Van de schoonheid en de troost

Jakkeren. Jagen. Zeuren. Zaniken. Zeiken. Met de koppen tegen elkaar. Terug in de file. Rattenvangers die in tijden van crisis een kans zien om de geesten te vergiftigen. Pappen en nathouden. De farce van Glasgow. Wie dacht dat een pandemie een pas op de plaats zou kunnen betekenen of een ommekeer in het menselijk handelen zou kunnen inluiden, om te redden wat er nog te redden valt, is een onverbeterlijke optimist of hopeloos naïef. En dan is Limburg ook nog eens getroffen door een ramp die de voorbije watersnood tot een onbeduidend akkefietje herleidt: de afgelasting van het begin van het carnavalsseizoen. Schrale troost: de maskers kunnen mogelijk langer worden gedragen dan de duur van het ‘vastelaoves’-seizoen.

I’m tired of this back-slappin’ ‘isn’t humanity neat’ bullshit. We’re a virus with shoes.” Zelden zal deze observatie van wijlen komiek Bill Hicks meer van toepassing zijn geweest dan op het huidige tijdsgewricht. Als lemmingen naar de rand van de afgrond. Kop in het zand, verstand op nul, ‘keep calm and carry on‘. Zo stilaan verlang ik bijna (bijna!) terug naar de weldaad van de eerste lockdown. Een trap op de rem, terugschakelen, genieten van de rust, even uit de tredmolen stappen en de ratrace laten voor wat ie is. Helaas…

De hele flikkerse boel gaat naar de gallemiezen, maar dat doet ‘ie al vanaf het moment dat we rechtop leerden lopen. Ach en wee. ‘Never mind‘. Het zet verder ook geen zoden aan de dijk, maar het is wel verdomde fijn om af en toe met als pech vermomd geluk weg van de snelweg te gaan en de auto te parkeren op de vluchtstrook die muziek heet. Alarmlichten aan en even genieten van de schoonheid en de troost. Die vluchtstrook bevond zich deze week in het Belgische Hasselt. De Wegenwacht van dienst, die tenminste twee uur voor een tijdelijke dépannage zorgde, werd gevormd door Wouter Dewit en Jan Swerts.

Wouter Dewit, solo achter de piano, nam het publiek mee naar een baarmoederlijke plek, waar het aangenaam dobberen was. Ogen sluiten en je mee laten voeren door pianomotiefjes als kabbelende bergbeekjes. Chillen op de billen, balsem voor de ziel, afschakelen naar een staat van Zen die in het dagelijkse leven vrijwel onbereikbaar lijkt. En dan was Wouter Dewit nog een Max Verstappen vergeleken met de traag door oneindig laagland rijdende lijkstoet, aangevoerd door Jan Swerts. Swerts, ook achter de piano, werd begeleid door twee gitaristen, een cellist en een violiste, die de snaren streelden. Swerts stelde zijn nieuwe album ‘Oud zeer’ voor, een plaat waarvoor hij de inspiratie haalde uit tochten over oude begraafplaatsen en teksten uit grafschriften. Een themaplaat over dood en vergankelijkheid. Of, zoals Swerts zelf tekst en uitleg gaf vooraf: „Hier liggen óók mensen met ego’s en ambitie…” Kerkklokken luidden als prélude op een getoonzet memento mori van trage, ongekende schoonheid. Het tempo was stapvoets, de twee gitaren ruisten als bomen in de wind, spaarzame pianoaanslagen, strijkers die weemoedig de eeuwigheid verklankten en daar bovenop de klaagzangen van Swerts zelf. Géén applaus tussen de stukken door, je hoorde alleen het klikken van de effectpedalen van de gitaristen. Zelden klonk stilte zo mooi. En voor wie dat nog nodig had: na afloop het besef dat we allemaal slechts een scheet in een fles zijn. Ja, ook u daar.

DJ 45Frank

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s