‘Soort van Rotterdammer, maar komt uit Vlaardingen. Ontloopt de rolstoel, ver ga je niet lopen meer… Jordy, Jordy, Jordy…’. In Game Over – een soort interlude op het derde album van De Likt – wordt het anti-heldenspel rond Jordy Dijkshoorn fel en hard uitgespeeld. Je hoort een zwaar bewerkte stem van Diggy Rast die zuchtend en als het ware hoorbaar hoofdschuddend Jordy Dijkshoorn op de korrel neemt, met harde grappen, Rotterdamse humor.
Het album Ctrl-Alt-Delikt ligt al jaren op de plank. De eerste single verscheen kort voor de pandemie. Daarna was het wachten op een goed moment om het uit te brengen en het Rotterdamse drietal weer zou kunnen oogsten, legde Jordy Dijkshoorn alias Simon al eens uit in een gesprek met MuziScene. Nu gaat het dan – opvallend genoeg na het festivalseizoen waarin met name Dijkshoorn het druk zat had met allerlei zij-projecten waaronder prominent Het Gezelschap – toch eindelijk los, met als startschot de release show in Annabel op 2 september. Met daags voor de start van de tour de mededeling dat het meteen de laatste wordt.
Zetten we de plaat op, dan reizen we dus terug in de tijd, naar 2019. En dat moet voor Dijkshoorn, Giorgi Kuiper en professor John van Beek toch raar aanvoelen om met die liedjes en al die andere intussen bijna stokoude hits weer het podium op te kruipen.
Ctrl-Alt-Delikt laat een weer meer volwassen De Likt horen. De sounds zijn geïnspireerd op die piepende 8-bit geluidjes uit primitieve spelcomputers. De beats zijn helder, swingend. Meer nummers komen zo beter uit de verf op de dansvloer, maar misschien net wat minder voor de moshpit. Natuurlijk wordt er weer volop samengewerkt met bevriende sterren. De single met David Vunk kent intussen iedereen, maar ook Afronaut en Diggy Rast komen langs.
De teksten zijn beter te verstaan, iets minder gebrabbelde straattaal. Jordy speelt in zijn teksten met zijn anti-heldenstatus. Het gaat veel over hemzelf en/of zijn personage. Speelt hij het nog, of is Dijkshoorn intussen versmolten met zijn alter-ego? En er wordt bijvoorbeeld in Alleen onverbloemd gerefereerd aan de gevolgen van de vechtpartij bij Biergarten waar hij zijn nek brak en naar verluid maar ternauwernood ontsnapte aan de rolstoel. Die tekst klinkt oprecht, alsof ons even een blik wordt gegund in de kajuit van zijn leven.
‘Ik ben een stadsduif‘, vertelt Dijkshoorn in een van de simpelste maar misschien ook meest pakkende liedjes om daarmee zijn eigen inborst te duiden. Geringd, maar niet gebonden, zo blijkt uit meer teksten waarin het woord ‘relatie’ met scepsis wordt uitgebraakt. Die Rotterdamse import-stadsduif is een vrije vogel, een stadsnomade dobberend op het water van de Maas die pas tot leven komt in de kroeg: ‘Waarom bel je?’ ‘Nou, ik zit bij café Ouwe Sluis en we hadden een afspraak… mijn biertje slaat een beetje dood‘.
The Boys Are Back In Town, meldt het trio. Met een plaat die in feite oud is maar niet als oud nieuws klinkt. Een album dat voldoende biedt om daarmee weer zalen in het Nederlandse circuit plat te kunnen spelen. Die tour, dat wordt vast weer een zegetocht. Toch riep het al de vraag op hoe houdbaar deze formule nog zou zijn. Voor de drie zelf, op pad met materiaal dat voor hen wel als oud nieuws moet aanvoelen, hopelijk niet enkel en alleen om het geld. En wanneer zou de zaal het wel hebben gezien, deze formule en die intussen bijna obligate sprong in de massa van Dijkshoorn?
Met de mededeling te stoppen voorkomt De Likt dat hun loopbaan als een nachtkaars uitgaat. Precies op tijd. Ze stoppen op het hoogtepunt, met een tour die nu dus een afscheidsfeestje gaat worden. Voor nu maar even genieten van hun meest volwassen van drie albums en de serie feestjes. Dan gaan we wel zien waar we de drie in de toekomst gaan tegenkomen.