Het Europees record ‘keutel intrekken’ staat sinds kort op naam van Down the Rabbit Hole. Voor een luttele 350 euro bovenop het reguliere entreeticket, bood het festival een luxepakket aan, met eigen luxe wc’s, toegang tot een panaoramadeck met vrij uitzicht op het podium, exclusieve hapjes en drankjes en een eigen fast lane om het festivalterrein snel te kunnen betreden. Toen er een volksopstand uitbrak en DTRH het risico liep het eerste festival te worden met een lynchpartij, koos de organisatie eieren voor haar geld en stopte stante pede met de verkoop van de luxepakketten.
Nou is zo’n VIP-behandeling even oud als de weg naar Rome. Romeinse keizers en hun gevolg hoefden ook niet op een houtje te bijten wanneer er weer eens wat christenen aan de leeuwen werden gevoerd en bovendien weten we sinds George Orwell’s ‘Animal Farm’ dat alle dieren gelijk zijn, maar sommige meer gelijk zijn dan andere. Festivals als Pinkpop en Bospop bieden al zo’n luxepakket aan. En waarom zouden mensen met teveel geld, die eigenlijk niet van festivals houden, niet ook een verzetje mogen hebben om zich te laven aan muziek? Voor een extra duit in het zakje hoef je dan bovendien niet de stoelgang te maken naar ‘hell’s shithole’, oftewel de dixi.
Festivals kampen nog altijd met de naweeën van corona. De ‘brain drain’ die de pandemie veroorzaakte, waardoor vakbekwaam personeel het heil elders zocht, de stijgende kosten van organisatie en bands zorgen ervoor dat festivalorganisaties op zoek zijn naar nieuwe manieren om nog wat geld uit bezoekers te slaan, nog los van de inmiddels tot recordhoogte gestegen prijs van festivaltickets. De ophef die DTRH met de luxepakketten veroorzaakte mag daarom met een korreltje zout genomen worden. Festivals zijn immers geen onbaatzuchtige goede doelen, maar commerciële ondernemingen. Het traditioneel klinkende ‘All you need is love’ tegen het eind van Pinkpop, zou je dan ook makkelijk kunnen verbasteren tot ‘All you need is cash’.
Het argument dat de grote festivals alleen nog maar toegankelijk zijn voor de te pas en vooral te onpas betitelde ‘elite’, lijkt me kul. Geld regeert de wereld en dat is bij festivals niet anders. Gelukkig zijn er nog tal van kleine(re) festivals in Nederland en vlak over de grens, waar je niet krom hoeft te liggen voor een kaartje, of die zelfs gratis zijn. Zoals bijvoorbeeld het Absolutely Free Festival in het Belgische Genk, begin augustus, met een geweldige line-up. De entree? Drie lege batterijen (géén grap).
Wie toch de poeplap wil/kan trekken voor de grote festivals: veel plezier. Ik mag alleen hopen dat de bevoorrechten die vanaf een VIP-deck de verrichtingen van bands gadeslaan, bij extreme hitte ook aan de have nots willen denken, wat ijsblokjes uit hun cocktails halen en deze werpen richting de wijd opengesperde monden van de nooddruftigen beneden hen.
DJ 45Frank