Utrechts kwartet Combo Qazam heeft tijdens de lockdownperiode een wurgend mooi nieuw album gemaakt dat de sfeer van die tijd ademt: een beetje afgeschakeld toekijken hoe de boel naar de knoppen gaat. Dat gevoel giet de band in tien dwarse composities die tappen uit de historie van avant garde als Wire, Beak> en Can, maar wij horen er ook echo’s in van de aan Wire gerelateerde band Minimal Compact en het werk van Blaine Reiniger. Dat geldt als compliment. Tegelijk schrikt Combo Qazam er niet voor terug wat wereldmuziek-invloeden of een dosis jaren zestig progrock in de mix te flikkeren: de track Repeater heeft bijvoorbeeld zo zijn Focus-momentjes.
Toch is het tweede album van het viertal – uitgeven door het sympathieke label Tiny Room Records – niet van a tot z geslaagd. De experimenteerdrift staat soms misschien wat te veel op de voorgrond waardoor hedonistisch genot voor de luisteraar uitblijft en we het moeten doen met het idee dat we cognitief gevoed zijn. Het is misschien hier en daar wat grof in de afwerking. Maar een paar mooie nummers maken het album meer dan de moeite waard. Bijvoorbeeld de krautachtige geluidscape Drain en opener Crisis behoren daartoe. Maar verrukt van schoonheid zijn we bij Bird en Heimerich. Als dit voortkomt uit een periode opgesloten zitten, moeten we die vier misschien maar weer een poosje opbergen ergens.