Het Australisch duo Helen Franzmann (McKisko) en Mick Turner (Dirty Three) vinden elkaar tijdens de lockdown en gaan samen aan de slag met moody muziek maken. De debuutschijf van Mess Esque – de naam waaronder ze het uitbrengen – is een plaat die je verdorie tijdens je depressiefste momenten tijdens die lockdown goed had kunnen gebruiken. Het is sfeervol, staat bol van de onderhuidse spanning en emotie.
In zeven lange nummers – de langste track Jupiter tikt de tien minuten aan, maar is meteen ook het mooiste nummer op de plaat – horen we twee hoofdbestanddelen duelleren: de haast vloeibare slaggitaar van Mick Turner en de melancholieke vocalen van Helen Franzmann. Wat mij betreft wint Franzmann, die er de hele plaat lang in slaagt je aan de boxen van je installatie te kluisteren met haar heldere stem vol luchtwegbijgeluiden. Mooi vastgelegd, dat moet ook worden opgemerkt.
De sfeer en instrumentatie heeft wat weg van het prijsnummer van Big Thief Not, maar doet bij vlagen ook aan recenter werk van Cave denken. In vergelijking zoekt het Australisch duo nooit de overtreffende trap op; ze slaan nooit door in hun emotie maar blijft het altijd ietwat ingehouden. Ook in Jupiter, dat wel opbouwt naar een luidere climax. In die zin heeft het ook kenmerken van slow core. De composities waaieren alle kanten op; geen sprake van coupletje refreintje. Het is alsof de twee op de tast een terrein ontdekken. Het duurt dus even voor de nummers op dit boeiende en spannende album zich in je brein nestelen. Maar het werk loont. Als je het ten minste trekt om een hele plaat in deze sfeer uit te luisteren, want 39 minuten lang is er amper sprake van een stemmingswisseling. En dat wordt op den duur toch een beetje een zware maaltijd.