Villagers – Fever Dreams

We hebben op dit moment allemaal behoefte aan een beetje escapisme, zegt Villagers voorganger Connor O’Brien. Even ontsnappen aan de realiteit van elke dag. In deze tijd waarbij elke dag weer even dromerig lijkt, of meer een nachtmerrie misschien.

Zo’n uitleg lijkt te suggereren dat Villagers’ nieuwe album Fever Dreams iets te maken heeft met de corona-periode. Toch valt dat sterk te betwijfelen. De plaat is gedurende 2019 en 2020 opgenomen in sessies met de volledige band bij elkaar. In de lockdown verfijnde Connor O’Brien de opnamen in zijn thuisstudio tot wat we nu voorgeschoteld krijgen: een nieuwe Villagers die weer zeer te genieten is en tegelijk de randjes van de betamelijkheid aftast.

Liefhebbers van het werk tot nu toe moeten misschien bij het opzetten van de nieuwe plaat maar gelijk doorspoelen naar het derde nummer: Song In Seven. Dat liedje is precies wat de titel zegt een nummer op een zevenkwartsmaat. Als je mee wilt tikken raak je dus steeds in de war terwijl je toch het idee hebt dat het zo simpel is waar je naar luistert. Song In Seven is een mooie uitbreiding op de verzameling prachtige liedjes die O’Brien al op zijn naam heeft staan. Met alle kenmerken van een goede Villagers song: warm, fantastische zangmelodie, toch net effe wat anders. En dat anders zit ‘m bijvoorbeeld in die minder vaak gebruikte maatsoort.

Wat opvalt op het vijfde album van de Ieren is dat regelmatig de randen opzoekt van wat ik aanneem dat hun trouwe publiek kan verdragen: ze toch op zijn minst uitdaagt. Verschillende nummers kleuren nadrukkelijk buiten de lijntjes van mooie melodieuze smaakvolle arrangementen en lopen naar het einde toe aangenaam uit de rails. Maar juist in die momenten zit wat Villagers nog interessant maakt. O’Brien maakt prachtige liedjes maar blijft experimenteren, blijft de randen opzoeken, volgt geen sleetse songstructuren, laat ook andere invloeden toe. Stuurt z’n band zonder blikken of blozen het bos in om geamuseerd toe te kijken hoe ze zich eruit redden. Zo eindigt Circles In The Firing Line eerst in een vreemde bedwelmende jam, verwarrend genoeg voor een koortsdroom, om te eindigen met een overstuurde gitaar die een punkrockthema lijkt in te zetten. En het zou mij niet verwonderen dat we Restless Endeavour te danken hebben aan een toevallig opgenomen jam van de band terwijl O’Brien ontdekte dat de woorden van de titel daar prachtig op pasten. Tegelijk eindigt de plaat met enkel O’Brien met een gitaartje, het geluid wegstervend in de verte. En doet zo ook zijn Ierse folkroots recht.

Titelnummer Fever Dreams klinkt inderdaad als een koortsdroom. De muziek is vervormd, alsof je het door windvlagen uit de verte komt aanvliegen, of dat het wordt afgespeeld op een oude platenspeler waarvan het toerental voortdurend verandert. Ook horen we stemmen die iets in je oor fluisteren. „Dit zijn liedjes met vreemde, gesmolten vormen en de magische ambivalentie van dromen. Liedjes met een intentie die even mysterieus als helder als kristal zijn”, zegt O’Brien zich erover hullend in vage taal.

Kan allemaal niet boeien. Er valt weer veel te genieten op Fever Dreams. Met uitbijters het levenslustige en optimistische The First Day (of the rest of your life) met mooie blazerspartijen, en mijmerend Momentarily. Voor fans van vroeger en voor wie het gezelschap rond Connor O’Brien nu ontdekt is dit een prima album om er eens mee te beginnen. Kwaliteitspop van een briljant songschrijver, muziek om bij weg te dromen. Met toch af en toe een scherp randje, gelukkig.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s