Watching The Detectives is zo’n klassieker die een hele generatie op het spoor zette dat er na de punkperiode weer een hele golf aan leuke nieuwe muziek uit het Verenigd Koninkrijk viel te ontdekken. Die Buddy Holly-bril, dat zwarte pak, de reggae-invloed en het poppy refrein: het was allemaal net even wat anders, prettig in te nemen in vergelijking met de chaos van de punk, veel frisser dan de eindeloze gitaarsolo’s in de symfonische rock.
Elvis Costello is sindsdien nooit weg geweest. De man heeft een enorme berg releases op zijn naam staan, met tal van uitstapjes naar andere muzikale richtingen dan de New Wave waar hij op zijn manier ook zelf vorm aan gaf. Nu verschijnt The Boy Named If, een album gemaakt met zijn aloude band The Imposters. En dat betekent deels een terugkeer naar zijn New Wave-roots en de sound uit die tijd. Penelope Halfpenny bijvoorbeeld heeft alle kenmerken van zijn hitjes van weleer: het piepende orgeltje, zijn staccato zang die het hakkelige ritme van de bas extra benadrukt, stuwend en uptempo, een liedje over een meisje. En toch is het niet enkel nostalgie wat we hier horen, in de brug trekt de band met alles wat tegenwoordig kan uit de kast en klinkt dan echt niet meer als toen. En natuurlijk klinkt in de liedjes de jarenlange ervaring en kennismaking met andere stijlen in door.
Met een paar stevige houwen op de gitaar schiet het album uit de startblokken. We vallen binnen enkele seconden in Farewell, OK, een pure rock ’n roll-song, met de band op vol volume. En eigenlijk zet Costello de luisteraars daarmee een beetje op het verkeerde been. Want ook al is de rock ’n roll zoals we het kennen uit de jaren vijftig van de vorige =eeuw nooit ver weg in zijn werk, wordt het karakter van het album over het geheel meer gedefinieerd door songs als Penelope Halfpenny, waarin de stijl van componeren en in de sound het piepende orgeltje nadrukkelijk teruggrijpt naar de eerste albums van Elvis Costello & The Imposters. Juist een mix van rock ’n roll, pop en punk. Dat uit zich nu in liedjes als The Difference, met dit keer een piano die het op de achtergrond vrolijk huppelend mag inkleuren, die verrassen, vierkant en strak zijn, uptempo, vrolijk, creatief. En tegelijk zijn ze soms zo doeltreffend simpel als fantastische popsong My Most Beautiful Mistake. Liedjes waarin Costello zijn verhalen vertelt over de personages ontsproten in zijn hoofd. Niet voor niets heeft het album een ondertitel: And Other Children’s Stories.
In The Difference en zo vele andere tracks op The Boy Named If is het genieten van die typische stem van Costello, met die legendarische hakkelende tremolo – verbijsterend dat daar nog nooit een tremolo-pedaal naar is vernoemd. Die eigenschap in zijn zang etaleert hij op dit album misschien wel het sterkst in een prachtige ballade als Paint The Red Rose Blue of afsluiter Mr. Crescent.
The Boy Named If is een album van Elvis Costello met zijn vrienden die fans van toen en nu blind kunnen aanschaffen. Costello laat weer eens horen waar hij toe in staat is op een plaat die met een voet in het verleden maar ook stevig in het heden is geworteld.