Op 5 mei vieren we de bevrijding van Nederland in 1945 en dat we sindsdien in vrijheid leven. In 2025 staan we bovendien stil bij 80 jaar vrijheid. Dat gedenken niet in stilte hoeft te gebeuren, weten ze bij Burgerweeshuis in Deventer maar al te goed. Onder de naam In Vredes Naam lieten negen bands op twee podia zien én voelen waar vrijheid echt over gaat. MuziScene nam een kijkje op dit gratis toegankelijke festival.


Badminton is een jonge vierkoppige altrockband uit Overijssel. Dat het kwartet jonge honden mag openen in Deventer moet dus als een soort van thuiswedstrijd worden beschouwd. En dan wil je shinen natuurlijk. En dat is dus precies wat Badminton doet. Met fuzzy gitaren, knallende drums en stevige baspartijen waar de rest van de band lekker tegen aan kan leunen opent het viertal In Vredes Naam vol vuur. Stevige garage met een vleugje jaren 90 alt-rock, maar vooral heel veel energie. Volgende week verschijnt hun eerste ep Ride The Wave, en dat is beslist een schijf om naar uit te kijken, getuige de twee reeds verschenen singles Rich Girl en Come On Over waarmee de band achtereenvolgens het festival kickstart. Maar ook een nummer als You Bug Me, dat wat meer grungy klink ligt goed in het gehoor. Dat TV wat aarzelend op gang komt, doet er zodra het eenmaal op stoom is absoluut niet toe, want zodra de voltallige band invalt is de bruisende energie die Badminton zo kenmerkt volledig terug. Dat de zaal, die voor dit festival behoorlijk is verkleind, met Set To Stun niet wordt afgebroken ligt niet aan de band, maar komt ongetwijfeld doordat het publiek er nog even in moet komen. Dertien nummers perst Badminton eruit in slechts veertig minuten toch weet zanger Luca de la Haye tussendoor nog tijd voor een onderhoudend praatje. De liefhebber weet genoeg.



Indie-rockkwartet Cucamaras uit Nottingham geeft in Deventer een indrukwekkend visitekaartje af. Met drie ep’s (Soft Soap, Buck Rogers Time en en vorige week verschenen Laughing) op zak is het slechts wachten op een debuutalbum. Met name de recente singles Laughing (waarmee wordt geopend) London Day 2 en Clothesline die lekker over de set verdeeld zijn, worden live goed ontvangen. En dat geldt ook in het bijzonder voor het met een drone versterkte Porcelain, dat live zeer indrukwekkend klinkt, maar het duurt tot Death Of The Social voordat een bescheiden pitje ontstaat in het midden voor het podium. Neemt Cucamara’s dit jaar het stokje over van vaandeldragers Fontaines DC, en stort het een nieuwe golf energie in de emmer van postpunk-en gitaarrockliefhebbend Nederland?


Barbee komt ook uit Overijssel. Dit vierkoppige punkmonster onder aanvoering van Dion Legebeke, die je ook zou kunnen kennen van The Damned Few, schudt de boel met gemak op. Niet dat het nog nodig is na de voorgaande optredens, maar getuige het enthousiasme waarmee het publiek reageert op de rauwe grunge, punk en old school garage rock ’n roll, wordt het toch zeer gewaardeerd. Hoewel ik slechts letterlijk één single (Bad Mood ) heb kunnen vinden van deze rockers, die qua intensiteit niet onderdoen voor bijvoorbeeld Amyl & the Sniffers, blijkt het kwartet toch een indrukwekkende setlist te hebben, waar de punkers, van dik hout zaagt men planken, als een tierelier doorheen schieten. Na het furieuze Electric neemt de band enigszins gas terug met de stevige bluesrocker Red Wood, om vervolgens met pure, schreeuwerige rock ‘n roll volop door te pakken.

Barbee gaat in het nogal donkere zaaltje van Burgerweeshuis als de brandweer, gooit er en passant een mooie uitvoering van Black Sabbath’s Supernaut uit met een geweldige drumsolo van Stef Hoekjen (Bökkers), die later op de avond ook nog een hoofdrol zal spelen, waarna er zelfs tegen mijn verwachting in een heuse ballad wordt gebracht. Vervolgens herpakt Barbee zich middels de single alsnog en snelt zo naar het eind van de set die al met al voorbijvliegt en toch allesbehalve kort aanvoelt, al komt dat mogelijk ook door de nogal intense moshpit die tijdens het laatste nummer ontstaat en waar ik – er is geen ontkomen aan – midden in beland.
KEG is een zevenkoppige band uit Brighton die met dansbare post-punk en indie de feestvreugde vergroot. Hoewel dansbaar, is het optreden toch enigszins een rustpuntje vergeleken bij de eerdere drie optredens. Maar dat mag de pret geenszins drukken, want ook al heet zijn laatste album Fun’s Over, dat wil geenszins zeggen dat er geen plezier valt te beleven bij dit optreden. Doordat de muziek van KEG een knappe mix is van verschillende stijlen, waaronde jazz, hiphop en new wave, is het wellicht zelfs het inclusiefste optreden tot nu toe.



Wax Head is een jonge band uit Manchester. Hoewel hij pas sinds 2023 in de huidige samenstelling bestaat, is daar weinig van de te merken. De jonge Mancunians doen namelijk niets liever dan live spelen. Dat ze inmiddels de nodige vlieguren achter de rug hebben is te merken, want Wax Heads optreden in Deventer spettert werkelijk van de planken. Hoewel de muur van geluid indrukwekkend is krijgt gitaar nooit echt de overhand, daar zorgen de centraal op het podium gepositioneerde drummer en bassist wel voor. Ook doordat de band schaamteloos synths toevoegt aan zijn versie van garage- en punkrock, ontstaat geregeld een overweldigende noise, waarin de muzikanten elkaar wonderwel weten te vinden, zodat het optreden wordt gekenmerkt door wat nog het meest lijkt op een jamsessie met publiek. Enige minpuntje is dat de zang met name aan het begin van de set heel slecht uit de verf komt, maar hoewel dat niet de bedoeling kan zijn is het wel lekker punk.



Sowieso laat niemand zich hierdoor van de wijs brengen. Dit optreden kan rekenen op de heftigste moshpit tot nu toe, wat mogelijk ook komt doordat zanger/drummer Lewis Fletcher een bekende uit het publiek uitdaagt voor een stagedive en even later gezeten vanachter zijn drumkit wederom om ruimte vraagt, waar enkele moshers molenwiekend dankbaar gebruik van maken. Ook gitarist Harry Bunker en bassist Evan Chase laten zich door gewillige handen, zonder hun spel te onderbreken, dragen, wat er mede voor zorgt dat dit een uiterst memorabel optreden is. Wie overigens meer over de band wil lezen, kan hier terecht voor het interview dat MuziScene eerder had met Wax Head.

Buiten houden Equal Idiots zonder moeite de energie die de hele dag al bruist in het Burgerweeshuis vast. Dat de Idiots garant staat voor energieke liveoptredens weet ik al langer, want ik zag de band vaker live. Toch weet het duo garagerockers uit het Belgische Hoogstraaten wederom aan mijn hoge verwachtingen te voldoen. Dat komt natuurlijk mede doordat er afgelopen najaar een nieuw album verscheen. Daarmee staat de teller op drie en kunnen Thibault Christiaensen (zang en gitaar) en Pieter Bruurs (drums) kiezen uit nog meer bijtende nummers om hun vlijmscherpe set mee te vullen. Van meet af aan lijkt het tweetal een sprint in te zetten en al die wil volgen, zal wreed hard moeten lopen. Nummers die zijn ontstaan in een periode van zeven jaar, blijken naadloos op elkaar te passen. Goed, de nieuwste nummers zijn iets langer, maar boeten daarom niet in kracht en intensiteit in. Dat het ondertussen iets minder druk lijkt op het festival, kan met geen mogelijkheid aan Equal Idiots liggen, maar zal meer door het tijdstip komen waarop Nederlanders gewend zijn te eten. Raar volk zijn wij eigenlijk. Het maakt wel dat er meer ruimte is om te dansen en die wordt dan, eerlijk is eerlijk, door de volhouders volop benut.


Over een schier onneembare muur van krachtige baslijnen, beukende drums en gruizige riffs slingert de reus van een frontman Jay Schottlander van Knives uit Bristol zijn hoekig geschreeuwde lyrics. De hardcore van deze band gedijt bij chaos en het is onduidelijk wie nu eigenlijk wie opzweept? Met name bassist Ben Marshall speelt zich in de kijker met karate-achtige sprongen. Voor het podium wervelt een kernachtige moshpit, die slechts zelden in omvang afneemt, omdat bezoekers van dit optreden als deelnemers van een estafette telkens het stokje lijken door te geven. Ook de zeskoppige band functioneert als een goed geoliede machine. Dit is punk in optima forma en mede door nummers als stage opener The Dagger en PHD kijken we uit naar debuutalbum Glitter, dat later dit jaar naar verluidt zal verschijnen.

Anders dan de naam doet vermoeden, sprintte Marathon naar landelijke bekendheid. Opgericht in 2021, won het trio een jaar later de Amsterdamse Popprijs en toerde met rondreizend festival de Popronde door Nederland. Reeds in 2023 verscheen de selftitled debuut ep. Bijgestaan door twee extra muzikanten – toetsenist/gitarist Sofie Ooteman (o.a. The Klittens) en gitarist Victor Dijkstra – pakt Marathon met een gierende muur van gitaren in een wolk van reverb op het hoofpodium de rode draad op die door het festival loopt. Je kunt Marathon, ondanks dat er hierna nog een band volgt, gerust als hoofdact beschouwen. Geroutineerd, kneiterstrak en ritmisch nemen de Amsterdammers het publiek voor zich in met een uitgekiende mix van postpunk, shoegaze, indie en noise. Voor wie de band de afgelopen tijd vaker zag, mogen de nummers die voorbijkomen geen verrassing zijn. Marathon opent met Out of Depth, dat tevens albumopener is van het recent verschenen album Fading Image, om daarna door te pakken met Mosquitoes & Flies en Tired van de titelloze debuut ep. Dat de band oude en nieuwe nummers afwisselt is bepaald geen straf en maakt het optreden eigenlijk wel zo gevarieerd. Tijdens How Does It Feel kleurt het podium waar veel rook vanaf komt mooi rood, zie ik als ik mijn blik afwend van de neuzen van mijn schoenen. Gelukkig ontbreken even later ook de twee singles niet, die niet op het album zijn uitgekomen. Na DH22 leiden Fire en Mind het onvermijdelijke einde van een dijk van optreden in, dat met Shadow Raised A Star bijzonder aangenaam wordt afgesloten.


Kay Koopmans

Stonden er vorig jaar nog acht bands op In Vredes Naam, dit jaar zijn het er negen! Is Magnetic Spacemen de druppel die de emmer doet overlopen, of is het de spreekwoordelijke kers op de taart? Er is al zoveel moois langsgekomen, maar gelukkig voor de band uit Zwolle onder aanvoering van Sam Pols is er nog geen sprake van verzadiging. Ja, de lat ligt hoog, maar daar heeft Magnetic Spacemen totaal geen boodschap aan. Het viertal dat in de huidige bezetting sinds 2018 actief is en twee albums op zijn naam heeft staan pakt uit met pakkende garagesongs, die een aangename echo van surf en hier en daar een psychedelisch tintje hebben. Helaas is er gedurende een oud nummer van de band, Feever Boy uit 2019, een incident: tijdens het pogoën gaat iemand neer en Pols staakt verontrust het optreden en roept om EHBO. Wat een domper van een schitterende dag, om tijdens een fijne pit je enkel te breken. Het overkomt Stef Hoekjen, drummer bij BARBEE en Bökkers, die nota bene languit liggend aan Pols zijn excuses aanbiedt. Heel veel sterkte, Stef. Gelukkig neemt na enige consternatie personeel van Burgerweeshuis adequaat actie. In no time is de zaal ontruimd en is er ambulancepersoneel ter plaatse.


Hoewel de sfeer enigszins off is, hervat Magnetic Spacemen met Suspicious Minds van Elvis Presley. Goed, het is rock n roll, maar blijkbaar wil de band niet meteen vol gas doorpakken. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan en al gauw wordt doorgepakt met Biells, al houdt het publiek zich nog in. Dat valt ook Pols op, die opmerkt: ‘Zijn jullie bang geworden of zo?’, terwijl hij naar het publiek gebaart dat er mag worden gedanst. En hoewel een enkeling hieraan toegeeft, zit de schrik er blijkbaar goed in, want ook bij het volgende nummer blijft het betrekkelijk rustig. Het duurt echt even voordat de massa zich weer durft te laten gaan en dat ligt niet aan Magnetic Spacemen, die met een ingekorte setlist echt wel probeert om de sfeer te herstellen. Iets later dan gepland, kondigt Pols het laatste nummers aan. En passant vermeldt hij dat de band in oktober een nieuw album uitbrengt en dat er dan in Burgerweeshuis een release party is waar iedereen is uitgenodigd. Zo eindigt In Vredes Naam toch met goed nieuws en mogen we ondanks de malheur spreken van een zeer geslaagd festival, dat met drie bands uit Overijssel deze provincie op muzikaal gebied flink in het zonnetje zet.