Everything Everything uit Manchester heeft de wind mee. Na een moeizaam tot stand gekomen derde album hebben ze nu in relatief korte tijd al weer een opvolger in de winkel liggen: A Fever Dream. De hoekige artrock van de band wordt langzaam maar zeker meer toegankelijk en de band krijgt daarmee behalve lovende recensies ook een steeds grotere aanhang. Behalve de muziek valt ook de manier waarop de Engelsen zich presenteren op. Uniform-achtige kleding en platenhoezen die in al het grafisch geweld in de platenbakken toch in het oog springen. Dat roept vragen op, bijvoorbeeld of de Engelsen ons iets willen vertellen met deze uitingen. Bassist Jeremy Pritchard geeft uitleg.
„Het visuele aspect vinden we erg belangrijk en we besteden er veel tijd en aandacht aan. Het is ook een uiting en een onderdeel van de muziek die we maken. En dus doen we ons best om omdat het gewoon goed moet zijn, net als de muziek en alle andere zaken er omheen. Die verschillende outfits die met elk album wisselen, dat is ontstaan omdat we geen esthetische lijn konden vinden in hoe we ons op het podium wilden presenteren. Het idee om een kledinglijn te kiezen is ook uit een simpel idee ontstaan: we wilden af van het probleem om bij elk optreden weer te moeten nadenken over wat we wilden aantrekken. ”

In de catacomben van Paradiso rusten de bandleden wat uit na een soundcheck. Ze zijn vermoeid en zanger Jonathan Higgs verontschuldigt zich dat hij liever niet meepraat om zijn stem te sparen voor het optreden later op de avond. Ook bassist Jeremy Pritchard moet zich vermannen maar veert op als we het over de kleding en het artwork van de band hebben. Het onderwerp heeft duidelijk zijn belangstelling. Samen bekijken we oude bandfoto’s waarbij telkens weer andere kleding wordt gebruikt. De kleding is uitgesproken en in de regel voor alle leden van Everything Everything gelijk, als een uniform.




„Het klinkt misschien raar, maar die kleding is geboren uit een anti-glamour instelling. We zijn geen jongens die er met modieuze kleding cool en mooi uit willen zien. Eerder het tegenovergestelde juist. We zitten er nu wel aan vast en moeten dus met elke plaat weer een nieuwe kledinglijn kiezen.”

Pritchard bladert door foto’s waarop de band verschillende outfits draagt en zet ze in chronologische volgorde. „Dit was geënt op de hoes van de plaat en de kleuren die er zijn gebruikt.” Pritchard grinnikt: „Ja, als je het nu terugziet is het wel lachen. Dit is wel erg ‘Devo’. Behalve dat het ons de kledingkeuze makkelijk maakt schept het ook een bredere wereld buiten onze muziek om. Dat is wat ons betreft ook nadrukkelijk de bedoeling. Het zorgt voor een beleving. Maar het is niet zo dat we met die kleding iets willen zeggen. Er zit geen verborgen boodschap achter. Ik begrijp dat het negatief uitgelegd kan worden. Deze lijn ziet er misschien ook wel erg als een streng uniform uit en roept misschien militaristische associaties op. Het idee van een uniform, dat past wel in onze benadering, maar in de zin dat het iets is dat we aantrekken als we gaan werken. Die strikte uniformiteit hebben we in de loop van de tijd trouwens een beetje losgelaten. Je zult nu zien dat we kleding dragen die wel gelijkenis heeft, maar onderling kan afwijken.”

Pritchard pakt een foto van zanger Higgs die werd gedragen tijdens de tour voor Get To Heaven. „Met dit kledingstuk wilden we wel een boodschap overdragen. John Higgs wilde er graag uitzien als een waanzinnige warlord. Dat paste goed bij de thematiek in de teksten op Get To Heaven. Dat is een duister album waarbij John schrijft over gebeurtenissen in de wereld van dat moment. Zijn kleding met die lange flappen aan zijn mouwen verwijst naar een thema als totalitarisme, wat in zijn teksten ook wordt aangestipt.”

Pritchard bladert door naar een volgende foto en barst weer in lachen uit. „Deze kleding hebben we een keer met veel haast gekocht toen we alleen nog een ochtend hadden voor een fotoshoot. Er moest op stel en sprong iets komen. In die zin zorgt het soms ook voor stress en komt onwillekeurig bij elk nieuw album wel weer de vraag op of we er wel mee door willen gaan. ‘Kunnen we dit niet eens een keer achter ons laten?’ Maar ik denk dat het wel heel saai zou worden als we er mee zouden stoppen.”
De band werkt niet met een ontwerper die de kleding voor ze maakt, maar krijgt ondersteuning van een echtpaar bij het maken ervan. „Het kiezen en maken van de kleding is een integraal onderdeel geworden van het maken van een nieuwe plaat. En tegenwoordig proberen we er al helemaal aan het begin van het proces over na te denken. Nu vinden we het net zo belangrijk en krijgt het net zo veel aandacht als bijvoorbeeld het kiezen van de singels. En maar goed ook want je moet je realiseren dat we met die keuze vastleggen wat we de komende 18 maanden tijdens het toeren dragen.”
Gezien het belang dat de band aan de visuele uitstraling hecht, is het dus ook onderwerp van strijd binnen de band, vertelt de bassist. „Het nadenken over die kleding vind ik eerlijk gezegd pas weer leuk als het klaar is. Onze band bestaat uit mensen met een sterke eigen mening en we geven allemaal veel om wat we doen. Daardoor kan het best lang duren voor we iets vinden waar we allemaal blij mee zijn. Dat maakt het soms tot een wurgend proces. Maar zorgt er wel voor dat wat er uiteindelijk uitkomt echt goed is. Dat geldt voor alles wat we doen. De dingen worden gewoon beter wanneer we ons er allemaal met hart en ziel mee bemoeien. Het is onze manier om tot de kwaliteit te komen die we nastreven.”

Ook aan de bandfoto’s is af te zien dat er veel tijd in gaat zitten. Niets wordt zo te zien nog aan het toeval overgelaten en zie je het contrast met oude foto’s waar de jongens er nog wat losjes en spontaan op staan. Als voorbeeld nemen we een recente foto waarop de band maskers lijkt te dragen, maar de toeschouwer daar doorheen toch hun eigen gezicht kan zien. Een fascinerend beeld dat weer de vraag oproept wat de boodschap is. „Die dingen waren vreselijk duur. Het zijn 3-d prints gemaakt door een studio in Hollywood die voor de filmwereld werkt. Maar opnieuw heeft het geen nadere betekenis. Het heeft voor ons gevoel iets kunstzinnigs een masker te dragen van je eigen gezicht. Het roept verwondering op, zo hopen we; dat mensen zich afvragen wat ze eigenlijk zien. Want ja, waarom zou je dat nou doen, zo’n masker van je eigen gezicht? Ik vind het bovendien leuk dat je twee keer moet kijken om te zien wat er eigenlijk aan de hand is. Als je er op een afstand naar kijkt ziet het er eigenaardig uit. Maar het levert ook gewoon een mooi beeld op, vind je niet?”

De covers van de platen van Everything Everything zijn al evenzeer blikvangers. En er lijkt geen enkele lijn in te zitten, in tegenstelling tot hun muziek die zich binnen een sterke eigen signatuur in stapjes ontwikkelt van eigenzinnig en hoekig – bijna moeilijke muziek – naar een meer melodieuze en toegankelijke vorm. De hoezen zijn steeds geënt op de plaat en de thema’s waar Jonathan Higgs over zingt. De vroege hoezen van platen en singels roepen associaties op met minimalisme, science fiction en de postpunkers uit de jaren tachtig Devo. De voorlaatste plaat Get To Heaven is daarentegen een over the top en bijna angstaanjagende illustratie.
„Ook de hoezen ontstaan als het ware tijdens het proces van het maken van een nieuwe plaat. Ze zijn altijd gebaseerd op onze ideeën daarover, maar we werken met andere mensen samen bij de uitvoering ervan. Bijvoorbeeld met gerenommeerd grafisch ontwerpbureau Tappin Gofton uit Londen en met Australisch illustrator Andrew Archer. De laatste tekende voor de hoes van Get To Heaven. „We waren voor dit album aan het kijken naar foto’s uit jaren veertig en vijftig uit de VS. Foto’s van gebedsgenezers, handoplegging; die rare combinatie van extase en pijn. Beelden die zowel genezing, verschoning als grof geweld uitdrukken. Dat is de inspiratie voor die illustratie geworden, waarin het geweld misschien wel wat de overhand heeft gekregen. Maar dat past goed bij de plaat. En Archer vervat dat in een onnavolgbare expliciete tekenstijl.”
Op Get To Heaven schildert Jonathan Higgs het tijdsbeeld van 2015. Met de opkomst van het nationalisme en de terreur die de Britse straten bereikte. Opvolger A Fever Dream is als het ware een reactie op die plaat. Higgs richt zich niet meer op de gebeurtenissen zelf, maar op de effecten daarvan op de mensen die het ondergaan. Op die hoes zien we een bijna vormloze mensenmassa, gebogen in een cirkel. Het roept associaties op met het werk van de Amerikaanse fotograaf Spencer Tunick die ontblote mensen in een landschap plaatst als penseelstreken op een canvas.

„In het beeld op de hoes van A Fever Dream zie je allemaal verschillende mensen, zonder dat je het begin of einde van een persoon kunt ontwaren. Al die mensen trekken een andere kant op maar zijn ondanks die beweging toch een soort van één. Dat refereert aan de teksten van John op deze plaat. Maar er waren meer inspiratiebronnen. We keken naar het werk van de Britse schilder Francis Bacon. Die schildert vanuit zijn intuïtie en de lijven zien er dan bijna bloederig en vlezig uit. Eigenlijk niet fijn om naar te kijken maar wel ontzagwekkend. Ik hou van zijn kleurgebruik en hoe hij zijn figuren in zijn schilderijen plaats. Je voelt de pijn in de kern van zijn werk. Boeiend, maar allerminst blijmoedig. Daarnaast haalden we ook inspiratie voor het beeld op de hoes van de plaat bij de Franse schilder Matise.”

Henri Matisse – La danse (1910)
Jeremy Pritchard haalt zijn telefoon tevoorschijn en zoekt naar afbeeldingen van het werk van Matise. „Het is gemaakt in de tijd dat hij nog schilderde en hij heeft een hele serie gemaakt van mensen die dansen in een cirkel.” Als hij het vindt fronst hij zijn wenkbrauwen en laat het me het werk van Matise zien. „Het beeld dat wij hebben gemaakt met fotograaf Paul Phung en het hoesontwerp van Joe Mortimer… de gelijkenis met Matise is groter dan ik me herinnerde. We wilden met deze hoes meer schoonheid laten zien dan de plaat hiervoor, want die was vreselijk ‘in your face‘. En de relatie van dit beeld met de plaat is denk ik wel duidelijk: we zijn allemaal individuen, maar we zitten ook allemaal in hetzelfde schuitje. We zullen er wat van moeten maken met elkaar.”
Lees ook: interview met zanger Jonathan Higgs over het album Get To Heaven (2015)
Een gedachte over “Everything Everything: ‘Kleding kiezen is een integraal onderdeel van het maken van een nieuwe plaat’”