‘Noodlijdend’ is misschien wat overdreven, maar het Delftse popklimaat is al langere tijd niet iets om over naar huis te schrijven. Er gebeurt genoeg in de historische stad, maar het is versnipperd en kleinschalig. Wil je als Delftenaar eens een band uit het alternatieve circuit zien die er nu toe doet, moet je al gauw de trein pakken naar Rotterdam of Den Haag. En dat doen velen dan ook. Door de jaren heen is geprobeerd weer leven en meer lijn te krijgen in het lokale popaanbod, maar initiatieven liepen steevast op niets uit. Dat leidt tot gelatenheid bij betrokkenen in de kleine scene en daarmee een klimaat waarin het lastig is nieuwe initiatieven te ontwikkelen.
Nu is er opnieuw een club opgestaan die het weer gaat proberen de Delftse popcultuur te reanimeren: Popdelft. Onder die naam zijn al wat kleinere concerten georganiseerd maar woensdag 7 december is met een grote show getiteld Popdelft XXL met enkel Delftse artiesten in Lijm & Cultuur als het ware de aftrap gegeven voor de activiteiten.

Sven ‘Hammond’ Figee is het gezicht van Popdelft. „Wij zetten ons in om de popmuziek en de popscene in Delft weer te versterken, te verbinden en om het klimaat dat de aflopen tien vijftien jaar een beetje is doodgebloed weer een nieuwe impuls te geven”, legt hij uit. In zijn ogen hebben meerdere oorzaken geleid tot het inkakken van de scene in Delft. „Op een gegeven moment verdwijnt er een poppodium, en dan komt er niks voor in de plaats, gebeurt er alleen nog wat op kleine plekjes. En dan waait er in de politiek op een gegeven moment een wind dat het bij cultuur om ‘linkse hobby’s’ gaat – wat er tien jaar geleden werd geroepen – en dan wordt er geen geld meer voor uitgetrokken. Al dat soort dingen bij elkaar leidt er toe dat op een gegeven moment een verschraling ontstaat. En dat is eigenlijk bizar voor een stad waar zoveel mensen wonen. Als je het vergelijkt met steden als Leeuwarden, Hoorn of Purmerend: die hebben wel een poppodium en Delft al heel lang niet meer. Dat is stom, dat moet er gewoon komen. En er wordt dan wel gezegd dat Delft ligt tussen Den Haag en Rotterdam en dat mensen daarheen gaan. Dat is dan zo’n excuus dat gebruikt wordt: onzin natuurlijk. Er zijn hier genoeg mensen en veel studenten, er is echt animo voor. Dat zie je hier ook vanavond.”
En inderdaad. Op een ijskoude regenachtige avond midden in de week staat Lijm & Cultuur – een prachtige concertzaal aan de rand van de stad met een ruime capaciteit die schreeuwt om optimale benutting voor onder andere concerten – goed gevuld, ondanks de ticketprijs van 35 euro. Vooraf kon het publiek ook inschrijven op een driegangendiner. Dat typeert het publiek dat op deze avond afkomt.

Alles draait tijdens Popdelft XXL om Delftse artiesten. Roel van Velzen is spreekstalmeester en rijgt gedurende een twee uur durende wervelende show een keur aan Delftse artiesten aan elkaar. Zelf trapt hij af en raakt de verzamelde oudere Delftenaren – de sfeer deze avond houdt het midden tussen een reünie en de joligheid van ‘Vrienden van Amstel’ – in het hart door in het openingsnummer zijn niet te lang geleden overleden vader en tevens bekend muzikant in Delft Kor van Velzen via een bandopname mee te laten zingen. Natuurlijk ontbreken de ‘legendes’ van vroeger niet. Polle Eduard mag voor de ontelbaarste keer Ik Wil Jou zingen, Ferdinand Bakker (Alquin) soleert nog altijd vlammend in een bluesy uitvoering van een nummer van Neil Young, en Eduard en Wim van Velzen – oom van Roel van Velzen – spelen uiteraard wat liedjes van Tee Set.
Maar het programma start met een trits aan jong talent. Waarbij Roel van Velzen bij het introduceren telkens mooi een relatie met de stad legt. ‘Jeanna, vanuit het raam van je huis kun je molen De Roos zien’, ‘Jet van der Steen, jij hebt tot je 18de aan de Molslaan gewoond’. Goed, er valt natuurlijk altijd wat te zeggen over de gemaakte keuzes voor de invulling van een programma: waarom wel een lange Queen-medley maar vallen niet namen als Nico Haak, De Div, Paradogs of noem willekeurig maar iets op uit het rijke muziekverleden van Delft? En wordt er in Delft niet aan hiphop gedaan of zijn er geen producers van moderne dansmuziek a la Weval? Nee, er is gekozen voor nostalgie en entertainment, en dat heeft uiteraard ook zijn plaats in het Delftse muziekpalet.

Hoe past zo’n avond in het doel van Popdelft? Het is toch geen werkverschaffende promotieorganisatie voor Delftse artiesten? Figee: „Wij zijn niet zo zeer een promotor maar wij willen wel heel graag laten zien dat Delft niet alleen Polle Eduard maar ook heel veel nieuw talent heeft. Wist je dat Sandra van Nieuwland uit Delft komt? En deze avond is een uitgelezen kans om dat in een soort showcase te laten zien. En het is ook lekker bezocht dus volgens mij is er animo voor. Dat is mooi.”
De stichting kreeg onlangs van de gemeente bijna 60.000 euro om in een eerste jaar te starten met het werk, en er is goede hoop dat die steun nog enkele jaren aanhoudt. Daarmee gaat Popdelft uiteenlopende concerten op verschillende locaties in de stad en bijvoorbeeld ook workshops organiseren. ‘Content in de stad brengen’, heet dat in subsidiejargon. „Alles wat past in het doel om het muziekklimaat weer een beetje een push te geven”, aldus Figee. Maar daarmee heb je nog geen nieuw popcentrum in de stad, erkent hij. „Dit is om basisactiviteiten te starten, het verbinden van verschillende groepen en organisatoren in de stad en de politieke lobby aan te zwengelen.” Hét argument waarmee die politieke lobby wordt gevoerd is dat een rijk cultureel leven aantoonbaar bijdraagt aan het vestigingsklimaat. Het maakt dat mensen in zo’n stad willen wonen, en dat maakt op zijn beurt dat bedrijven zich daar willen vestigen. Iedereen profiteert.
Figee is zelf geen Delftenaar. Wel heeft hij al zo’n veertien jaar een opnamestudio Marmalade Music in een oud industrieel pand aan de rand van Delft. Wat motiveert Figee om tijd en energie te steken in Popdelft? „Ik vind het belangrijk dat hier meer gebeurt. En ik vind het zonde dat het is doodgebloed. En ik denk dat het goed is voor de stad, goed is voor de mensen. En uiteindelijk ook goed voor mijn studio. Als er meer popmuziek wordt gemaakt in Delft, komen er meer bandjes opnemen. Alles helpt elkaar, alles hangt met elkaar samen. Als er meer reuring is, is het voor iedereen beter.”
Leaderfoto: Foto/copyright Paul Bergen