Tussen alle verhalen over bands die om de een of andere reden pech hadden met de corona-lockdowns – omdat ze net een album uit hadden of iets lang op de plank moesten laten liggen – ontsnapte Interpol wonderwel aan deze dip in hun loopbaan. De tour voor Marauder was net afgesloten toen het openbare leven op slot ging. De band, intussen gedecimeerd tot een trio gevormd door Paul Banks, Daniel Kessler en Sam Fogarino, pakte rust maar pakte het schrijven van nieuw werk ook al snel weer op. En zie, de wolken trekken op, de zon breekt door en daar is Interpol met een nieuw album: The Other Side Of Make-believe.
Is er dan helemaal niks te merken van de afgelopen periode? Jawel, Interpol schreef namelijk veel vanuit huis en de leden stuurden elkaar ideeën toe. Het sterkst uit zich dat in de zang van Paul Banks. Zoals hij het zelf uitlegt in begeleidend schrijven bij het nieuwe album, hoefde hij bij het componeren nu eens niet op te schreeuwen tegen de drums. Je hoort hem dus de hele plaat inderdaad ingetogen en beheerst zingen; bijna alsof hij in de slaapkamer wat opneemt en de andere mensen in huis er niet mee wil lastigvallen.
Zover de uitleg. Maar levert het nog een achtenswaardig album op? Veel muziekliefhebbers en fans van Interpol zullen warme herinneringen hebben aan het moment dat we Interpol leerden kennen. Turn On The Bright Lights was inderdaad alsof er licht werd ontstoken in de duisternis, een heropleving van klanken uit de jaren tachtig, stemmig en duister. Die opwinding is in de loop van de jaren met elk nieuw album al wat gesleten. Interpol zoekt hoorbaar naar een manier om met steeds minder mensen toch de magie in stand te houden. En dat lukt het minst goed met dit nieuwe album The Other Side of Make-Believe. De stem van Banks klinkt nog steeds even aansprekend, ook al zingt hij dan nu erg gecontroleerd. De sound en de gitaarlijnen zijn herkenbaar. De ritmesectie is stevig, de bas klinkt lekker, de ritmes zijn niet doorsnee. En toch komt het niet binnen. Een enkele song hint nog naar de meeslepende duistere sfeer die de band zo interessant maakte, Something Changed bijvoorbeeld is zompig en zuigend en klinkt nog een beetje mysterieus als een aflevering uit een tv-serie van David Lynch. Maar daar staan veel middelmatige liedjes tegenover zoals Renegade Hearts of Passengers die bovendien naar mate het album vordert een eenvormige brij gaan vormen.
Interpol betovert niet meer. Tijd voor iets nieuws.