‘God straft wie rocker in Holland wil zijn.’ Deze tegeltjeswijsheid van wijlen Jan Rot kwam afgelopen vrijdag in me op in zaal De Posthoorn, in het Belgische Hamont. Normaal gesproken haal ik mijn neus op voor bands die teren op oude glorie, met vaak nog maar één of twee originele bandleden in de gelederen. Bands waarbij de balans van passie naar pecunia is doorgeslagen. Alle jubelberichten over de passages van Peter Hook ten spijt: ik heb de legendarische bassist één keer in de huidige constellatie gezien en gehoord en dat volstaat. Er wordt naar mijn smaak door ‘Hooky’ al veel te lang met het lijk van Joy Division rond gezeuld. Zwelgen in nostalgie doe ik bij voorkeur in besloten kring, thuis in de woonkamer, met een plaatje erbij.
Maar hee, in dit geval betrof het Rudeboy plays Urban Dance Squad feat. DJ DNA. UDS, misschien niet de uitvinder van de crossover tussen rock, funk, hiphop en meer, maar dan toch minstens één van de vaandeldragers in het genre en links en rechts gepasseerd door mindere goden die met de roem en het geld gingen lopen. Michel ‘Magic Stick’ Schoots, Silvano ‘Silly Sil’ Matadin, René ‘Tres Manos’ van Barneveld, Arjen ‘DJ DNA’ de Vreede en Patrick ‘Rudeboy Remington’ Tilon, het vijftal dat één van ’s lands beste bands ooit vormde, eind jaren ’80, begin jaren ’90 triomfen vierde, maar niet het wereldwijde succes kende dat het verdiende. Geen hechte vriendengroep en interne strubbelingen á volonté, maar wrijving zorgt voor glans, zeker bij de Squad. Vaak live gezien, altijd de bom. Toch twijfelde ik om de twee stichtende leden, aangevuld met drie nieuwe muzikanten, te gaan zien. ‘All things must pass‘, tenslotte. Ik liet de keuze om wel of niet te gaan daarom over aan mijn vriendin. ‘Laten we gaan’, zei ze. Ik moet vaker naar haar luisteren.
Op het podium géén slap aftreksel van wat ooit groots was, zo werd gelijk duidelijk. Rudeboy attaqueerde bij opkomst de microfoon en stuiterde over het podium, in een mix van dansen en een fitness workout. De band speelde soepel, strak, hard en met veel plezier. De Squad mét of zonder DNA maakt voor mij nogal een verschil. De scratches en samples zijn net het peper en zout in de UDS-soep, dus dat trof. Neem voor de aardigheid even een deel van de setlist in je op en laat het rillen van genot een aanvang nemen: Fast lane, No kid, Deeper shade of soul, Brainstorm on the U.D.S., Grand black citizen, Harvey Quinnt, Happy go fucked up, Demagogue en persoonlijke favoriet Bureaucrat of Flacco Street. Ik hoor graag welke Nederlandse bands óók zulke adelbrieven kunnen overleggen. Ik wacht.
En toch stak er iets. Rudeboy en de zijnen werkten zich in het zweet voor slechts een honderdtal concertgangers, die weliswaar hun appreciatie lieten blijken, maar het had een bomvolle club, arena of festivalwei mogen zijn. Daarom het advies om dit weliswaar afgeslankte, maar tegelijkertijd nog altijd moddervette UDS live te gaan zien nu het nog kan. En neem de kinderen mee, ter leering ende vermaeck.
Bij het verlaten van de concertzaal spookte één zinnetje door mijn hoofd: ‘Who the fuck is Rage Against the Machine?’.
DJ 45Frank