Welke platen moet je deze week ook nog even beluisteren of het wat voor je is? MuziScene selecteert het voor je in de Checklist!
Big|Brave – A Chaos Of Flowers
Waarschuwing: je wilt oordoppen dragen als je dit album opzet. Of zo voelt het toch. Nog niet eerder kwam een album zo dicht bij het effect dat Low bereikte op de laatste twee albums. Daarop wordt het geluid tot ver in het rood gejaagd en krijgt het door de oversturing een wonderlijk sonisch effect. Big|Brave bereikt op A Chaos Of Flowers precies dat effect, maar lijkt het vooral ook uit de versterking en daaraan verbonden feedback van de gitaren te halen. En ook hier schept het contrast tussen de gruizige noise en de stem van Robin Wattie of de momenten dat die oversturing even wegvalt, momenten waarbij de rillingen je over het lijf lopen. Het maakt dat je de plaat bijna kunt voelen in je vingers, alsof je schuurpapier betast, het wordt bijna een fysieke ervaring. En in die noise verrijst dan plots de pracht van de muziek, die ergens tussen het materiaal van Low en True Widow te plaatsen is. (Thrill Jocky / Konkurrent)
Cloud Nothings – Final Summer
Collegerock noemden we dat vroeger. De afgelopen 15 jaar is het trio uit Cleveland Cloud Nothings hofleverancier van lekker pakkende punkrockliedjes. Final Summer balt al die 15 jaar ervaring van zanger-gitarist Dylan Baldi, drummer Jayson Gerycz en bassist Chris Brown samen in tien songs die je allemaal heel snel mee kunt zingen. Heerlijke samenzang, pakkende refreinen en natuurlijk prettig drums- en gitaargeweld met zo nu en dan eens een flard feedback. Fijne vrolijke gitaarplaat met een ninetees Mega City Four-feel. (Pure Noise Records!)
Hutch Harris – Not Everyone is Loved
Hutch Harris, de zanger-gitarist van The Thermals, blijft maar liedjes uitpoepen. En die brengt hij op eigen houtje uit, enkel digitaal. Op zijn Bandcamp-pagina kom je dus zo nu en dan ineens een nieuw album tegen. Zoals onlangs Not Everyone Is Loved, een album met van die korte songs-met-een-snik zoals alleen Hutch Harris die kan schrijven (de titel zegt genoeg). Met een overdaad aan innemendheid. Aanrader voor iedereen die houdt van de jacht op het perfecte popliedje en niet schrikt van een beetje houtje touwtje productie. (Eigen beheer)
Dog Park – Festina Lente
Dog Park uit Parijs maakt pure droompop en laat zich inspireren door bands als Real Estate en Beach Fossils. Toch heeft het een eigen sausje, het klinkt wat losser in de uitvoering en de samenzang van drie vrouwelijke stemmen van Erica Ashleson, Isabella G Catani en Sarah Pitet geeft het nog een extra dromerig effect. Dog Park is een kwartet (met ook Jean Duffour) afkomstig uit Frankrijk, Brazilië en de Verenigde Staten. Zij leerden elkaar tussen lockdowns bij een concert kennen en begonnen al snel met elkaar muziek te maken. Live vallen ze op door de voortdurende positiewisselingen: het zijn allemaal multi-instrumentalisten en vinden het kennelijk leuk om telkens iets anders te doen. In dit genre gewoon een prima plaat met catchy liedjes. (Géographie)
Billions Of Comrades – Trotop
Belgisch Billions Of Comrades zou je collega’s kunnen noemen van La Jungle, alleen produceren zij hun opgejaagde en (soms) dansbare muziek met zijn vieren. Opener Tetons doet door de hoge adhd-stem nog wat denken aan The Rapture. Maar daarna gaat de koers op deze plaat radicaal om en kom je bijvoorbeeld in Our Hours terecht in een ruige horror show met razende gitaren en verhalende teksten. Een liedje als Scab Aloo Pam brengt je dan echt dicht bij de theatrale gekte van La Jungle om met Unità in een sfeervol dreigende song te belanden. Geen gemakkelijke kost allemaal, experimenteel en bij vlagen bizar. Voor liefhebbers van Mr. Bungle en soortgelijks. (Rockerill Records/Black Basset Records)