscure context een band die energiek imperfect durft te zijn. Perfect in zijn imperfectie. Zonder vrees kop vooruit de afgrond in. Is dat niet de essentie van de levenslust in live muziek? Maar zij maken zich zorgen over de netheid zodra een opnameknop wordt ingedrukt? Waarom nemen jullie het niet gewoon eens live op, vraag ik Jan Rutten. Hij kijkt me glimlachend en bijna verontschuldigend aan. „Punt is, we spelen zelden foutloos.”

Claus in DS’17 in Dordrecht

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s