Op zaterdag 22 april, Record Store Day, verschijnt dan toch eindelijk Hold On To A Scream, het zevende album van de Rotterdamse band Spasmodique. De release liet, net als bij talloze andere bands, even op zich wachten vanwege de bekende Covid-perikelen, en en passant viel ook het veertigjarig bestaan van de postpunk band in het water. Maar uitstel is geen afstel, en nu gaat het er dan eindelijk van komen. Spasmodique is terug, met een sterke nieuwe plaat en live shows. En die langverwachte documentaire ter gelegenheid van het jubileum lijkt er ook te komen. Toch?
Tekst: Ronald Renirie Foto’s: Michel Mees

We spreken zanger Mark Ritsema in de ruime woonkamer van zijn appartement in het hippe Rotterdam-Noord, waar hij goed geluimd honderduit praat over het nieuwe album. Een echte bandplaat, volgens Ritsema, al viel het realiseren daarvan vanwege Corona niet bepaald mee. „Ja, dat was wel een dingetje. Hoewel we het aanvankelijk heel anders wilden doen, hebben we Hold On To A Scream noodgedwongen met flinke tussenpozen moeten schrijven. Waren we net lekker op dreef, moest die oefenruimte weer dicht. De opzet was om heel veel ideeën op te nemen in de oefenruimte. Die namen we dan mee naar Reinier (Rietveld, drummer) zijn studio. Omdat de oefenruimte dan weer dicht moest hebben we daar heel veel samen zitten sleutelen, en hebben we nummers echt samengesteld uit al die repetitietapes. Die nummers hebben we vervolgens weer als band ingestudeerd, en echt als band opgenomen in de studio van Niek Driesschen.”
Spasmodique was bij het maken van het nieuwe album niet echt bezig met het maken van een typisch Spasmodique-album, maar de aanpak was niet wezenlijk anders dan bij de vroegere albums. „Kijk, het is wel zo dat in tegenstelling tot vroeger niemand zich tegenwoordig meer met onze muziek bemoeit. Vroeger hadden we nog weleens managers of mensen van een platenlabel die muzikaal hun mening wilden opdringen, of ons zelfs een bepaalde kant op wilden duwen. Maar daar hebben we anno 2023 geen last meer van.”
„Het typische Spasmodique-geluid waar jij het over hebt, is het geluid dat er nu eenmaal uitkomt als wij met zijn vieren muziek gaan maken. Maar tegelijkertijd wil ik er persoonlijk voor zorgen dat we nooit precies dezelfde plaat maken. De ene keer kan de aanpak wat meer song-gericht zijn, en Six, onze vorige, was zeker wat betreft sfeer bijna een conceptplaat. En dat vereist weer een hele andere manier van denken dan bijvoorbeeld bij een live show. Bij het maken van een setlijst denk ik eerder ‘waar zijn we nou goed in?’ Er staan veel songs op onze albums die niet in aanmerking komen om live gespeeld te worden. Gewoon omdat Spasmodique live massief en dreigend moet zijn.”
Gemis aan structuur
Rode draad tijdens dit interview is het bandgevoel binnen Spasmodique. Muzikaal dan, want tekstueel is Hold On To A Scream toch een vrij persoonlijk verhaal. „Tijdens die heftige lockdownperiode had ik momenten dat ik mezelf terugvond en me afvroeg wat ik allemaal voor gedachten had gehad, de laatste drie of vier dagen. Zo’n kluwen van herinneringen en gedachten. En dat heb ik als uitgangspunt voor de teksten genomen. Dat totale gemis aan structuur, het feit dat je niet duidelijk van A naar B gaat, en volledig de rechtlijnigheid mist. Dat heeft me enorm geïnspireerd. Luister maar naar openingsnummer Wailing Wall.”
„Normaal denk je na met een doel, om toe te werken naar iets dat er aan zit te komen, maar dat was er niet dus schoten mijn gedachten zomaar van een willekeurige jeugdherinnering naar een boek dat ik ooit gelezen hebt, om vervolgens weer aan een persoon te denken waar je jaren niet aan gedacht hebt, en waarbij je je plots afvraagt of je die persoon wel juist behandeld hebt. Een beetje alsof je na een wilde dronken nacht ergens in de middag wakker wordt en jezelf afvraagt wie je nou eigenlijk de avond ervoor gezien hebt en waar je het over hebt gehad. Of vergelijk het met een hoge hoed die vol zit met gedachten, goede of slechte herinneringen, en stukjes van je eigen geschiedenis, en waar je totaal willekeurig een item uit aangereikt krijgt.”
Trots
Ondanks het feit dat de inspiratie voor de teksten heel persoonlijk is, ziet Ritsema Hold On To A Scream toch vooral als een teamprestatie. „Ja, die teksten zijn dan weliswaar uit mijn brein ontsproten, maar muzikaal ben ik vooral heel trots op het feit dat dit echt voelt als een gezamenlijke plaat. We hebben ‘m echt als bandje samen ingespeeld, zonder plug-ins, met soms een brom in de versterker, en zo hard als we nodig vonden. We hebben ook echt nadrukkelijk met z’n vieren heel erg nagedacht over hoe we elkaar konden aanvullen en hoe het moest gaan klinken. Echt lekker samen spelen.”
Hold On To A Scream is dan weliswaar de nieuwste Spasmodique plaat, toch staan er songs op die zomaar op bijvoorbeeld From The Cellar Of Roses uit 1987 hadden kunnen staan. Met een brede glimlach: „Dat vind ik geloof ik helemaal niet erg om te horen. Alleen klinkt hij natuurlijk veel beter dan die oudere platen. Wij zijn begonnen in de jaren tachtig en dat waren rampzalige tijden om ons soort muziek op te nemen. Mensen zeiden ook altijd dat we live veel beter klonken dan op de plaat. Maar dat was ook logisch. Als we destijds een studio inkwamen was het eerste dat ze zo ongeveer deden de drums afplakken en werden we apart in hokjes gezet en alles werd apart opgenomen ‘omdat dat dan beter zou klinken’ en minder overspraak had en zo. Echt vreselijk.”
„Ik weet nog goed dat toen we de eerste plaat opnamen, we de eerste tafelmix mee naar huis kregen en dan echt bij het terugluisteren dachten ‘what the fuck is dit, man?’ hahaha. Die gast die ons toen opnam besteedde vervolgens het geld dat hij uitspaarde door ons in een kleine studio te laten opnemen aan een super-de-luxe studio om de boel met allemaal effectapparatuur uit te mixen. En pas daar kwam die plaat langzaam een beetje tot leven. Maar je miste wel de intentie van een band die met elkaar staat te spelen.”


Rolverdeling
Die band als op zichzelf staande entiteit mag dan heel belangrijk zijn, er zal binnen Spasmodique toch ook wel een bepaalde rolverdeling zijn? „Ja, natuurlijk. Kijk, ik word vaak een beetje als de brains van de band gezien. Ik ben ook degene die er voor zorgt dat geen enkele show hetzelfde is, en creëer een meerwaarde door ieder optreden weer alles te geven.”
„Reinier is juist altijd veel gecontroleerder geweest. Ik kon daardoor doen wat ik wilde en kon alle kanten op vliegen, juist omdat Reinier alles stoïcijns bij elkaar houdt. We hebben in het verleden ook wel eens wrevel gehad over de vraag of niet alles meer gecontroleerd zou moeten, maar ik denk dat die grilligheid ons juist zo bijzonder maakt. En een belangrijke taak van Reinier binnen de band is om er voor te zorgen dat die grilligheid niet ontspoort. En zowel muzikaal als sociaal is hij een stabiele factor.”
„Martin daarentegen is ook grillig. Als persoon, maar ook muzikaal. Hij kan werkelijk alle kanten op vliegen, en soms denk ik wel eens dat wanneer hij niet in Spasmodique was beland, hij hele andere muziek was gaan maken. Maar dat is ook weer een kracht. Maar Martin, en ook Arjo en ik, houden tijdens een show altijd Reinier in de gaten. Gewoon omdat hij die stabiele factor is. En dat moet ook wel, want als er iets mis gaat lost hij het op.”
„Arjo vind ik weer een beetje het muzikale geweten van de band. Hij is een ongelofelijk goede gitarist, maar ook eentje die er hard voor werkt. Wat ik aan hem bewonder is dat hij zich nog steeds aan het ontwikkelen is. Hij oefent thuis heel veel, sleutelt aan zijn gitaren, en komt altijd met heel oorspronkelijke ideeën. Met name ook op dit laatste album.”
Docu
Maar hoe staat het eigenlijk met de documentaire die ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum gemaakt zou worden door vriend-van-de-band Jean Paul van Mierlo, ook nadrukkelijk betrokken bij de veelvuldig geprezen docu Walking In The Opposite Direction (2016) over The Sound-zanger Adrian Borland.
„Die is even geparkeerd, omdat we er niet helemaal uit zijn hoe we het precies willen. Je kunt een documentaire over een band vanuit zoveel verschillende perspectieven maken. Je bent als band toch ook een soort van mythe, en je moet goed op een rij hebben hoe je daar bij het maken van een docu mee om wil gaan voordat je het definitief in een bepaalde vorm gaat gieten. (lacht) Ik geloof niet dat er iemand zit te wachten op beelden van Martin, of mijzelf, die al afwassend de band Spasmodique probeert te duiden. De muziek die we maken is ook groter dan de onafhankelijke bandleden. We zijn een collectief en door iedereen los van elkaar met beeld aan het woord te laten, ga je aan dat collectief, of zoals Rotown het omschreef ‘de duistere mythe die Spasmodique is’ voorbij. Het is ook een beetje mijn schuld dat die docu even geparkeerd is, maar zodra we de juiste vorm hebben bedacht, komt hij er echt wel.”
Wenen
Rest tenslotte de vraag wat de mooiste momenten uit veertig jaar Spasmodique zijn voor Ritsema. „Poeh! Laat me even denken. De release van een nieuwe plaat vind ik altijd mooi. Daar wen je ook nooit aan. Maar elke periode van Spasmodique heeft zijn mooie momenten. Zoals bijvoorbeeld de eerste periode, toen we net bestonden, (lacht) en we op ‘toernee’ gingen voor drie optredens in Limburg. Dat blijft je altijd bij. Ontzettend veel gelachen ook, zo met z’n allen in een busje gevouwen. En dan op je vrije dag naar de grotten van Valkenburg….hahahaha.”
„Een ander mooi en onvergetelijk moment was later toen we in Hongarije moesten spelen, wat echt een eind weg was. Dus deden we nog wat zogenaamde opvul-optredens onderweg, in ruil voor een overnachting. Een daarvan was in Wenen waar we helemaal kapot aankwamen. Hongarije was nog ver weg, maar we waren allemaal volledig naar de kloten. Die tent in Wenen bleek echt helemaal volgepakt en we hebben dat publiek helemaal plat gespeeld. Dat soort momenten vergeet je dus ook nooit. Niet alleen de herinnering, maar ook het gevoel dat daar bij hoorde, kan ik zo weer oproepen. Het optreden begon en we waren doordat we zo gaar waren, nog helemaal bezig met het vinden van de energie en op gang komen. En opeens dacht ik ‘we hebben ze al’. Vanaf dat moment kregen we vleugels. In de jaren daarna zijn we trouwens nog regelmatig terug geweest naar die club, omdat we een soort cultstatus teweeg hadden gebracht voor onszelf. Mooie tijden.”
Spasmodique is donderdag 20 april te zien in Rotown, Rotterdam, en op 29 april in Patronaat, Haarlem. Voor volledige tour, zie www.spasmodique.nl
Hold On To A Scream verschijn 22 april via Sounds Haarlem Likes Vinyl
Ook in 2016 sprak MuziScene met Spasmodique, toen over hun album Six: Mark Ritsema (Spasmodique): ‘We tellen met zijn vieren af en dan gebeurt er dit’

Een gedachte over “Spasmodique: Het bandgevoel gaat boven alles op Hold On To A Scream”