Ik liep eens een muziekwinkeltje in Delft binnen en werd er argwanend aangekeken door een groepje oudere muzikanten die met elkaar het leven bespraken. ‘Speel je in een band dan? Eigen materiaal?’ Een spottend gegrinnik volgde op mijn antwoord. Als je aan de bak wilt komen als amateurmuzikant en misschien ook nog wat wilt verdienen, dan moet je in een coverband gaan spelen, werd mij uitgemeten.
Dat bevestigde wel mijn beeld van muzikanten die spelen wat een ander voor ze heeft verzonnen. Waarom zou je in hemelsnaam in zo’n coverband willen spelen?
Die herinnering dringt zich op als ik bij oefenruimte De Frikandel in een busje stap om met Dancing Horses naar Amersfoort af te reizen. In het prachtig geoutilleerde poppodium Fluor – gevestigd in wat ooit de fabriekspanden waren van tandpastaproducent Prodent – gaan zij een avondje de klok ferm terugdraaien, naar de jaren tachtig wel te verstaan. Dancing Horses, ja wel, vernoemd naar de klassieker van Echo and the Bunnymen Bring On The Dancing Horses, vult met speels gemak een lange avond met enkel en alleen wave-liedjes uit die periode. Een echte coverband.
Het liftje van De Frikandel zucht onder het gewicht van de versterkers en de hardware van het drumstel. Zanger-gitarist Stooker trekt een koffer uit de handen van een van zijn bandmaten. ‘Geef maar hier’, in puzzel het wel in elkaar’. Het busje van Hartman is een beetje aan de krappe kant. Naast mijzelf is er nog een vriend die mee mag. En de hele mikmak van een band van vier mensen moet er ook in. Gelukkig verkiest gitarist Jeroen zijn eigen vervoer. Speciaal om hem te zien spelen zijn twee nichtjes voor een enkele dag over uit Israël, en die kan hij dan mooi meenemen in zijn eigen auto. Stooker ginnegapt met drummer Ronald over wie er nu eigenlijk het beste in kan pakken, terwijl hij met een timmermansoog een doos in een gaatje schuift. ‘Met je peen en uien-verhaal’ klinkt het onderlinge gemoedelijke geplaag oer Rotterdams en af en toe bijpassend grofgebekt, vol grappen waarvoor je tegenwoordig zonder meer gecancelled zult worden. Het past, net…. Ray en Ronald worden ingebouwd achter een muur van gitaarkoffers. Nee, onderweg plassen zit er even niet in. De deuren gaan nog dicht en weg zijn we, op weg naar Amersfoort.




In de bus is het bal. Geen seconde is het stil en bassist Ray(mond Rotteveel), drummer Ronald, zanger-gitarist Stooker en John, de gast van vandaag, tuimelen over elkaar heen met sterke verhalen. Over dj’en – hoe Ronald Ray eens in een bomvolle zaal alleen achterliet achter de knoppen om ‘even te gaan pissen’, en hij in totale paniek ontdekte dat nota bene de broertjes Dewaele toekeken wat er in de booth gebeurde – en spelen in het voorprogramma van beroemde bands zoals Weezer. Elk van de bandleden kan bogen op mooie herinneringen en een lange historie in verschillende bands. Om de chaos in de bus compleet te maken zoekt chauffeur Stooker voortdurend op de radio naar geschikte muziek. De sfeer is opgetogen, vijf jongens in een krap warm busje, ze hebben er zin in.
Ik doe wat ik leuk vind met de gasten waar ik het leukst vind om het mee te doen. Wat wil je nou nog meer?
Klokslag vier uur arriveren we bij Fluor in Amersfoort. ‘De enige band die altijd precies op tijd is’, schaterlacht de hele bus. Nu nog de ingang vinden. Na nog een rondje door de stad stuurt Stooker opnieuw de straat in waar het zou moeten zijn en na wat navraag wordt de deur met daar netjes op geschreven ‘Fluor’ dan toch gevonden. Zijn ze toch nog een paar minuten te laat…


Ook gitarist Jeroen arriveert en als een speer wordt de backline uitgeladen en op het podium gezet. Het is warm vandaag en na de rit in de overvolle bus wordt gretig gebruik gemaakt van het gastvrije ontvangst in de ijskast in de kleedkamer. Jeroen en Stooker meten op het half ronde podium uit hoe ze de ruimte kunnen verdelen en goed richting het publiek staan. De onderlinge taakverdeling wordt duidelijk. Elk bandlid heeft zo zijn eigen sterke punten. Stooker kan goed passen en meten en is de energiebom die voortdurend heen en weer loopt, maar blijft lullen, en iedereen bij de les houdt. Jeroen is de perfectionist. Met ontzag vertellen Ray, Ronald en Stooker over het vermogen van Jeroen om elektronica weer aan de gang te krijgen. ‘Van de drumpad die ik gebruik hebben we er twee bij ons. Zo hebben we wel meer zaken dubbel voor het geval er iets uitvalt. Jeroen koopt die spullen voor een habbekrats, kapot, en maakt ze dan zelf.’ Ronald op zijn beurt is de man met het grote netwerk, ‘the man with the plan‘, karakteriseert Stooker hem. En Ray, Ray is de stille kracht, zoals dat past bij bassisten.
Stooker en Jeroen spelen met hetzelfde type gitaren: Variax van Line 6. Het repertoire dan de Dancing Horses speelt vereist dat ze regelmatig de stemming moeten aanpassen. En met dit emulatiesysteem is dat met het omzetten van een schakelaar voor elkaar. Ray speelt op een ‘gewone’ bas en moet dus telkens met de hand stemmen. Dat ging het vorige optreden in Apeldoorn bijna mis, vertelt Ray met een glimlach. „De batterij in mijn stemapparaat was leeg. Bij het stemmen deed het apparaat het soms wel maar soms ook alleen maar raar. Op een moment moest ik voor een nummer snel omstemmen en gelukkig lukte dat.” Ray beleefde angstige momenten, temeer omdat het publiek in de bomvolle zaal met hun neus bovenop het podium stonden. „Toen ik dan eindelijk klaar was met stemmen bleek dat ik een verkeerde setlist voor mij neus had. Moest ik weer terugstemmen.” In Amersfoort wordt daarom nog even nagegaan of iedereen nu wel de juiste setlist heeft. Ja? Oké dan…

Een belangrijk aanvullend voordeel van het systeem dat beide gitaristen gebruiken is dat een schier onuitputtelijk aantal gitaarsounds kan worden gebruikt. Dan is het plots kinderspel om precies die gitaarsounds die in het origineel worden gebruikt na te doen. Dat horen we tijdens de soundcheck al overtuigend als Bad van U2 wordt geoefend en Jeroen precies klinkt als The Edge.
Zo vol als het kortgeleden in de Flierefluiter in Apeldoorn was, is het vanavond niet in Fluor. Bij binnenkomst hoort de band dat er enkele tientallen kaartjes zijn verkocht. „In Apeldoorn is het altijd vol. Vanavond zal het niet zo druk zijn. Maar dat geeft niet, het is sowieso een feestje voor onszelf”, klinkt het berustend.
Ouwe reggedegger!
„We maken al 35 jaar muziek met elkaar man”, vertelt Ronald. „Eergisteren stonden we nog in de repetitieruimte – dan spelen we echt een hele dag – dat is gewoon een feestje met elkaar. En als je wat ouder bent, dan realiseer je je hoe bijzonder het eigenlijk is dat je al zo lang met elkaar muziek maakt en bevriend bent. En dat we dan weer met elkaar in zo’n busje klimmen en gewoon weer lekker een paar showtjes doen. Dat is gewoon heerlijk.” Voorwaarde voor de band is wel dat ze in een goede zaal met goede faciliteiten kunnen spelen. „ Als wij er zo veel tijd in steken om die nummers goed te hebben, met die backing tracks en alles op click, dan moet het ook wel goed over kunnen komen in de zaal.”
Door het onderlinge gekift en het elkaar in de zeik nemen heen, klinkt een warme onderlinge band. Met de kreet „ouwe reggedegger!” en ferme kloppen op de schouders wordt de wederzijdse genegenheid bevestigd. De jongens van Dancing Horses kennen elkaar van haver tot gort, en genieten er merkbaar van om met elkaar op pad te zijn. Ieder op zijn eigen manier, ieder in zijn eigen rol in de groep. Dat komt vandaag misschien het sterkst naar voren als de ziekte van Ray ter sprake komt – hij vecht tegen kanker – en hoe er onderling mee wordt omgegaan. Er wordt niet omheen geluld, het is ook geen medelijden, maar wel meelevend, zoals goede vrienden elkaar in moeilijke tijden kunnen bijstaan. Ray vertelt dat hij als hij met deze groep muziek maakt kan ontspannen en heel even kan vergeten wat zijn leven nu beheerst.



Tijdens de soundcheck worden de punten op de i gezet. En wordt eenieder zakelijk bij de les geroepen om te presteren. Discussie is er over hoe de telling van de backing track bij een nieuw ingestudeerde song – Bad van U2 – precies verloopt en op welk moment moet worden ingevallen. Dancing Horses werkt in veel liedjes met een geluidsopname die meeloopt terwijl zij spelen. Daarbij maken ze gebruik van sporenopnamen die op internet te vinden zijn van veel klassiekers. De kenmerkende baspartij bij de intro van Waterfront van Simple Minds bijvoorbeeld wordt zo slim ingezet om het origineel zo dicht mogelijk te benaderen. Niets kunstmatig is er verder aan het spel van de band. En de stem van Stooker is met je ogen dicht alsof Bono hoogstpersoonlijk vanavond in Fluor aanwezig is. Bovendien stelt de techniek die de band gebruikt hoge eisen aan met name drummer Ronald die zich in tempo precies moet houden aan de meelopende clicktrack, maar ook de structuur van elk nummer moet volgen. Elke afwijking is – zo demonstreerde Kiss onlangs – in principe fataal. Zorg is er alleen over de geluidsmensen van Fluor. Professionals die hun vak goed verstaan, maar zij zijn te jong om het vanavond gespeelde repertoire goed te kennen. En dus ook niet weten hoe hard de backingtrack moet staan om dat origineel te benaderen. De meegereisde gasten worden ingeschakeld om dat probleempje te tackelen: zij zullen de geluidsmensen bijstaan tijdens de show.

Na de maaltijd zoekt iedereen even de rust, in de kleedkamer of buiten in de zon op het Prodent-terrein. Gewacht wordt tot de zaal goed is volgelopen en tegen 9 uur stapt de band het podium op. Het is nog even afstandelijk, het publiek blijft nog wat weg van het podium. Maar als Enjoy The Silence wordt ingezet breekt de ban en danst het pakweg 70-koppige publiek de avond vol. Veel grijze koppen. Ook voor het publiek geldt naar alle waarschijnlijkheid dat dit de muziek uit hun jeugd is.

De show loopt op rolletjes. Ronald en Ray vormen een geconcentreerd hecht paar. Jeroen staat regelmatig met zijn ogen dicht, genietend van het moment, te spelen. En Stooker zingt gedreven en is vanavond in vorm. Een geboren entertainer, met passie voor de muziek die hij vertolkt. ‘Eentje voor de ladies… werkt altijd’, zwijmelt hij bij het inzetten van Feels Like Heaven.



Dancing Horses speelt in wisselende bezetting al sinds 2013 covers van wave-hits uit de jaren tachtig. Ooit begonnen als een band ter gelegenheid van een reünie van jongerencentrum De Uitbraak in Lombardije. Daaruit stamt ook de repertoirekeuze van de coverband. „Het zijn de nummers waar we toen naar luisterden en op dansten. Al zijn we een beetje aan het marchanderen: we spelen u bijvoorbeeld ook een nummertje van Charlatans. We vinden het gewoon leuk om te spelen en kunnen er goed een feestje mee bouwen.” En worden de muzikanten er wel eens met dedain op aangesproken dat ze in een coverband spelen? „Nee hoor”, zegt Ronald. „En het maakt ons ook geen reet uit. Ik doe wat ik leuk vind met de gasten waar ik het leukst vind om het mee te doen. Nou, wat wil je nou nog meer? Wij hebben gewoon lol met zijn vieren en dat is het belangrijkste”.

Na twee sets van rond een uur is het klaar. De dj van de avond houdt het feestje gaande en eindelijk kan de fles Jameson open in de kleedkamer. De bandleden zoeken bekenden op in de kleine zaal van Fluor en genieten zichtbaar van het samenzijn. Ronald valt op de bank in de kleedkamer kortstondig in slaap. Rond een uur of 2 in de nacht start het inladen. Stooker is weer de aanjager en met wat gevloek en getier past wonderwel weer alles in de bus, waarin dit keer nog twee extra passagiers worden gepast. De vier bandleden vallen in elkaars armen, en Jeroen gaat weer zijn eigen weg. Na een kort maar hartelijk afscheid van de sympathieke mensen van Fluor en de laatste vrienden en bekenden vertrekt de bus richting Rotterdam. Weer is het bal in de bus. De grappen vliegen in het rond en Stooker en gast van de avond John wisselen nog wat intimiteiten uit. De radio wisselt iets minder vaak van station maar staat weer geregeld op standje onrust. Rond 4 uur arriveert het gezelschap hondsmoe bij het liftje van De Frikandel. Op een wat lager tempo gaan de spullen de berging in de oefenruimte in. En gaat ieder zijns weegs. Nou, nog snel een laatste biertje op de kade dan…




Het optreden van Dancing Horses in Amersfoort was een laatste uit een serie van drie. Geplande concerten in het Verenigd Koninkrijk zijn door corona even uitgesteld. Maar je kunt ze vast en zeker weer eens gaan zien: hou daarvoor hun pagina in de gaten.
Wat een geweldig stuk over een geweldige coverband.
Het was jammer dat er weinig mensen van de band gehoord hadden anders was het een stuk drukker geweest.
Wij hebben een avond vol met muziek gehad wat regelrecht uit onze platenkast kwam.
Mannen nogmaals bedankt en hopelijk tot een volgende keer.
LikeLike