Wichita/Venlo ain’t so far away

Het was liefde op het eerste gezicht. Beter gezegd: liefde op het eerste gehoor. We ontmoetten elkaar voor het eerst enkele jaren geleden, op Colfax Avenue. En hoewel onze relatie altijd platonisch zal blijven, is de hunkering er in de loop van de jaren niet minder op geworden. Tweemaal heb ik haar mijn liefde verklaard, in Willem Twee in Den Bosch en Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven. Ze antwoordde met een gulle glimlach en zo’n typisch ‘Well, thank you!’, waarbij je nooit helemaal zeker weet of het gemeend is of gewoon een stuk gereedschap dat Amerikanen te pas en te onpas uit hun sociale vaardighedenkist plukken. Alhoewel ik denk dat haar ‘dankjewel’ oprecht was.

Ik heb het hier over Amy Boone, zangeres bij The Delines uit Portland, Oregon. Al enkele albums lang wekt zij de kleine filmscripts van de hand van (song)schrijver Willy Vlautin tot leven. Liedjes waarin de hoofdpersonen vaak blutsen en builen hebben opgelopen. Oftewel: het leven zoals het is wanneer je niet de zeven vinkjes van Joris Luyendijk hebt kunnen turven. Liedjes over hartzeer en andere kwalen, over misfits en minder bedeelden. Over geliefden van weleer die destijds stiekem in een hotelkamer het beest met de twee ruggen verbeeldden en die jaren later bij een hernieuwde kennismaking moeten constateren dat de vonk die er ooit was nooit meer zal oplaaien tot een alles verterend vuur (The Imperial). Over  twee jongens op de vlucht, in de auto van een oom. De een met een kussen onder de kont om boven het dashboard uit te torenen, twee sixpacks bier, twee bevroren pizza’s en een paar aanstekers op de bijrijdersstoel, zijn broer hevig bloedend op de achterbank (Little Earl). Over een vrouw die niet meer kan leven met de leugen van de liefde en heimelijk haar koffers pakt, terwijl haar nietsvermoedende echtgenoot op een booreiland voor de kust werkt (The oil rigs at night).

En altijd is er die Stem. Sensueel zonder ooit vulgair te worden. Een stem die warme doekjes om een hart windt dat verkild kan zijn door dagelijkse rompslomp en de klappen die het leven nu eenmaal uitdeelt en waaraan niet te ontsnappen valt. Een stem die troost biedt en je een aai over de bol geeft. De toestand mag weliswaar hopeloos zijn, maar dan toch niet ernstig. Een stem die me weke knieën bezorgt en me telkens laat smelten tot er alleen nog maar een plasje water van me over blijft.

Binnenkort zie ik haar weer, waarschijnlijk donderdag 28 april in poppodium Grenswerk in Venlo. Ik zal haar na het optreden vertellen dat ze voor mijn part het telefoonboek mag zingen, dan nog zou ik er voor vallen. Het droomscenario is als volgt: Na afloop gaat ze in op mijn uitnodiging met me mee naar huis te gaan. We trekken een goede fles wijn open en praten over de zin en vooral de onzin van het leven. Ik zal vragen hoe het met haar gaat, na haar zware ongeluk van enkele jaren geleden, waarop een lange revalidatie volgde. Misschien laat ze me haar littekens zien. En daarna gaan we naar bed. Ze stopt me in, zingt me in slaap met Cool your jets en vertrekt stilletjes wanneer ik naar dromenland ben vertrokken en daar nog steeds haar stem hoor: ‘Sandman’s coming soon/You know he’s coming soon/Close your eyes and dream a little dream for you and me/Dream yourself a place where we can go/And you will never know’. 

DJ 45Frank

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s