Het valt natuurlijk te categoriseren onder de noemer ‘relatief klein leed’, maar als singletjesfanaat bezorgt een gebroken plaatje me telkens weer een bloedend hart. Er zijn wel verschillen. Plaatjes die je uit een ramsjbak vist voor een euro of minder en waarbij het veronderstelde haarlijntje bij thuiskomst een breuk blijkt te zijn? That’s all in the game en geen groot verlies. ‘Keep calm and carry on’. Anders ligt het bij plaatjes die een emotionele en/of financiële waarde vertegenwoordigen.
Met een collectie van zo’n 20.000 singles kun je je afvragen waar ik me druk om maak, maar mijn vinylvriendjes zijn me allemaal even lief. De paar gebroken plaatjes uit die uit de klauwen gelopen collectie staan me dan ook bijna allemaal nog helder voor de geest. Die 7” van Buffalo Tom met daarop covers van ‘The only living boy in New York’ (Simon & Garfunkel) en ‘The seeker’ (The Who) die ergens onderweg naar mijn brievenbus was gecrasht? De verkoper stuurde zonder verpinken een nieuw exemplaar op. De single van Riyuichi Sakamoto’s ‘Riot in Lagos’, een klassieker waar ik al lang naar op zoek was? Duurde veel te lang om daar een vervangend exemplaar van op de kop te tikken. Geduld is een schone zaak, maar niet aan mij besteed wanneer het om muziek gaat. ‘I want it all and I want it now’.
Echt pijnlijk wordt het pas wanneer een single door eigen toedoen naar de gallemiezen wordt geholpen. Het singletje ‘Us and them’ van Pink Floyd bijvoorbeeld. Je denkt: ’t kèn nèt wanneer je ‘m in een overvolle rij in je singlesrek stopt. De realiteit blijkt iets weerbarstiger. Beetje wrikken, een ‘krák’ en vervolgens vloeken als een bootwerker.
De laatste mini-tragedie speelde zich afgelopen zondag af. Om de logistiek voor een dj-set tijdens de ‘afterparty’ voor onze veel te jong overleden vriend J. zo soepel mogelijk te laten verlopen, zou dj-makker Michel op maandag vóór de uitvaartplechtigheid de geluidsinstallatie alvast gaan klaarzetten bij de locatie waar we J. passend muzikaal zouden uitzwaaien. Daarom bracht ik zondag al een koffertje singles en een mengpaneeltje naar mijn dj-buddy. In de veronderstelling dat verzoeknummer ‘Liar’ van de Rollins Band een 8” single was (beetsje dom, het is een 7” single in een 8” hoes…), legde ik deze achter de chauffeursstoel in mijn auto, mixertje op de achterbank. Enkele kilometers van huis gingen vóór me een paar auto’s opeens vól in de ankers. Ikzelf idem dito. Vanuit een ooghoek zag ik een ree nog net heelhuids de overkant van de weg bereiken. Door het bruuske remmen schoot het mengpaneeltje van de achterbank en landde op de normaal toch niet zo kleinzerige Henry Rollins. Na inspectie bleek mijn vrees bewaarheid: ‘Liar’ was nu een ex-single en opgestegen naar de vinylhemel. Mogelijk werd hij daar opgewacht door vriend J., die met een grijns zou opmerken dat ‘ie me postuum nog mooi op kosten had gejaagd.
Moraal van het verhaal? Beter opletten in het vervolg en – met wéér iemand in gedachten die te vroeg de finishlijn is gepasseerd – wat vaker ‘enjoy yourself, it’s later than you think’ neuriën. En fuck Bambi.
DJ 45Frank
Hahaha…. Nochtans is Rollins gemiddeld genomen iets steviger dan de concurrentie… zag hem ooit in de backstage van Pukkelpop gewichten liften die de gemiddelde roadie met twee torst….
LikeLike