Altijd een bron van vermaak: ‘bands you love to hate‘. Nou moet je het woord ‘haten’ niet ijdel gebruiken, het is tenslotte ‘maar’ muziek. Het afzeiken van bands is meer een gezelschapsspel voor muziekliefhebbers cq snobs die daarmee hun eigen exquise smaak nog eens kunnen etaleren. Bovendien: het is zóóó goedkoop en gemakkelijk om een band af te fakkelen. Vandaar dat ik me er af en toe met duivels genoegen aan over geef.
Waar hebben we het over? Muse heeft een nieuwe single op de mensheid losgelaten. Een mooi, bewust klein gehouden, intiem akoestisch liedje, met een lieflijk tokkelend gitaartje en…
Stop! Foutje. Opnieuw. Het ding heet Won’t stand down en is op eigen risico te bezichtigen/beluisteren op YouTube. Voordat ik de link aanklikte naar de clip nam ik m’n voorzorgsmaatregelen. Geleerd uit Asterix & Obelix: wanneer de bard Kakofonix (voorheen Assurancetourix) dreigt te gaan zingen, stoppen de Galliërs een flinke pluk peterselie in hun oren. Geprobeerd, vergeefse moeite. Zoals gebruikelijk maken we in de videoclips van Muse een virtuele reis naar Dystopia. Wat volgt is een intro, powerchords van dik gezaagde eikenhouten planken, tempowisselingen á volonté, het gekweel van zanger Matthew Bellamy en na een minuut of vier zit een kwelling die zich kan meten met een wortelkanaalbehandeling er weer op. Alsof er zojuist een passagiersvliegtuig met brandende motoren over je hoofd is gescheerd – je kunt de kreten van angst en ontzetting van piloten, cabinepersoneel en passagiers duidelijk horen – om even verderop in een weiland te crashen. Voor dit nummer heeft Bellamy een effectpedalenwinkel overvallen, de dienstdoende winkelier gedreigd de strot door te snijden met een CD van dat Zeeuwse orkestje dat niet bij naam genoemd mag worden en alle effectpedalen meegenomen, om deze tegelijkertijd in te zetten. De benaming ‘bombast’ dekt de lading al lang niet meer.
Binnen de kringen waarin ik me begeef, kan Muse niet rekenen op een grote fanbase. En da’s een understatement. De reacties op Won’t stand down liepen uiteen van ‘Kom op, lekker raggen toch? Niet zo kleinzerig’ van een door mildheid geslagen Facebook-vriend, tot ‘bagger’, ‘wat een overschatte kutmuziek, waterboarding kan nauwelijks erger zijn’, ‘Ik voelde al een bepaalde zwaarte in de atmosfeer. Het is goed mis, dacht ik. En ja hoor, een nieuwe Muse’, ‘overgeproduceerde massarock’, ‘Ik heb me vrijwillig laten opnemen’, ‘Ik vond het begin heel veelbelovend. Na 3 seconden was het intro helaas al afgelopen’, tot ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister‘. Maar ja, ze spreken geen Duits hè…’. Mijn confrère achter de draaitafels verwoordde het ook treffend: ‘en bij dit soort gasten wordt er nou nooit eens ingebroken in de tourbus en alle apparatuur gejat’.
Genoeg gelachen, even serieus nu en maar gelijk uit de biecht klappen. Er staan hier een stuk of drie singles van Muse in de kast en daar schaam ik mie nie veur. Ze zitten veilig achter slot en grendel, dat wel. Op schriftelijk verzoek in drievoud komen ze er wel eens uit, om ze te draaien bij feesten en partijen waar het oeuvre van Queen als nét iets te ingetogen wordt beschouwd. Vinylprostitué, het is een eerbaar beroep.
Laten we het daarom hier op houden: Won’t stand down is een niet mis te verstane waarschuwing en aansporing aan het adres van Nickelback: kom hier maar eens overheen, jongens!
DJ 45Frank