Een beetje zelfkastijding kan nooit kwaad, dus dompelde ik me onlangs onder in The Tribute – Battle of the bands, de zóveelste ‘talentenjacht’ bij de commerciëlen. Het format: 11 tributebands spelen in wedstrijdverband hun muzikale helden na. De vier finalisten kunnen uitkijken naar een optreden in het buurthuis om de hoek. Of nee, wacht… de Ziggo Dome! Laat dit als bandje met eigen werk even rustig op je inwerken, zonder je instrumenten aan gort te slaan. Presentatie: Gerard Ekdom. Een vak- en een publieksjury beoordeelt de bands. De vakjury bestaat uit de na het verscheiden van Golden Earring kennelijk in een existentiële crisis verkerende Cesar Zuiderwijk, Angela Groothuizen – die de canon van de vaderlandse popmuziek verrijkte met de Dolly Dots – en Spike van Di-Rect. Ik herhaal: Spike. Van Di-Rect. De publieksjury mag middels een ‘Stairway to heaven’ haar appreciatie voor het gebodene uitdrukken.
Wat kwam er zoal voorbij? Bruce Springsteen, Barbara Streisand, Queen, Billy Joel, U2 (met een onvermijdelijk bezonnebrilde nep-Bono), Rolling Stones van de Aldi en een Amy Winehouse (mét ‘beehive’), die vanuit de verte inderdaad iets weg had van het origineel. Ná de lijkschouwing.
De bands moesten in twee minuten hun ding doen (de reclameblokken duurden langer) en waren na afloop zo trots als een peuter die zojuist z’n eerste grote bah op een potje heeft gedaan. De vakjury mocht Hollanditis-gewijs door de nummers heen lullen (over Billy Joel: ‘Jaháá, nu heeft ie ‘m!’) en beoordeelde de bands grotendeels zoals ouders bij de schoolmusical van groep acht zelfs het slechts als decorstuk dienende, grootste kneusje van de klas complimenteren: ‘Wat Leuk! Geweldig! Goed gedaan!’ Het bij vlagen extatische publiek leek – nu de clubs nog altijd gesloten zijn – een boostershot te hebben gekregen met de beste XTC die er momenteel op de markt is. Al vrij snel raakte mijn teiltje vol en haakte ik af. Vanwege gezondheidsredenen is het raadzaam je niet te lang bloot te stellen aan dit Tjernobyl van de pop.
Het tribute-virus tiert ook welig in de popzalen. Om economische redenen begrijpelijk. Een zaal loopt sneller vol voor – pak ‘m beet – The Mongolian Eagles, dan voor een betrekkelijk onbekend bandje met eigen werk. Ook wordt het argument aangehaald dat de tribute het ‘moderne klassiek’ is. En ja, waarschijnlijk wordt over 100 jaar, in navolging van Beethoven en Mozart, nog steeds het werk van The Beatles nagespeeld. Maar niet elke tributeband heet The Analogues. Het is ook een fenomeen dat je voornamelijk in de muziek tegenkomt. Ik zie bioscoopzalen niet zo snel vollopen voor een remake van Apocalypse now, nagespeeld door theatergezelschap ‘Ons Genoegen’ uit Kleikutjeveen.
Ik misgun tributebands het spelplezier en het succes niet. Het is leuk om in de schoenen van de groten der aarde te staan (zo heb ik zelf een fantastische versie van John Cage’s 4’33” onder de knie), maar laten we het beestje bij z’n naam noemen: het blijft ‘Ersatz‘. En als ‘Ersatz‘ de maat der dingen wordt, dan komt het moment naderbij dat ik m’n polsen doorsnij.
Vroeger heette het: ‘hoed u voor namaak’, tegenwoordig is het ‘hoed af voor namaak’. Met permissie houd ik m’n hoed nog even op, want het gaat regenen en ik moet dringend even pissen op het graf van ‘The Voice of Holland’.
DJ 45Frank