‘I’m getting too old for this shit.’ ‘My dancing days are over.’ ‘I’m not a spring chicken anymore’. Zinnen die je te pas en te onpas in films voorbij hoort komen en die ik in het dagelijkse leven zo weinig mogelijk probeer te bezigen. Liever: jong van geest, leeftijd is ook maar een cijfer, 18 ‘til I die en meer onzin die je jezelf als oudere jongere probeert wijs te maken, terwijl de realiteit je – luid toeterend en een middelvinger opstekend – grijnzend inhaalt.
Zo had ik afgelopen vrijdag het drieste plan opgevat om de dansschoenen nog eens uit het vet te halen voor een swingavond met ‘all things alternative’ in een nabijgelegen poppodium. Hoewel we niet rechtstreeks in oorlog zijn (al denkt kameraad Vladimir daar ongetwijfeld anders over…) zou zo’n avond waarschijnlijk aanvoelen als dansen op de vulkaan. Maar met thuis zitten kniezen en doemdenken is ook niemand geholpen. Inmiddels was er al een donatie voor Oekraïne gedaan via Giro 555, voor wat het waard is. ’s Middags had ik snoeiharde snoeiwerkzaamheden uitgevoerd in de tuin. ’s Avonds was de bank zacht, deed de verwarming het nog en werden de oogleden zwaar, waardoor het plan de prullenbak in kon.
Herkansing de volgende dag bij een optreden van Pip Blom in het door carnavalscorona geteisterde Maastricht. Dansen werd heupwiegen en hoofdknikken. Puik concert, daar niet van, maar ook de support act was gebeten door het coronabeestje en had moeten afzeggen. Het zou dus geen latertje worden. Na afloop even gekletst met Pip en haar moeder, die de merchandise-stand bemande, een paar singles mee gegrist en even na tienen weer thuis. ‘Rock & roll it ain’t…‘
Weer een dag later door m’n DJ-buddy overgehaald om de kelderkraker Fortuna Sittard – PEC Zwolle bij te wonen. Al jaren niet meer in een voetbalstadion geweest. Deze betonkolos was ijzig koud en het spel verre van hartverwarmend. ‘Voetbal is oorlog,’ volgens Rinus Michels. Daar bleek op het veld weinig van. Een gezapig potje voetbal dat pijn aan de ogen deed, doelkansen die op de vingers waren te tellen van een blinde, dronken timmerman die in de werkplaats de cirkelzaag mag bedienen en vooraf en tijdens de rust een DJ met het bekende van-dik-hout-zaagt-men-planken-repertoire, waar je oren van gingen bloeden. Voorafgaand aan dit troosteloze Eredivisieduel werd er vanuit het vak met uitsupporters vuurwerk op het veld gegooid. Ik prees me bijzonder gelukkig om vooralsnog in een land te leven waarin een harde, doffe knal slechts op gejuich en wat boe-geroep wordt onthaald, in plaats van ontzetting en pure doodsangst.

Aangezien – zeker in donkere tijden – muziek troost en soelaas kan bieden, dook ik bij thuiskomst in mijn platenkast. Ik stuitte er op Negasonic teenage warhead, een 7 inch van Monster Magnet. Een zogenaamde ‘picture shaped disc’, in de vorm van een paddenstoelwolk. Dat stelde me niet bepaald gerust…
DJ 45Frank