Als je bedenkt dat Destroyer al sinds midden jaren-90 bezig is, dan was ik behoorlijk laat met de band ontdekken. Lang leve festivals, want het was tijdens Into The Great Wide Open dat ik met mijn neus in de boter viel en meteen live kennismaakte met de indie-rock van het collectief rond de charismatische Dan Bejar (The New Pornographers, Swan Lake). Ik was ter plekke om en sindsdien kijk ik reikhalzend uit naar een nieuw album. Dat dit het risico met zich meebrengt dat hoge verwachtingen kunnen tegenvallen neem ik in dit geval graag voor lief. Er zijn geen garanties, maar Destroyer staat over het algemeen bekend om zijn constante kwaliteit die mij zeer in de smaak valt.
Natuurlijk is er weer dat Bowie-esque, maar het zou flauw zijn om de band alleen daarop te beoordelen. Op Labyrinthitis zijn de arrangementen weer rijk en experimenteel en de teksten zijn als vanouds theatraal, waardoor het lastig is om het album tussentijds af te zetten. Daarvoor is het te pakkend. En dan te bedenken dat dit reeds het dertiende album is van de band uit Vancouver…
Naar verluidt zou Bejar een disco-album zonder poespas hebben willen maken. Of dat gelukt is, moet ieder voor zich uitmaken. Dansbaar is het, maar zeker geen disco – gelukkig maar – al horen we veelal stevige synthbeats en zijn de nummers een aaneenschakeling van dansbare thema’s, met een enkel rustpunt zoals het instrumentale titelnummer, dat meer ambient is, met (grappige) geluidsfragmenten van (spelende) kinderen.
Het zegt ook wat over de consistentie van het album, dat medium begint met It’s In The Heart Now, een versnelling hoger schakelt met Suffer, dat zonder moeite een gevoel van melancholie oproept, om vervolgens weer wat gas terug te nemen met meesterwerk June, dat getooid is met een vette bas en akkoorden die het lastig maken om stil te zitten en teksten die – half gezongen, half gesproken – het soms even lastig maken om te bewegen.
En zo meandert Labyrinthitis als een beekje met hier en daar een stroomversnelling van oorsprong naar delta. Tintoretto, It’s For You is evenzeer een hoogtepunt vanwege het heerlijke indie-gitaartje als het enigszins ontregelende, maar uiterst passende en tot meezingen, -neuriën of –hummen uitnodigende lalala-refrein. It Takes A Thief heeft dat ook enigszins; het is het kortste nummer, dat het stokje overgeeft aan een van de langste (bijna zeven minuten) nummers, The States, voor we belanden bij het enigszins triest makende slotnummer, The Last Song, dat Bejar bijna kwetsbaar ten gehore brengt en mij op een prettige manier doet denken aan sommige nummers van Lou Reed.
Hoeveel meesterwerken zijn nodig om een plaat een meesterwerk te noemen? Wanneer alles dan ook nog zo goed bij elkaar past, is er geen twijfel mogelijk. Destroyer flikt het ‘m met Labyrinthitis gewoon weer!