Het label Memphis Industries heeft een geoefend oor voor art-pop artiesten uit het Verenigd Koninkrijk. Van het op dat label opererende Dutch Uncles bijvoorbeeld hebben we heel wat jaren niks meer vernomen, maar dat gemis wordt meer dan goedgemaakt met het vijfde album van Rozi Plain.
Plain maakt muziek die in vergelijking met Dutch Uncles stukken minder heftig en minder rock georiënteerd is. Maar diep van binnen hoor je eenzelfde inborst. In het ‘art’ karakter van de muziek raakt Plain precies dezelfde gevoelige snaar als het vergelijkingsmateriaal dat wij er voor de gelegenheid maar eens met de haren bijslepen. Tegelijk zou je parallellen kunnen trekken met de droompopscene in de VS rond bijvoorbeeld Jay Som. Plain kun je als het ware zien als een Britse tak van die stroming.
Prize is een mooi warm klinkend pop album dat het moet hebben van het creatief gebruik van instrumenten. Hooguit de bas en drums volgen bekende paden en leggen een vloertje onder het bouwsel. Daarbovenop zet Plain flarden van instrumenten, electronica maar ook akoestische puzzelstukken als een piano of een blazerssectie. En wonderlijk genoeg vallen al die fragmenten naadloos aaneen. Dat levert combinaties op en klankkleuren die niet alledaags zijn en het album een weldadig avontuur maken om te verkennen. Favoriet is wat ons betreft door malend en daarmee een beetje kraut Painted The Room.
Goed, evenwel kun je aanvoeren dat niets tegen de haren instrijkt, of het moet eens een uit de toon klinkend arpeggio zijn dat als een sample in een nummer wordt rondgestrooid, maar ‘erger’ dan dat wordt het nooit. Plain lijkt een ziel die zoekt naar harmonie, maar dan op plekken waar anderen niet heel vaak komen. Laat je maar door haar meevoeren, in het donker, koptelefoon op, naar kleurrijke dromen en onontdekte plaatsen.